Toezicht, kan het niet wat simpeler?
Na iedere crisis worden de toezichteisen aangescherpt. En als iedereen na een tijdje de oorzaak van de crisis is vergeten, klinkt de roep om versimpeling van de regels. Sommige regels kunnen inderdaad misschien best iets eenvoudiger, maar hoe worden ze eigenlijk zo ingewikkeld?
Gepubliceerd: 09 mei 2025

© iStock
Sinds 1851 swingt in het Pantheon in Parijs de Pendule van Foucault. Of eigenlijk een kopie, want het origineel is gevallen en kapot. Het opmerkelijke aan de pendule is dat hij niet alleen op en neer beweegt, maar ook in cirkels ronddraait. Een gevolg van het draaien van de aarde.
Als toezichthouders hebben wij onze eigen pendule. Na iedere crisis worden de toezichteisen aangescherpt. Dat schiet ook wel eens door. Als er dan een tijdje geen ongelukken gebeuren en iedereen de crisis vergeet, wordt de roep om het verlichten en vereenvoudigen van de eisen steeds luider. Dan volgt een ronde van vereenvoudiging en afzwakking, tot dat ook weer door blijkt te zijn geschoten en de volgende crisis een feit is. En dan slingert de pendule weer terug de andere kant op.
Crisis
De Grote Financiële Crisis van 2008 ligt al meer dan 15 jaar achter ons. En alhoewel – ook opmerkelijk! – de aanscherpingen naar aanleiding van die crisis nog steeds niet allemaal zijn ingevoerd, wordt weer luid geroepen om afzwakking en versimpeling van de regels. En nu ga ik u misschien verbazen: ook van mij mogen de regels eenvoudiger. Maar voordat we daaraan beginnen, misschien goed om eens te kijken hoe een regel complex wordt.
Bekentenis
Laat ik maar beginnen met een bekentenis. Ikzelf heb met een aantal collega’s aan de wieg gestaan van een regel die eenvoudig begon en complex eindigde: de capital conservation buffer. Hoe gaat zoiets? De crisis had pijnlijk duidelijk gemaakt dat banken niet voldoende eigen vermogen hadden om de verliezen in slechte tijden op te vangen. Er was in het Bazels Comité van Bankentoezichthouders al snel overeenstemming over een verhoging van de vermogenseisen. De meeste experts waren het ook met elkaar eens dat die verhoging eigenlijk niet voldoende was. Probleem: als we verder zouden verhogen zou een aantal grote banken niet aan de eisen voldoen. Dat zou te grote problemen geven.
Tom Poes
Onder het motto ‘Tom Poes, verzin een list’ bedachten we een oplossing. De minimum hoeveelheid risicodragend vermogen bleef 8%, maar banken zouden pas dividend uit mogen keren als ze 2,5% extra kapitaal, oftewel 8+2.5 is 10,5% vermogen hadden. Zo zouden we banken dwingen om winst in te houden en toe te voegen aan het risicodragend vermogen tot ze de 10,5% hadden bereikt en daarmee een stuk veiliger waren geworden. Zo gezegd, zo gedaan. En toen begon het gedonder: over bonussen.
Bonussen zijn leuk voor de ontvanger, maar verder vrij impopulair, zeker na de crisis. Dat leidde al snel tot een iets moeilijker regel. Banken die onder de 10,5% zaten mochten niet alleen geen dividend uitkeren, maar ook geen bonussen betalen. Dat vonden de bankiers natuurlijk niet leuk en ook een aantal toezichthouders vond het toch wel heel zielig dat een bank die 10,4% aan vermogen had geen dividend of bonus uit mocht keren. Het gevolg: de eenvoudige regel werd weer een stukje moeilijker. Naarmate een bank dichter bij de 10,5% vermogen zat, mocht een groter deel van de winst worden besteed aan bonussen en dividend. Sommige banken mochten 0% – helemaal niets dus – uitkeren. Anderen 20%, 40% of zelfs 60% van hun winst.
Voetnoot
Banken hebben niet alleen aandelenkapitaal als risicobuffer, maar ook andere buffers. De eis voor ‘echt’ aandelenkapitaal is geen 8%, maar 4,5%. Was het niet beter de 2,5% daarbij op te tellen? Weer een aanpassing, nu bedoeld om te zorgen dat door winstinhouding banken uiteindelijk minimaal 4,5+2,5 en dus 7% kapitaal van de beste kwaliteit zouden hebben. Met daarnaast de toevoeging dat de buffer alleen gevuld mag worden met kapitaal dat niet ook al voor het 8%-minimum en het ook nog bestaande 6%-minimum wordt gebruikt. Voor wie de weg daarmee nog niet kwijt was, wisten macro-economisch onderlegde collega’s nog toe te voegen dat winstinhouding echt verstandiger is dan een echt minimum, want dan kan en moet je bij verlies interen. Vervolgens was na nóg een aanpassing vanwege fiscale regels de wirwar compleet.
Cirkels
Was dat het allemaal waard? Alle serieuze banken voldoen in de tussentijd dankzij winstinhouding aan de hogere eisen inclusief de capital conservation buffer en zijn dus een stuk veiliger dan ze zonder die eis zouden zijn. Tijd om te versimpelen zou je zeggen. Alleen nog maar echt aandelenkapitaal en een eis van 10,5%, of voor mijn part zelfs een iets lager percentage. Gaat iemand dat voorstellen? Vast wel, maar daarna heb je de poppen weer aan het dansen en komt er naar ik vrees toch weer iets complexers uit. En zo gaat onze toezichthouderspendule, net als die van Foucault, op en neer. Nu maar hopen dat we niet ook in cirkels rond gaan.

Maarten Gelderman
Divisiedirecteur
Toezicht
Toezichtblog
Maarten Gelderman is bij DNB verantwoordelijk voor een breed pakket aan taken. Van het bestrijden van financieel economische criminaliteit zoals witwassen, en de toetsingen van nieuwe bestuurders en commissarissen, tot toezicht op het gedrag en de cultuur in een organisatie. Ook de vergunningverlening voor financiële partijen en het optreden (‘interventie en handhaving’) als regels in de sector worden overtreden, vallen eronder. In zijn blog vertelt hij wat hem opvalt in zijn dagelijks werk.
Ontdek gerelateerde artikelen
DNB maakt gebruik van cookies
Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.