DNB legt een bestuurlijke boete van EUR 125.000 op aan The Royal Bank of Scotland N.V.
Gepubliceerd: 30 maart 2015
© DNB
© DNB
De Nederlandsche Bank (DNB) heeft op 20 oktober 2014 een bestuurlijke boete opgelegd aan The Royal Bank of Scotland N.V., gevestigd te Amsterdam, vanwege het overtreding van artikel 3:63, tweede lid, van de Wft juncto artikel 111, vijfde lid, van het Besluit prudentiële regels (hierna: Bpr), in samenhang met artikel 2, eerste lid, van de Regeling Liquiditeit Wft 2011.
Overtreding
DNB heeft vastgesteld dat The Royal Bank of Scotland N.V. artikel 3:63, tweede lid, van de Wft in samenhang met de bij of krachtens het vijfde lid van dit artikel gestelde voorschriften heeft overtreden, doordat zij ten onrechte in onderpand gegeven (kas-)gelden heeft meegenomen bij de berekening van haar aanwezige liquiditeit als bedoeld in artikel 111, vijfde lid, van het Bpr over de periode van maart 2011 tot en met april 2013.
Boetehoogte
Het basisbedrag voor overtreding van dit artikel 111 Bpr is EUR 500.000. Bij het bepalen van de hoogte van de boete dient DNB in haar overwegingen rekening te houden met de ernst en duur van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid, de bijzondere omstandigheden van het geval en de draagkracht van The Royal Bank of Scotland N.V.
Lees hieronder de volledige beschikking, m.u.v. vertrouwelijke gegevens. Voor nadere informatie kan contact worden opgenomen met de Informatiedesk van DNB: 0800 - 020 1068 (gratis).
Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan The Royal Bank of Scotland N.V.
Ontdek gerelateerde artikelen
DNB maakt gebruik van cookies
Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.