Lagere winsten en rentes drukken inkomensstromen met het buitenland
Ook bij de inkomensstromen met het buitenland was in het eerste kwartaal van 2020 een neerwaarts effect merkbaar. Het inkomenssaldo was EUR 3,5 miljard, wat 18% lager is dan in het eerste kwartaal van 2019.
Nederland ontving op jaarbasis 7% minder inkomen uit het buitenland (EUR 70,5 miljard), zie figuur 2. Het is de sterkste jaar-op jaar krimp sinds 2009. De daling werd vooral veroorzaakt door de gedaalde winsten op buitenlandse dochterondernemingen van Nederlandse niet-financiële en financiële bedrijven. Hier was sprake van een afname met 8% tot EUR 49 miljard.
Ook de lagere rentetarieven droegen een steentje bij aan de lagere inkomensstromen. Bedrijven ontvingen in het eerste kwartaal 12 procent minder rente op intra-concern leningen dan een jaar geleden. Ontvangen rentes in het overig financieel verkeer (overige leningen en het effectenverkeer) daalden met 19% tot EUR 1,9 miljard.
Vergelijkbare effecten zijn zichtbaar bij de betaalde inkomens, die met 6% daalden tot EUR 67,0 miljard. Nederlandse dochtermaatschappijen van buitenlandse multinationals behaalden 3% minder winst dan een jaar geleden, waardoor ze minder winst konden afdragen aan hun buitenlandse moeder. De gedaalde winstgevendheid drukte tevens de aan buitenlandse aandeelhouders betaalde dividenden. Hier was sprake van een daling met 8% op jaarbasis tot EUR 11 miljard.
De betaalde rentes binnen de groep daalden met 10 procent. Ook daalden de rentes die op financiering buiten de groep werden betaald. Hier was zelfs bijna sprake van een halvering van de rente (-46%) tot EUR 1,5 miljard.