De VS is decennia lang de aanjager van mondiale vrijhandel geweest. Volgens een recent rapport van het IMF heeft deze vrijhandel tot productiviteitsstijgingen, lagere prijzen en een hogere levensstandaard geleid. Momenteel waait er een andere wind. De Amerikaanse regering huldigt nu het credo dat een handelsoorlog “makkelijk te winnen” is. Met forse tarieven op invoer vanuit onder andere China is de al decennia lang lopende ontwikkeling naar steeds meer vrijhandel tot staan gebracht en zelfs deels omgekeerd. Wie zijn de winnaars en de verliezers van het oplopende handelsconflict tussen China en de VS?
Van vrijhandel naar protectionisme
Om enig zicht te krijgen op de macro-economische effecten van een handelsoorlog tussen de VS en China wordt gebruikgemaakt van de DNB-variant van het multiregionale algemeen-evenwichtsmodel EAGLE van de ECB. Dit model bestrijkt de gehele wereldeconomie en modelleert expliciet bilaterale handelsstromen en hun relatieve prijzen, inclusief wisselkoersen, voor iedere regio. Het model onderscheidt de volgende vier landen en regio’s: de VS, het eurogebied, Nederland en China met de rest van de wereld. De modeluitkomsten laten allereerst zien dat hogere invoertarieven feitelijk hetzelfde effect hebben als hogere uitvoerbelastingen – dit wordt de Lerner-symmetrie genoemd. Hogere tarieven leiden dus niet alleen tot lagere invoer, maar ook tot lagere uitvoer. Door opgelegde handelstarieven verschuift de binnenlandse vraag van geïmporteerde naar lokale producten, die daardoor in prijs stijgen (waardoor de wisselkoers apprecieert) en zich zo in exportmarkten uit de markt prijzen.
De macro-economische effecten van een handelsoorlog tussen de VS en China worden in onderstaande figuur inzichtelijk gemaakt. Hierbij is in eerste instantie verondersteld dat alleen de VS een tarief van 10 procent legt op alle Amerikaanse invoer vanuit China (doorgetrokken lijnen). Daarnaast wordt er in een tweede scenario van uitgegaan dat China ter vergelding – met een kwartaal vertraging – een gelijk tarief van 10% instelt op alle Chinese invoer vanuit Amerika, dus op alle Amerikaanse uitvoer naar China (onderbroken lijnen). Figuur 1 toont de respons op het bruto binnenlands product (bbp) in elk van de regio's.
Figuur 1: Effecten op bbp