Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Ons laatste nieuws direct in uw mail ontvangen? 
Dat kan met de DNB Nieuwsservice.

Meld u aan

Zes vragen over het bestrijden van inflatie

Nieuwsbericht

Gepubliceerd: 17 augustus 2022

Mensen op de markt bij de groenteboer

De hoge inflatie raakt ons allemaal. De energierekening, boodschappen in de supermarkt, een drankje in het café: bijna alles is duurder. Toch is het niet verstandig als de overheid consumenten en bedrijven op grote schaal compenseert voor de gestegen kosten. Dat kan de inflatie juist verergeren. Hoe dit zit, en vijf andere vragen over het bestrijden van inflatie.

1. Eerst een kleine stap terug in de tijd, welke maatregelen zijn al genomen om de inflatie te bestrijden en op te vangen?

De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de afgelopen maanden een aantal maatregelen genomen om de hoge inflatie tegen te gaan. Doel van die maatregelen is dat consumenten en bedrijven minder gaan besteden, waardoor de vraag afneemt en de inflatie omlaag gaat. Dat gaat in stapjes. Zo heeft de ECB de aankoopprogramma’s, bedoeld om de economie te stimuleren tijdens de financiële crisis, de schuldencrisis en de coronacrisis, de afgelopen tijd versneld afgebouwd, en in juli heeft de ECB de rente voor het eerst in elf jaar verhoogd. En er komen vermoedelijk nog meer renteverhogingen achteraan.

De overheid heeft ondertussen steunmaatregelen genomen om het koopkrachtverlies te dempen. Zo is er dit jaar al ruim zes miljard euro uitgetrokken om de energiebelasting en brandstofaccijnzen te verlagen.

2. Moet de overheid meer doen?

Omdat de prijzen blijven stijgen, kijken veel mensen naar de overheid om aanvullende inkomensondersteuning te bieden. Die wens is begrijpelijk. Het probleem is alleen dat zulke maatregelen juist kunnen leiden tot nog hogere inflatie.

Om dat uit te leggen is het belangrijk om eerst te kijken naar de voornaamste oorzaak van de huidige hoge inflatie: de grote tekorten in het aanbod van producten en diensten. Tijdens de coronacrisis was de economie tot stilstand gekomen. Omdat de vraag naar producten en diensten drastisch afnam, nam ook het aanbod flink af. Toen de economie na de coronacrisis weer razendsnel openging, waren producenten nog niet klaar voor de enorme vraag van consumenten, die tijdens de crisis hadden gewacht met hun aankopen. Er ontstond daardoor een groot tekort aan producten en diensten. En aan mensen om die te produceren of aan huis af te leveren. Daardoor steeg de prijs. Ook al zijn we nu een jaar verder, de problemen zijn verre van opgelost. De Russische inval in Oekraïne zorgt voor nog meer tekorten, vooral van energie en voedsel. Met verdere prijsstijgingen tot gevolg.  

Als overheden nu iedereen compenseert voor de hogere prijzen, dan bied je huishoudens vooral op korte termijn verlichting. Want als ze door overheidssteun meer geld uitgeven, wakker je de inflatie juist aan. De vraag neemt dan toe, terwijl het aanbod achterblijft. En zo stijgen de prijzen verder.

Lees ook het opinieartikel van DNB-directeur Olaf Sleijpen in NRC over compensatie door de overheid: Kabinet moet terughoudend zijn met compensatie voor inflatie

3. Kan er dan helemaal geen compensatie van de overheid komen?

Het ligt voor de hand dat de overheid wel de huishoudens steunt die het hardst getroffen worden. Dat zijn de huishoudens met de laagste inkomens die door de hoge energierekening en de dure boodschappen echt in de problemen komen.

Om hen te helpen zijn gerichtere maatregelen van de overheid nodig. Brede compensatiemaatregelen, zoals verlaging van energiebelasting of benzineaccijns, komen namelijk vooral hogere inkomens ten goede, omdat zij over het algemeen meer energie en benzine gebruiken. En op die groep hoeven de maatregelen niet gericht te zijn.

