Introductie
Om de economische schade van de uitbraak van het coronavirus zoveel mogelijk te beperken, is het cruciaal dat de financiële sector goed blijft functioneren. Dit houdt onder meer in dat banken leningen kunnen blijven verstrekken aan bedrijven en huishoudens. Banken zijn sinds de financiële crisis aan strengere eisen gaan voldoen. Zo zijn de kapitaaleisen verhoogd, en moeten banken liquiditeitsbuffers aanhouden. Naast deze algemene strengere regels heeft DNB aanvullende buffereisen opgelegd. Als gevolg daarvan hebben de banken nu meer ruimte om de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus op te vangen.
Om banken in deze uitzonderlijke periode verdere armslag te geven neemt DNB twee extra maatregelen. Allereerst verlaagt DNB tijdelijk de hoogte van de buffers die banken moeten aanhouden. Ten tweede stelt DNB een eerder aangekondigde maatregel uit, die inhield dat banken meer kapitaal zouden moeten aanhouden voor hun hypothekenportefeuilles. Gelet op de huidige ontwikkelingen acht DNB het bieden van deze extra ruimte passend.
Verlaging buffers wordt in de toekomst weer gecompenseerd
DNB verlaagt nu de buffers voor de drie grootbanken ING, Rabobank en ABN Amro. Hierdoor ontstaat ruimte die de banken kunnen gebruiken om de kredietverlening aan de Nederlandse economie te ondersteunen. Op termijn wordt deze verlaging van de buffereisen gecompenseerd door een geleidelijke verhoging van de contracyclische kapitaalbuffer (CCyB). Hierdoor komt de totale buffereis voor deze banken uiteindelijk weer terug op het huidige niveau.
Op dit moment moeten ING, Rabobank en ABN Amro alle drie een systeembuffer aanhouden van 3%. In de nieuwe situatie geldt voor de drie banken niet langer dezelfde eis. Voor ING zal de buffer 2.5% bedragen, voor Rabobank 2% en voor ABN-AMRO 1.5% [noot 1]. De belangrijkste reden voor dit verschil is dat de toekomstige verhoging van de CCyB niet voor alle banken hetzelfde uitpakt. De CCyB wordt namelijk alleen berekend over Nederlandse blootstellingen. De toekomstige verhoging van de CCyB leidt daarom bij het internationale ING tot relatief weinig bufferopbouw. Bij ABN AMRO, dat bijna volledig op de Nederlandse economie is gericht, is het effect van de CCyB juist relatief groot. In lijn daarmee is de tijdelijke verlaging van de buffereis voor ING relatief het kleinst, en die voor ABN Amro het grootst. De extra ruimte die banken krijgen, neemt dus toe naarmate ze meer zijn blootgesteld aan de Nederlandse economie. Dit sluit aan bij het doel van de tijdelijke verlaging: het op gang houden van de kredietverlening aan de Nederlandse economie. De verlaging van de buffereisen treedt in werking na consultatie en notificatie van de betrokken Europese instellingen.
DNB is voornemens om op termijn de buffers te herstellen door een geleidelijke verhoging van de contracyclische kapitaalbuffer (CCyB) van 0% nu naar een neutraal niveau van 2%. In de toekomst zijn variaties rond dit niveau mogelijk, afhankelijk van ontwikkelingen in de kredietverlening. De geleidelijke opbouw van deze buffer zal beginnen wanneer de omstandigheden zijn genormaliseerd en de gevolgen van de uitbraak van het coronavirus voor de bankensector achter ons liggen. Een belangrijk aandachtspunt bij de invoering van de CCyB is dat dit ook voor de overige banken grosso modo kapitaalneutraal dient uit te pakken.
Door de toekomstige invoering van de CCyB beschikken banken op termijn over meer kapitaal dat in crisistijd door DNB kan worden vrijgegeven. De CCyB kan namelijk in stress situaties direct worden verlaagd, zodat bij banken ruimte ontstaat om de kredietverlening op gang te houden. De recente ontwikkelingen rondom het Corona-virus onderstrepen de wenselijkheid hiervan. Daarnaast zijn verschillende systeembuffereisen meer in lijn met de verschillen in grootte, complexiteit en verwevenheid tussen de betreffende banken.
Uitstel extra kapitaal voor hypothecaire leningen
In oktober 2019 heeft DNB een maatregel aangekondigd waardoor banken meer kapitaal zouden moeten aanhouden voor hun hypothecaire leningenportefeuilles. Deze maatregel is bedoeld om de weerbaarheid van banken te vergroten in het licht van het toegenomen systeemrisico gerelateerd aan de Nederlandse huizenmarkt. De beoogde inwerkingtreding van deze maatregel was september 2020.
DNB heeft besloten om de inwerkingtreding van de maatregel vooralsnog uit te stellen. De maatregel zou leiden tot een toename van de kapitaaleis aan de bankensector van in totaal ruim EUR 3 mrd. Door het uitstel valt dit bedrag vrij, en kan ook dat worden gebruikt om de kredietverlening te ondersteunen. DNB zal later dit jaar een besluit nemen over het moment waarop de maatregel alsnog kan ingaan. Het ligt in de rede dat dit eerder zal zijn dan de start van de geleidelijke opbouw van de CCyB.
Effect van de maatregelen
Door deze maatregelen valt ruim EUR 8 miljard aan kapitaal vrij – 5 miljard door de verlaging van de buffers, en 3 miljard door het uitstellen van de maatregel voor hypotheken. Wel dient hier te worden opgemerkt dat de 3 miljard niet zozeer het verlichten van een eis, als wel het uitstellen van een verzwaring betreft. De totale impact staat gelijk aan grofweg 5% van de totale kapitalisering van de Nederlandse bankensector. Het totale effect op de kredietverlening is op voorhand moeilijk in te schatten, maar kan naar verwachting oplopen tot maximaal EUR 200 mrd.
Het is nadrukkelijk de bedoeling dat dit kapitaal wordt gebruikt om de kredietverlening te ondersteunen, en niet voor uitbetaling van dividend of inkoop van eigen aandelen. De toezichthouder zal hier streng op toezien en waar nodig ingrijpen.
Andere landen hebben overigens vergelijkbare matregelen genomen om de kredietverlening te ondersteunen. Zo verlaagden Canada en Finland hun systeembuffers met circa 1%, verlaagde Zweden zijn CCyB van 2.5% naar 0% en liet het Verenigd Koninkrijk zijn CCyB van 2% los. Ook België, Frankrijk en Duitsland verlaagden hun buffereisen.
Noot 1: Voor ABN AMRO wordt naast de systeemrisicobuffer (SRB) ook de O-SII buffer van 2% naar 1.5% verlaagd, omdat anders de O-SII van 2% bindend zou zijn.