Target2-saldi nu gevolg van QE en de nog altijd aanwezige fragmentatie binnen het eurogebied
Na de piek van de schuldencrisis in 2012, daalden de Target2-saldi en het beroep van banken op Eurosysteemfinanciering gestaag. Recentelijk stijgen de Target2-saldi echter weer, wat de vraag oproept of dit opnieuw duidt op toenemende funding stress voor banken. Dit is echter niet het geval; de huidige Target2-saldi zijn voornamelijk het gevolg van aanbodgedreven liquiditeitscreatie door het Eurosysteem, tegen de achtergrond van de nog altijd aanwezige fragmentatie en risicopercepties binnen het eurogebied. Onder QE koopt het Eurosysteem via banken obligaties van beleggers (zie ook het DNBulletin uit maart 2015). Bij de verkopende (institutionele) belegger wordt een bedrag bijgeschreven op de depositorekening bij zijn bank die op haar beurt extra tegoed krijgt op de (kasreserve)rekening bij haar NCB. Gegeven dat de fragmentatie en risicopercepties binnen het eurogebied nog niet volledig genormaliseerd zijn, kiezen veel verkopende beleggers ervoor om deposito’s aan te houden bij banken uit de eurolanden met de hoogst gepercipieerde kredietwaardigheid.
Institutionele beleggers achten de (relatief beperkte) additionele vergoeding voor het stallen van tegoeden bij banken met een lagere kredietwaardigheid onvoldoende om daar geld te plaatsen. Hierdoor leiden QE-aankopen door centrale banken uit kwetsbare eurolanden tot extra bankdeposito’s in landen als Duitsland en Nederland. Oplopende Target2-saldi zijn de tegenhanger van deze netto-stromen en weerspiegelen daarmee momenteel hoe de door QE gecreëerde liquiditeit neerslaat. In een goed functionerende monetaire unie zonder fragmentatie zou de door QE gecreëerde liquiditeit min of meer pro rata in het bankwezen van alle eurolanden neerslaan en daarmee niet tot oplopende Target2-saldi leiden. Het oplopen van de Target2-saldi onder QE laat daarmee zien dat risicopercepties en fragmentatie nog niet verdwenen zijn. Aan de andere kant zijn Target2-saldi niet langer indicatief voor oplopende marktspanningen zoals eerder wel het geval was. Dat marktspanningen sinds QE niet verder zijn opgelopen, valt onder andere op te maken uit het stabiele beroep op de herfinancieringsoperaties van het Eurosysteem (zie Figuur 2).
Figuur 2 - Gebruik Eurosysteem-financiering sinds 2008