Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Opmars niet-bancaire kredietverlening potentieel risico

Achtergrond

Investeren in zogeheten ‘private credit’, jargon voor niet-bancaire bedrijfsleningen die niet op een beurs kunnen worden verhandeld, is de afgelopen jaren uitgegroeid van een product voor fijnproevers naar een gangbare investering. Institutionele beleggers zoals pensioenfondsen en verzekeraars doen volop mee. Dat is niet zonder risico, waarschuwen beleidsadviseur Annick van Ool en econoom Ralph Verhoeks van DNB.

Gepubliceerd: 13 juni 2024

Handen schudden

Dit doen zij in de jongste editie van het Overzicht Financiële Stabiliteit (OFS), een halfjaarlijks rapport waarin we de stabiliteit van de financiële sector onder de loep nemen. Nederlandse banken, verzekeraars en pensioenfondsen doen het momenteel net als in de rest van wereld goed. Een stabiel draaiende economie in combinatie met een afzwakkende inflatie, leveren daaraan een belangrijke bijdrage.

Zwaardere rentelasten

Toch zijn er wel degelijk ontwikkelingen die ons verontrusten. Historisch hoge waarderingen van beursgenoteerde bedrijven zijn één van de aandachtspunten. Hoge beurskoersen kunnen diep vallen als de stemming op de financiële markten omslaat en dat kan beleggers met grote verliezen opzadelen. Zo’n omslag is vanwege de geopolitieke instabiliteit wereldwijd niet ondenkbaar.

Verder kan de opgelopen rente zich laten voelen de komende maanden. Hoewel de Europese Centrale Bank (ECB) recent na een serie renteverhogingen voor het eerst de rente heeft verlaagd, lenen bedrijven duurder dan enkele jaren geleden. Ook wegen deze rentelasten zwaarder op de omzet. Voor die bedrijven met een lage omzet of die sowieso al kwetsbaar waren, kan dat betekenen dat ze in financiële problemen komen. Als dat gebeurt, kan dat een negatieve invloed hebben op de economische groei.

Verdrievoudiging

Ook de populariteit van private credit houdt DNB op dit moment bezig. De afgelopen jaren is deze alternatieve beleggingscategorie hard gegroeid: de totale marktomvang van private credit bedraagt wereldwijd inmiddels ongeveer $1700 miljard. Dat blijkt uit cijfers van databureau Preqin die DNB heeft gebruikt voor het nieuwste OFS. Dat is drie keer zoveel als in 2016.

‘Voor een heleboel bedrijven is het gunstig dat private credit er überhaupt is’, zegt Annick van Ool ter nuance. ‘Ondernemers met een innovatief product dat zich nog niet bewezen heeft en die bij reguliere investeerders daardoor geen geld kunnen krijgen, kunnen op deze manier bijvoorbeeld toch aan financiering komen.’ Private credit draagt op deze manier een steentje bij aan de economische groei.

 

Ralph Verhoeks  en Annick van Ool

Lage rentes

Ook vanuit Nederland wordt er veel in private credit geïnvesteerd, blijkt uit onze informatie. Omdat er geen eenduidige definitie bestaat van private credit, is het onmogelijk om een concreet bedrag te plakken op de totale hoeveelheid.

Ralph Verhoeks van DNB wijst naar de jaren tussen 2009 en 2021, toen centrale banken wereldwijd de rentes laag hielden, voor een verklaring van de populariteit van deze beleggingsklasse. ‘In die jaren zijn beleggers hun grenzen gaan verleggen op zoek naar rendement. Wat ook meespeelt, is dat de kapitaalseisen voor banken na de financiële crisis sterk zijn verhoogd en dat voor risicovolle leningen meer kapitaal moet worden aangehouden.’ Die zijn vervolgens selectiever geld gaan uitlenen en daardoor keren veel bedrijven zich tot private credit.

Geen of lage kredietrating

Private credit is voor investeerders interessant omdat het een hoger verwacht rendement biedt. Dat komt omdat de bedrijven die gebruikmaken van deze financieringsvorm vaak als riskant te boek staan. Meestal hebben deze bedrijven een relatief hoge schuldenlast. Omwille van hun omvang, of omdat een beoordeling te duur is, kleeft er aan de meeste van zulke leners geen kredietwaardigheidsoordeel van beoordelingsbureaus als Moody's of S&P.

