Arbeidsproductiviteit, zo slecht doen we het niet

Achtergrond

Om onze welvaart te behouden is het belangrijk dat we per uur dat we werken, meer proberen te produceren: onze arbeidsproductiviteit verhogen dus. Maar die lijkt in Nederland nauwelijks te groeien, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de VS. Hoe zit dat? Doen we het echt zo slecht?

Gepubliceerd: 02 mei 2025

Man op machine in tulpenveld noordoostpolder Nederland

Je hoort het vaker: de Nederlandse arbeidsproductiviteit groeit nauwelijks en de VS presteren veel beter op dat gebied. En als je naar de hele economie kijkt, is de arbeidsproductiviteitsgroei in Nederland en het eurogebied de afgelopen tien jaar fors lager dan in de VS. Maar als we alleen kijken naar sectoren waar de productiviteit goed te meten is en rekening houden met de afgenomen gaswinning, vertraagt de groei van onze arbeidsproductiviteit eigenlijk niet. Het verschil met de VS is dan ook een stuk minder groot. Een gesprek over de Nederlandse arbeidsproductiviteitsgroei verdient dus een genuanceerde blik op de cijfers.

Wat is arbeidsproductiviteit ook alweer?

Arbeidsproductiviteit verwijst naar de efficiëntie waarmee werknemers hun werk doen. Het is de gemiddelde productie van één werknemer in een bepaalde periode, zoals één uur, dag, week of jaar. Hoe meer een werknemer in die periode ‘oplevert’, hoe productiever die werknemer is.

Arbeidsproductiviteit wordt meestal berekend door de totale opbrengst van een werknemer of team te delen door de arbeidsuren die ze erin hebben gestoken.

Dus in een schoenenfabriek kan de totale productie worden gemeten als de verkoopopbrengst van het aantal schoenen dat elke dag van de band rolt. De totale inzet van arbeid is dan het aantal gewerkte uren van alle medewerkers per dag. Als de fabriek met dezelde inzet van arbeid meer of mooiere schoenen kan produceren, noemen we dit een stijging van de arbeidsproductiviteit. Hoe hoger de arbeidsproductiviteit, hoe effectiever en efficiënter het bedrijf dus werkt.

Dit artikel gaat over de groei van de arbeidsproductiviteit. Die vergelijkt de productiviteitsniveaus tussen twee periodes, meestal een aantal jaren.

Arbeidsproductiviteit is belangrijk voor de economie

Om de economie te laten groeien en onze welvaart te behouden, moeten we met zijn allen meer uren werken, óf de productiviteit laten groeien. Het eerste, nog meer uren werken, wordt in Nederland steeds moeilijker. De bevolking vergrijst, tussen nu en 2040 komen er nauwelijks extra handen bij, en we werken met zijn allen al best veel uren. Om onze welvaart te behouden is het daarom belangrijk dat we per uur dat we werken, meer proberen te verdienen. Een hogere arbeidsproductiviteit dus. Daar richten we ons in dit artikel op.

Onze productiviteit in verhouding tot die in de VS

Tussen 2003 en 2023 groeide de Nederlandse economie met 35%, terwijl de Amerikaanse met 50% groeide. De groei in Nederland lag in deze periode wel hoger dan in het eurogebied, daar groeide de economie met 24%. Van de economische groei in de VS was 34  toe te schrijven aan de groei van de arbeidsproductiviteit, in Nederland was dat slechts 13%/procentpunt. De Nederlandse economie groeide, in tegenstelling tot de VS en het eurogebied, vooral doordat mensen meer uren gingen werken en doordat het aantal werkenden, waaronder arbeidsmigranten, toenam.

Afbouw gaswinning dempt productiviteitsgroei in Nederland

Een bijzondere factor die veel invloed gehad heeft op onze productiviteit is het sluiten van de Groningse gasvelden. Daarmee is in de statistieken de arbeidsproductiviteit aanzienlijk gedaald. Maar die bedrijfstak vertekent het beeld. 

Gewerkte uren in de gaswinning leverden lange tijd in verhouding veel op. Sinds de gaswinning in Groningen vanaf 2014 stapsgewijs is gestopt, is de gemeten arbeidsproductiviteit daarom duidelijk gedaald. Als we de gaswinning buiten beschouwing laten zorgt dat meteen voor een hogere productiviteitsgroei in Nederland. In de VS is het tegenovergestelde aan de hand, daar is de bijdrage van de gas- en oliewinning aan de productiviteit juist toegenomen. Dus als we de delfstoffenwinning buiten de vergelijking houden, geeft dat een realistischer beeld.

Andere cijfers als we rekening houden met meetproblemen

De productiviteitsgroei is in sommige sectoren niet goed te meten. Daarom kijken we naar de productiviteitontwikkeling in bedrijfstakken waar meetproblemen geen of in veel mindere mate een rol spelen. Dat zijn sectoren waar producten worden gemaakt of diensten worden geleverd waarvan de waarde eenvoudig in geld is uit te drukken. Die beslaat ongeveer twee derde van de totale Nederlandse economie.

