bron:CBS
Het leeftijdseffect: naast vergrijzing ook invloed van conjunctuur
Het effect van de leeftijdsopbouw op de loonontwikkeling is voor Nederland in kaart gebracht voor de periode 2007-2016. Hierbij wordt voor elk jaar gekeken naar het verschil tussen de feitelijke loonontwikkeling en de loonontwikkeling als de leeftijdssamenstelling in dat jaar onveranderd zou zijn gebleven. Het verschil wordt aangeduid als het “leeftijdseffect.” Grafiek 1 toont het leeftijdseffect tussen 2007 en 2016. In de meeste jaren is het leeftijdseffect positief. Dit effect is gerelateerd aan de vergrijzing van de beroepsbevolking.
Wat meteen opvalt in Grafiek 1, is dat de veranderende leeftijdssamenstelling, ondanks de vergrijzing, een substantieel neerwaarts effect had op de loongroei in de periode 2015 en 2016. Dit heeft te maken met de opleving van de economie in deze jaren. In goede tijden worden er relatief meer jongere mensen aangenomen, die over het algemeen een lager uurloon verdienen, waardoor de gemiddelde loongroei wordt gedrukt. In een recessie geldt het omgekeerde: juist de jongere (flexibelere) werknemers worden als eerste aan de kant gezet door bedrijven. Dit verklaart de relatief sterk positieve leeftijdseffecten in 2009 en 2010.