Wel is belangrijk dat geldmarkten goed blijven functioneren
Figuur 1 laat zien dat verzekeraars voor hun liquiditeit sterk afhankelijk zijn van repotransacties en onttrekkingen uit geldmarktfondsen (gezamenlijk goed voor 60% van de benodigde liquiditeit). Doorgaans levert dit geen problemen op, maar in tijden van stress kunnen repomarkten opdrogen of geldmarktfondsen tijdelijk op slot gaan. In een dergelijke situatie kan niet worden uitgesloten dat verzekeraars op grotere schaal beleggingen moeten verkopen om aan de extra gevraagde liquiditeit te kunnen voldoen. Wel beschikken verzekeraars vaak over gecommitteerde repofaciliteiten en kredietlijnen, die zorgen voor een extra bron van liquiditeit, ook in tijden van stress. Zodoende is de kans klein dat dat een hogere liquiditeitsbehoefte bij Nederlandse verzekeraars – via gedwongen verkopen van beleggingen - tot zelfversterkende markteffecten leidt.
Bredere liquiditeitsstress bij verschillende marktpartijen kan mogelijk wel obligatiemarkten verstoren
Meer volatiliteit op financiële markten leidt tot een grotere liquiditeitsbehoefte voor veel financiële instellingen, bijvoorbeeld als gevolg van oplopende onderpandverplichtingen. Hierdoor is het mogelijk dat verzekeraars, pensioenfondsen en andere marktpartijen tegelijkertijd beleggingen moeten verkopen en zo gezamenlijk markten kunnen verstoren. Het risico op dergelijke gezamenlijke marktimpact lijkt echter ook ver in de staart te zitten, maar is niet ondenkbaar. Zo was er tijdens de Covid-crisis in maart 2020 sprake van versterkende markteffecten op verschillende deelmarkten door grootschalige verkopen. Daarnaast kunnen verzekeraars indirect markteffecten veroorzaken of versterken via onttrekkingen uit geldmarktfondsen. Het is daarom belangrijk dat geldmarktfondsen ook in tijden van stress aan onttrekkingsverzoeken van investeerders kunnen voldoen, in lijn met de reactie van AFM, DNB en MinFin op de consultatie door de Europese Commissie over macroprudentieel beleid voor NBFI.