Ter compensatie voor de vermeend hogere risico's, vragen investeerders in private credit daarom een hogere rente. Dat krikt het verwachte rendement op. Op hun beurt brengen pensioenfondsen en verzekeraars een groot deel van hun vermogen onder bij vermogensbeheerders en op die manier komen de werelden van institutioneel geld en private leningen met elkaar in contact.

Ondoorzichtig

Het IMF waarschuwde afgelopen voorjaar voor verdere groei van ‘ondoorzichtig’ private credit, dat zich via een spreekwoordelijke achterdeur ferm in het financiële bestel heeft genesteld. Het feit dat private credit geen strak omkaderde beleggingscategorie is, zoals bijvoorbeeld aandelen en obligaties dat wel zijn, maakt het een onoverzichtelijk genre. Dat maakt beleggers kwetsbaar voor verrassingen.

Neem bedrijfswaarderingen. Verhoeks: ‘Door de afwezigheid van een secundaire markt en omdat er vaak weinig transacties zijn om mee te vergelijken, is het moeilijk om een waardering vast te stellen. Beleggers in private credit zijn daarom afhankelijk van onzekere en subjectieve waarderingen. Die worden bovendien vaak vastgesteld door een klein aantal dienstverleners. Daarmee groeit het risico dat waarderingen allemaal tegelijkertijd worden aangepast als de stemming op de markt omslaat.’

Gaat niet meer weg

Faillissementen komen relatief vaak voor bij door private credit gefinancierde bedrijven. De rentestijging van de afgelopen jaren speelt daarbij een grote rol. Uit cijfers van het IMF blijkt dat één op de drie bedrijven dat zich buiten de reguliere markten om liet financieren, momenteel meer uitgeeft aan rentelasten dan wat er aan inkomsten binnenkomt. Omdat er zo veel institutioneel geld in private credit is geïnvesteerd de afgelopen jaren, is dat een potentieel probleem voor het hele financiële stelsel.

Institutionele beleggers hoeven niet passief af te wachten tot het misgaat, stelt Verhoeks. Hij adviseert hen zich goed te laten informeren om mogelijk onheil voor te zijn. ‘Vraag als belegger regelmatig data op bij vermogensbeheerders. Haal zo veel mogelijk gegevens binnen over de bedrijven waar zij in beleggen. Vraag dat op en laat de risicomanager er een oordeel over vellen. Dat voorkomt dat je voor een verrassing komt te staan als een alternatieve belegging minder goed presteert dan verwacht.’

Of het probleem zichzelf niet oplost nu de rentes zijn gestegen en reguliere beleggingen zoals obligaties meer opleveren? Dat denkt Verhoeks niet. ‘Private credit heeft zichzelf de afgelopen jaren ontwikkeld als een zelfstandige beleggingscategorie, die door beleggers serieus wordt genomen. Ook al kleven er zeker risico's aan en weten veel beleggers dat die bestaan, ik verwacht niet dat het nu zomaar weer weggaat.’

Nederlandse institutioneel beleggers laten het overgrote merendeel van hun private credit-beleggingen door externe vermogensbeheerders beheren. Dat betekent niet dat het niet bekend is waar zij in investeren en welke risico's daarmee gemoeid zijn.

‘Instellingen die onder ons toezicht vallen, krijgen specifieke informatie over hun investeringen van de vermogensbeheerders', zegt toezichthouder Omar Abdellaoui van DNB. Vervolgens kunnen de instellingen zelf ook een analyse maken van de kredietwaardigheid om de risico's te bepalen. Dat kan bijvoorbeeld op basis van kasstroomvoorspellingen als die beschikbaar zijn of jaarverslagen van aandeelhoudersvergaderingen van de bedrijven waarin wordt geïnvesteerd.’

Als onderdeel van het toezicht voert DNB geregeld onderzoeken uit bij instellingen zegt hij. Dat doet de toezichthouder om te controleren of instellingen de risico’s voldoende in kaart hebben. ‘We willen absoluut niet op de stoel van de belegger gaan zitten. Wel willen we weten of pensioenfondsen en verzekeraars de risico’s van hun beleggingen kunnen onderbouwen met degelijk onderzoek.’ 

Lees hier meer over hoe DNB met de groei van private credit omgaat.

Ontdek gerelateerde artikelen