Nadere uitwerking van enkele begrippen uit de Regeling
Welke betaalmethoden vallen onder de Regeling?
Alle betaalmethoden zoals die gebruikt worden in het massale girale betalingsverkeer vallen onder de Regeling. DNB verwacht van banken, betaalinstellingen en egi’s dat zij alle verschillende soorten betalingen op adequate wijze beheersen. Vanuit het risicogebaseerde toezicht ligt de focus van het toezicht van DNB op iDEAL en betaalautomaattransacties als tijdkritische betalingen en op de functionaliteiten om overschrijvingen en spoedbetalingen (beide via internet dan wel mobiel bankieren) in te kunnen dienen als niet-tijdkritische betalingen. Het creditcardproduct valt ook binnen de Regeling, maar vanwege o.a. het relatief geringe gebruik hiervan zal DNB zich daar niet primair op richten. Daarbij zal DNB vanuit risicoperspectief periodiek haar toezichtfocus evalueren.
Wat wordt bedoeld met het massale girale retailbetalingsverkeer?
DNB houdt hiervoor dezelfde definities aan zoals die gebruikt wordt voor de betalingsverkeerstatistieken Zie hiervoor het “Handboek Betalingsverkeerstatistieken” van DNB.
Deze Regeling heeft betrekking op het girale “retailbetalingsverkeer”, waarbij de vereisten van de Regeling van toepassing zijn op transacties die geïnitieerd zijn door particulieren. Het Handboek gebruikt als criterium voor het onderscheid tussen particulier en zakelijk het type betaalrekening waarop de debiteringen en crediteringen plaatsvinden. Leidend is daarbij hoe individuele banken hun particuliere en zakelijke klanten registreren.
Wat wordt verstaan onder een transactie binnen Nederland?
“Binnen Nederland” gaat over binnenlandse transacties. Het Handboek geeft aan dat een binnenlandse betalingstransactie een betalingstransactie is die geïnitieerd wordt door een betaler of door een begunstigde, waarbij de betalingsdienstaanbieder (betalingsdienstverlener) van de betaler en de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde zich in Nederland bevinden. Het gaat daarmee niet om het land van residentie van de betaler of begunstigde zelf, maar om het betalingsverkeer tussen twee in het Nederlandse betalingsverkeer uitgegeven betaalrekeningen.
Beschikbaarheidsnormen
Welke vormen van onbeschikbaarheid moeten meegenomen worden in het beschikbaarheidscijfer?
De beschikbaarheidscijfers zijn bedoeld om inzicht te geven wat de feitelijke beschikbaarheid was. Dit betekent dat alle onbeschikbaarheid meegenomen moet worden, ook in geval van bijvoorbeeld uitwijktesten, rampen of calamiteiten. Een analyse van de oorzaken van onbeschikbaarheid door DNB zal een belangrijk onderdeel zijn bij het beoordelen van de redelijkheid en billijkheid van de onbeschikbaarheid uit hoofde de Regeling.
Wat zijn de tijden van het hogevraagtijdvak?
Volgens de Regeling is het hogevraagtijdvak het deel van een dag voor 00:30 uur en na 06:00 uur. Voor het product iDEAL wordt hiervoor een uitzondering gemaakt i.v.m. het nog intensieve iDEAL-verkeer tussen 00:30 en 01:00. Daarom is het hogevraagtijdvak voor iDEAL vastgesteld op het deel van de dag voor 01:00 uur en na 06:30.
Welke systemen dienen de instellingen mee te nemen in het bepalen van hun beschikbaarheidscijfers?
De beschikbaarheidsnorm geldt over de systemen in de keten waar de instelling voor verantwoordelijk is. De directe verantwoordelijk voor de transactieverwerking geldt vanaf het punt dat de instelling een betaaltransactie ontvangt.
Hoe dienen de beschikbaarheidscijfers gepubliceerd te worden?
Instellingen dienen minimaal hun beschikbaarheid voor iDEAL en betaalautomaattransacties over het hogevraagtijdvak en het lagevraagtijdvak te publiceren. Deze cijfers zijn gewogen driemaandsgemiddelden en worden uitgedrukt als percentage met minimaal twee decimalen. Uiterlijk elke 12e werkdag van de maand moeten deze cijfers geactualiseerd worden, zodat de gepubliceerde gemiddelden betrekking hebben op de laatste volledige kalendermaand en de twee volledige kalendermaanden daaraan voorafgaand. Bij publicatie dient minimaal de datum van publiceren vermeld te worden óf de specifieke driemaandsperiode waarop de gemiddelden betrekking hebben. De laatst gepubliceerde gemiddelden blijven minimaal gepubliceerd totdat er nieuwere set van vier gemiddelden wordt gepubliceerd.
Beschikbaarheidsnorm voor pintransacties
Voor betaalautomaattransacties wordt veelal gebruik gemaakt van een stand-in bij verstoringen. Moet het aantal betaalautomaattransacties dat tijdens stand-in wordt afgewezen vanwege een overschrijding van de stand-inlimiet worden meegeteld als onbeschikbaarheid?
Beschikbaarheid wordt in het kader van de Regeling beschreven in termen van uren per kwartaal, niet in aantallen transacties per kwartaal.
Hoe moet de beschikbaarheid voor betaalautomaattransacties berekend worden?
Bij betaalautomaattransacties gaat het op de tijd dat zowel de instelling zelf als de stand-in functionaliteit onbeschikbaar was. Zie hieronder voor de formule die gebruikt kan worden op de beschikbaarheid te berekenen.