Een heel concreet voorbeeld van een uitdaging die de centrale bank en de overheid alleen samen kunnen aanpakken is het bestrijden van witwassen. Dat kunnen ze overigens niet zonder de hulp en inzet van private financiële instellingen. Zij zijn cruciaal als poortwachters om witwassen en terrorismefinanciering buiten het financiële stelsel te houden. Onze financiële integriteit waarborgen is niet makkelijk.
Dat zien we in de Nederlandse praktijk. En dat zien we hier in Suriname, waar ‘cash is king’. Naast Surinaamse dollars circuleren er ook veel Amerikaanse dollars en euro’s. De herkomst van al die cash is moeilijk na te gaan. In Nederland hebben we de Rotterdamse haven waar steeds weer spullen binnenkomen die we liever buiten houden. Hier in Suriname zijn er de eindeloze, moeilijk te bewaken grenzen en een inherente geografische kwetsbaarheid. Gelukkig wijst de laatste rapportage van de Caribbean Financial Action Taskforce op voortgang bij de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering. Er is nu een Wet Strafbaarstelling Money Laundering, een Casinowet en de Wet Toezicht en Controle Kansspelen. Dat zijn mooie stappen.
Maar er is nog een flinke weg te gaan. En het is belangrijk om die weg te volgen.
Want vergeet niet: niet alleen hier en in de andere Caricom-landen, niet alleen in Nederland maar wereldwijd zijn banken druk bezig met ‘derisking’.
Als Suriname achterop raakt in de bestrijding van witwassen is de kans groot dat banken hun correspondentrelaties met Surinaamse tegenpartijen zullen beëindigen. Suriname zou dan geïsoleerd raken in het internationale financiële circuit, en dat zou niet alleen slecht zijn voor de financiële sector, maar voor de Surinaamse economie en samenleving. In de CFATF rapportage en ook in de laatste IMF-rapporten staat welke stappen nog gezet kunnen worden door alle betrokken partijen.
Dan gaat het om samenwerken, om teamwork. Het is net voetbal.
Wat ook net als voetbal is, is dat je een bal alleen kunt spelen als je hem aan ziet komen. Of, zoals Johan Cruijff het zei: “Je bent op tijd of je bent te laat. Als je te laat bent, moet je zorgen dat je op tijd vertrekt.” De bal waarvoor we niet te laat mogen zijn, is klimaatverandering. Nog niet zo lang geleden stond die verandering - het toenemend aantal overstromingen en hittegolven, en de gevolgen van het gebruik van fossiele brandstoffen - niet op de agenda van centrale banken. Onterecht, zo bleek al snel.
Uit onderzoek van DNB naar de gevolgen van klimaatopwarming en van het klimaatbeleid voor de financiële sector en de economie als geheel, werd al snel duidelijk dat klimaatopwarming in veel gevallen een opwaarts effect heeft op inflatie. De mate waarin kan verschillen en is afhankelijk van het gevoerde klimaatbeleid.
De verwachting is dat klimaatopwarming inflatie in elk geval wisselvalliger zal maken.
Extreem weer kan bijvoorbeeld leiden tot voedselprijsschokken.
Klimaatverandering heeft ook een ander, niet te negeren gevolg: het verlies van biodiversiteit.
Het verlies aan biodiversiteit is een van de grootste uitdagingen van onze tijd.
De komende decennia dreigen wereldwijd een half tot één miljoen plant- en diersoorten uit te sterven als gevolg van landgebruik, klimaatverandering, vervuiling en overexploitatie. Ik wist het al en zie het nu met mijn eigen ogen: Suriname is één van de groenste landen ter wereld: meer dan 90% is bedekt met bossen.
De biodiversiteit in dieren en planten die dat oplevert is overweldigend.
Er leven hier dieren die haast nergens anders leven. Dieren met de prachtigste namen: de toekan, de groenvleugel-ara, de zwarte slingeraap, en een paar die ik liever niet tegen zou komen, maar ook recht hebben op hun plekje op aarde, zoals de brilkaaiman, de vogelspin en de jaguar. Maar al dat moois is ook kwetsbaar: door klimaatverandering, houtkap, en de winning van olie, goud en bauxiet, staat de natuur in uw mooie land onder druk. Natuurlijk doet u er alles aan om die druk te verlichten. Door uw milieuwetgeving die gericht is op ‘een evenwichtige balans tussen economische groei en milieubescherming’. Door de invoering van duurzame houtkap en bosbouw, waardoor het ecosysteem intact blijft. Door inwoners bij deze initiatieven te betrekken en samen naar steeds nieuwe oplossingen te zoeken.
Door een voorbeeld, een Surinaamse Leeuw te zijn voor de rest van de wereld.
Verlies aan biodiversiteit heeft overigens niet alleen gevolgen voor bedrijven en burgers, maar zeker ook voor financiële instellingen.
De financiering van economische activiteiten die bedreigd worden door het verlies aan biodiversiteit - de beschikbaarheid van ecosysteemdiensten, zoals hout, dierlijke bestuiving en bodemvruchtbaarheid – levert financiële risico’s op voor banken, pensioenfondsen en verzekeraars die deze economische activiteiten financieren.
DNB heeft die gevolgen voor Nederlandse financiële instellingen in kaart gebracht.
De cijfers liegen er niet om. Nederlandse financiële instellingen hebben wereldwijd voor 510 miljard euro aan financieringen uitstaan aan bedrijven met een hoge of zeer hoge afhankelijkheid van een of meerdere ecosysteemdiensten.
Een van die ecosysteemdiensten is dierlijke bestuiving. Meer dan driekwart van de belangrijkste voedselgewassen voor voedselvoorziening is in meer of mindere mate afhankelijk van deze bestuiving, bijvoorbeeld door bijen of vogels.
Het wegvallen van dierlijke bestuiving bedreigt zo’n 5 tot 8% van de wereldwijde gewasproductie per jaar. De blootstelling van financiële instellingen aan bedrijven die bestuivingsafhankelijke producten, zoals chocolade en koffie, maken bedraagt 28 miljard euro.
Daarnaast lopen financiële instellingen reputatie- en transitierisico’s als zij bedrijven financieren die een grote negatieve impact hebben op biodiversiteit.
Zo hebben Nederlandse financiële instellingen wereldwijd voor 97 miljard euro aan financiering uitstaan bij bedrijven waar sprake is van milieucontroverses. Negatieve impact die direct te herleiden is naar een bedrijf heeft zowel voor het bedrijf zelf als de financiële instellingen reputatieschade tot gevolg. Daarom is het belangrijk dat financiële instellingen, niet alleen in Nederland maar ook hier en overal ter wereld, tijdig in kaart brengen in welke mate hun portefeuilles zijn blootgesteld aan biodiversiteitsrisico’s. Alleen dan is het mogelijk om die risico’s te beheersen.
Omdat klimaatverandering een van de belangrijkste oorzaken is van biodiversiteitsverlies, is het belangrijk dat financiële instellingen in het algemeen en centrale banken in het bijzonder, een bijdrage leveren aan de transitie naar een groene toekomst en – dus - groene financiën. Dat is geen eenvoudige opdracht.
Want Sir David Attenborough had gelijk toen hij tijdens de klimaattop in Glasgow in 2021 zei: “Dit is niet alleen een verhaal over instabiliteit, maar ook over ongelijkheid. Vandaag worden degenen die het minst aan het probleem van klimaat verandering hebben bijgedragen, het hardste getroffen.” Maar, zei hij ook: de impact voelen we allemaal. Dus moeten we allemaal de handen uit de mouwen steken.
Dat geldt zeker ook voor de centrale banken.