Naast een groei in het aantal verkochte woningen, komt dit mogelijk voor een deel ook door de sterkere loongroei en de sneller gestegen huizenprijzen in Nederland ten opzichte van het eurogebied.
Door die hogere lonen, in combinatie met lagere rentes, kunnen huishoudens meer lenen om de gestegen huizenprijzen (onder meer als gevolg van de krapte op de woningmarkt) te financieren. Doordat er hierdoor hogere hypotheken worden afgesloten, neemt ook de bancaire kredietverlening sterker toe.
Rentevaste periode 5 tot en met 10 jaar weer populair
Van 2020 tot en met 2022 kozen veel huishoudens voor een rentevaste periode van langer dan 10 jaar. Sinds 2023 is die voorkeur geleidelijk verschoven: tegenwoordig valt meer dan de helft van de nieuwe woninghypotheken bij banken in de categorie met een rentevaste periode van 5 tot en met 10 jaar.
Voor 2023 was de rente laag en het verschil in rentepercentages tussen diverse rentevaste periodes beperkt. Huishoudens kozen toen voor zekerheid op de lange termijn.
Vanaf 2023 nam het verschil tussen rentepercentages voor verschillende rentevaste periodes toe. Nu het verschil tussen de rentes groter is, kiezen huishoudens vermoedelijk voor kortere periodes, onder meer mogelijk in de hoop dat de rente bij herziening lager zal zijn.