Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Depositogarantiefonds bereikt doelomvang van 0,8% aan gegarandeerde deposito’s

Nieuwsbericht Nederlandse Depositogarantie

Het Depositogarantiefonds (DGF) heeft met de tweede kwartaalpremie van 2024 (peildatum 31/3/2024) haar doelomvang bereikt. Dit is in lijn met de Europese DGS-richtlijn en de daarin voorgeschreven deadline van 3 juli 2024. De opbouwfase van het fonds van de Nederlandse Depositogarantie is daarmee afgerond. Voor de ongeveer 600 miljard euro aan gegarandeerde deposito’s bij Nederlandse banken heeft het DGF nu ongeveer vijf miljard euro in kas. Daarnaast heeft het DGF toegang tot meerdere alternatieve financieringsbronnen die aangesproken kunnen worden indien nodig.

Gepubliceerd: 03 juli 2024

Toorop in de avond

Fondsvorming belangrijk voor vertrouwen in depositogarantie

De vorming van een fonds waaruit DGS-vergoedingen kunnen worden gefinancierd is belangrijk voor het vertrouwen in de Nederlandse Depositogarantie. Het zorgt ervoor dat rekeninghouders in geval van een bankfaillissement weer snel over hun gegarandeerde banktegoeden kunnen beschikken. DNB moet de DGS-vergoedingen binnen zeven werkdagen ter beschikking stellen aan rekeninghouders. DNB zal dit bedrag zo snel mogelijk overmaken nadat de rekeninghouder een nieuw rekeningnummer heeft doorgegeven. Door deze bescherming zullen spaarders minder snel hun geld van de bank halen indien zich betalingsproblemen bij de bank voordoen. Op die manier draagt het DGS in belangrijke mate bij aan de financiële stabiliteit. In 2016 is gestart met de geleidelijke opbouw van het DGF. Sindsdien betalen banken ieder kwartaal een bijdrage aan het fonds. De individuele bijdrage van banken is afhankelijk van de omvang van de gegarandeerde tegoeden en het risicoprofiel van de bank.

Fonds in veel gevallen voldoende als financieringsbron

Met de vijf miljard euro die nu in het fonds zit, zijn voldoende middelen beschikbaar om voor bijna alle Nederlandse banken de gegarandeerde tegoeden direct vanuit het fonds uit te keren mocht de bank failliet gaan. Niet in alle gevallen zullen banken echter in faillissement worden afgewikkeld. Bij de grootbanken liggen de gegarandeerde tegoeden veel hoger dan wat in het fonds zit. Mochten deze banken falen, dan zullen resolutie-instrumenten worden ingezet om de kritische functies van de bank en daarmee het publieke belang te beschermen. De bank maakt dan een herstart of wordt verkocht. Daarmee houden de klanten toegang tot hun tegoeden. Het DGF hoeft dan niet te worden aangesproken om DGS-vergoedingen uit te keren.

Ook alternatieve financieringsbronnen beschikbaar

Voor het geval een bank failliet gaat en er niet voldoende in het fonds zit, heeft het DGF ook alternatieve financieringsbronnen beschikbaar. DNB kan de banken die aan de Nederlandse Depositogarantie deelnemen direct om een extra bijdrage vragen. Ook kan het DGF financiering bij derde partijen aantrekken doordat zij een kredietfaciliteit heeft afgesloten van vier miljard euro bij de Nederlandse grootbanken. In het uiterste geval kan het DGF de minister van Financiën om een overbruggingskrediet vragen. Deze extra financiering stelt het DGF in staat om de periode te overbruggen totdat uitkeringen uit de boedel van de failliete bank worden ontvangen. Het DGF kan er daarbij op leunen dat in de Faillissementswet is vastgelegd dat gegarandeerde deposito’s en het DGS eerder worden vergoed dan de meeste andere vorderingen. Dit zorgt samen met een goedgevuld fonds voor een geloofwaardige bescherming en ook tot lagere kosten voor de sector en de rekeninghouder.

In de nieuwe fase wordt het DGF op peil gehouden door premies te innen van groeiende banken

Vanaf Q3 2024 zullen de banken alleen nog bijdragen aan het fonds om de omvang op peil te houden. Hiervoor zijn aanpassingen gedaan aan het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen. Uitgaande van een verdere trendmatige stijging met 3,5% van de gegarandeerde tegoeden zouden de banken nog zo’n 175 miljoen euro per jaar moeten bijstorten. Alleen banken met een gegroeid aantal gegarandeerde deposito’s worden daarvoor aangeslagen. Ieder kwartaal wordt het fonds indien nodig direct weer op peil gebracht. Eventuele rendementen die het DGF over haar middelen behaalt, kunnen leiden tot lagere premies. Als het fonds moet worden aangesproken, zal dit in uiterlijk zes jaar weer worden opgebouwd.

Herzieningen Europese richtlijn en impact op DGF

Dit laatste punt en andere punten zijn onderwerp van discussie binnen een lopende herziening van de Europese DGS-richtlijn in het bredere bankafwikkelingsraamwerk (CMDI). Daarover gaan in de komende periode het Europees Parlement, de Raad van ministers en de Europese Commissie met elkaar in onderhandeling. Een Europees depositogarantiestelsel (European Deposit Insurance Scheme: EDIS) kan in de toekomst nog meer zekerheid bieden. Door de financieringskracht van de verschillende nationale fondsen te bundelen of in een eerste fase een alternatieve liquiditeitsgarantie te bieden, kan een nog steviger vangnet worden gecreëerd om depositohouders in Nederland en andere lidstaten te beschermen.

Ontdek gerelateerde artikelen