4. Maar de middeninkomens worden toch ook hard getroffen door de stijgende prijzen?

Dat klopt, maar de overheid kan niet het koopkrachtverlies van iedereen compenseren. Daarom  kunnen de werkgevers- en werknemersorganisaties hier een belangrijke rol spelen. Er is namelijk ruimte voor verdere loonsverhogingen, dat blijkt uit een nieuwe publicatie van DNB. De lonen stijgen nog lang niet zo hard als de inflatie. De verwachting is dat de lonen in Nederland dit jaar met 3,2 procent stijgen, terwijl de prijzen met veel hogere percentages stijgen. In juli van dit jaar waren de prijzen bijvoorbeeld 12 procent hoger dan in juli vorig jaar. In de cao-onderhandelingen moeten werkgevers- en werknemersorganisaties komen tot een passende loonstijging die het koopkrachtverlies kan verzachten. Die ruimte voor loongroei zal per bedrijfstak verschillend zijn omdat sommige bedrijven bijvoorbeeld harder worden getroffen door de oplopende energieprijzen dan anderen.

5. Tijdens de coronacrisis waren we gebaat bij brede financiële steun van de overheid. Nu zijn we dat juist niet. Hoe zit dat?

Het is verleidelijk om de overheid weer de portemonnee te laten trekken. En dus de eigen begrotingsregels opnieuw opzij te zetten en het tekort te laten oplopen. Dit is immers een medicijn dat tijdens de pandemie ook heeft gewerkt. Maar niet elke kwaal vraagt om hetzelfde medicijn. We zitten namelijk in een andere situatie: de steunmaatregelen tijdens de pandemie waren met name bedoeld om oplopende werkloosheid te voorkomen, terwijl de arbeidsmarkt nu juist bijzonder krap is.

Zoals bij vraag twee beschreven, hebben we nu te maken met hoge prijzen als gevolg van een tekort aan producten en diensten. En die zogenoemde aanbodbeperkingen zijn niet zomaar weg. Als energieprijzen langere tijd hoog blijven, is het ook van belang dat we onze economie en samenleving aanpassen. Langdurige compensatie vanuit de overheid kan dit proces vertragen.

Daarbij heeft het kabinet in het coalitieakkoord al veel geld uitgetrokken voor thema’s als klimaat, stikstof, defensie en onderwijs. Hoewel de verwachte ontwikkeling van de overheidsfinanciën in onze meest recente raming nog relatief gunstig is, kan het beeld ook omslaan als economische ontwikkelingen tegenvallen. Ter illustratie: in de jaren na de financiële crisis van 2008/2009 liep de overheidsschuld met 25 procentpunt op. Dit noopt tot voorzichtigheid in het begrotingsbeleid.

6. Dus we moeten ook vasthouden aan begrotingsregels. Waarom is dat zelfs in zulke onzekere tijden belangrijk?

De overheid kan niet onbeperkt geld uitgeven zonder op een gegeven moment drastisch te moeten bezuinigen, anders leggen we de rekening neer bij volgende generaties. Begrotingsregels zijn er niet voor niets. Ze zorgen ervoor dat we pijn niet vooruit blijven schuiven. De gestegen energiekosten betekenen nu eenmaal dat ons land armer wordt. De overheid kan wel kijken hoe de pijn verdeeld wordt.

Nederland kent sowieso een sterke traditie van begrotingsdiscipline. Bedoeld om in goede tijden buffers op te bouwen om te voorkomen dat er in slechte tijden bezuinigd moet worden. Door onze begrotingsdiscipline is de schuld van de Nederlandse overheid in vergelijking met landen om ons heen relatief laag. En dat is niet alleen voor ons, maar ook voor generaties na ons goed nieuws.

Lees ook:

Ontdek gerelateerde artikelen