In die sectoren ligt de Nederlandse groei van de arbeidsproductiviteit een stuk hoger, sinds 2003 gemiddeld zo’n 1% per jaar. Tussen 2013 en 2023 zien we een gemiddelde arbeidsproductiviteitsgroei van 0,4% als we naar de totale economie kijken. Wanneer we ons concentreren op bedrijfstakken zonder meetproblemen is de groei 1,1% per jaar. Hiermee ligt de productiviteitsgroei in Nederland net boven de productiviteitsgroei in de relevante markt van het eurogebied (1,0%), maar nog steeds wel lager dan in de relevante markt van de VS (1,7%).

Sectoren met meetproblemen, welke zijn dat eigenlijk?

Bij sectoren met meetproblemen denken we aan openbaar bestuur, onderwijs, zorg, olie- en gaswinning, onroerend goed en financiële dienstverlening (banken, etc).

een voorbeeld: goederen en diensten die de publieke sector produceert, worden vaak niet vrij verhandeld. Dit maakt het moeilijk om hun waarde en dus ook de productiviteitsontwikkeling nauwkeurig te bepalen.

Want welk bedrag levert een politieagent per uur op, of een docent of verpleger? Het is moeilijk om daar een prijskaartje aan te hangen. Dat hoeft ook niet maar dat betekent wel dat de productiviteit niet goed vast te stellen is.

Als je sectoren met meetproblemen meetelt, zorgt dat voor een verstoring van de productiviteitscijfers. Daarom kiezen we ervoor ze buiten beschouwing te laten.

De Amerikaanse tech-sector doet het wel echt beter dan de Nederlandse

Waar komt het verschil met de VS dan vandaan? Het zit ‘m voor een groot deel in de productiviteitsgroei in technologische sectoren. Tussen 2013 en 2019 lag die in de VS op 5,6% per jaar, tegenover 1,6% in het eurogebied en 0,6% in Nederland. Deze technologische sectoren verklaren daarmee de helft van het verschil in productiviteitsgroei tussen de VS en het eurogebied.

Dit is in lijn met het rapport van Draghi, dat gaat over de toekomst van het concurrentievermogen van de EU. Volgens dat rapport is de relatief sterke productiviteitsgroei in de VS van de afgelopen twintig jaar vooral te danken aan de sterke groei in de Amerikaanse technologische sector. Maar dat betekent ook dat in andere sectoren onze achterstand met de VS beperkt is.

Onze productiviteit is erg hoog in vergelijking met andere Europese landen

Nederland behoort tot de kopgroep van landen met de hoogste productiviteit. Ons land stond in 2024 op de tiende plaats op de wereldranglijst. Ierland, Noorwegen en Luxemburg staan met afstand bovenaan, maar dat heeft ook te maken met meetproblemen, zoals in Ierland, waar veel grote multinationals hun hoofdkantoor hebben. Of zoals in Noorwegen waar de delfstoffenwinning een grote rol speelt. Nederland zit in de top 3 van productiefste landen in de agrarische sector, de industrie en de logistiek. In de Media & ICT en de overige dienstverdeling scoort Nederland minder goed, maar ligt het productiviteitsniveau nog steeds ruim boven het gemiddelde in het eurogebied.

Bedrijven, werknemers en overheid samen aan de slag

Wat kunnen we doen om de productiviteit in Nederland te vergroten? Bedrijven kunnen investeren in technologie en automatisering en de kennis en vaardigheden van werknemers vergroten. Ook kunnen ze werkprocessen slimmer organiseren door zich af te vragen: moeten we wel alles doen wat we doen?

Bedrijven creëren soms zelf niet-noodzakelijke taken, maar ook de overheid kan de productiviteit belemmeren door een te hoge regeldruk. Zowel bedrijven als de overheid kunnen proberen om administratieve lasten voor werknemers te verminderen, zodat zij zich op productievere taken kunnen richten.

De overheid kan verder nog bijdragen door te investeren in onderwijs. Volgens de OESO draagt met name de kwaliteit van het onderwijs positief bij aan de arbeidsproductiviteit. Naast investeringen in onderwijs zijn ook publieke investeringen in onderzoek en ontwikkeling belangrijk om toekomstige productiviteit te ondersteunen. Ook kan de overheid een belangrijke rol spelen in het versterken van de bedrijfsdynamiek, om op macroniveau de productiviteitsgroei te bevorderen. Zo zou overheidssteun aan bedrijven de bedrijfsdynamiek niet nodeloos moeten belemmeren.

Tot slot kan de arbeidsproductiviteit verhoogd worden door de Europese economie te versterken. Door het wegnemen van belemmeringen in de handel tussen Europese landen kunnen Nederlandse bedrijven groeien en een stuk productiever worden. Een sterker Europa met een goed werkende interne markt, zorgt dus ook voor hogere arbeidsproductiviteitsgroei in Nederland.

Ontdek gerelateerde artikelen