Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Q&A bij Regeling Oversight goede werking betalingsverkeer

Q&A

Gepubliceerd: 27 juni 2022

Laatste update: 27 juni 2022

Bekijk eerdere versies in het archief

De Nederlandsche Bank (DNB) houdt toezicht op de Regeling Oversight goede werking betalingsverkeer (hierna: de Regeling). Deze Regeling bevat de door DNB gestelde regels die banken, betaalinstellingen en elektronischgeldinstellingen (egi’s) die 120 miljoen of meer girale retail betalingstransacties per kalenderjaar verrichten in acht dienen te nemen bij de inrichting van hun bedrijfsvoering om de goede werking van het betalingsverkeer te waarborgen. Door de sector zijn sinds eind 2015 vragen gesteld over de interpretatie en toepassing van deze Regeling.

Hieronder zijn enkele antwoorden op deze vragen uitgewerkt, als guidance bij de interpretatie van de Regeling.

Vraag:

Welke betaalmethoden vallen onder toepassing van de Regeling?

Antwoord:

Alle betaalmethoden zoals die gebruikt worden in het massale girale betalingsverkeer vallen onder de Regeling. DNB verwacht van een bank, betaalinstelling en een egi’s (hierna aangeduid als instelling) dat zij alle verschillende soorten betalingen op adequate wijze beheersen. Vanuit het risicogebaseerde toezicht ligt de focus van het toezicht van DNB op iDEAL en betaalautomaattransacties als tijdkritische betalingen en op de functionaliteiten om overschrijvingen en spoedbetalingen (beide via internet dan wel mobiel bankieren) in te kunnen dienen als niet-tijdkritische betalingen. Het creditcardproduct valt ook binnen de Regeling, maar vanwege o.a. het relatief geringe gebruik hiervan zal DNB zich daar niet primair op richten. Daarbij zal DNB vanuit risicoperspectief periodiek haar toezichtfocus evalueren

Vraag:

Wat wordt verstaan onder een transactie binnen Nederland?

Antwoord:

Een binnenlandse betalingstransactie is een betalingstransactie die geïnitieerd wordt door een betaler of door een begunstigde, waarbij de betalingsdienstaanbieder (betalingsdienstverlener) van de betaler en de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde zich in Nederland bevinden. Het gaat daarmee niet om het land van residentie van de betaler of begunstigde zelf, maar om het betalingsverkeer tussen twee in het Nederlandse betalingsverkeer uitgegeven betaalrekeningen.

Beschikbaarheidscijfers

Op grond van artikel 6, eerste lid, van de Regeling moet een bank, een betaalinstelling en een egi haar operationele risico’s inzake het betalingsverkeer adequaat beheersen. De systemen zijn zo ingericht dat deze een hoog niveau van beschikbaarheid en veiligheid waarborgen (de norm).

Voor tijdkritische betaalopdrachten gaat DNB ervan uit dat aan de norm is voldaan indien een beschikbaarheid van 99,88% tijdens het hogevraagtijdvak1 gemeten op kwartaalbasis en 98,5% daarbuiten wordt behaald.

Voor niet-tijdkritische betaalopdrachten gaat DNB ervan uit dat aan de norm is voldaan indien sprake is van een tijdig herstel van de dienstverlening. Van een tijdig herstel is sprake indien de herstelperiode voor het kunnen indienen van een betaalopdracht niet langer duurt dan twee uur. Indien de beschikbaarheid lager uitvalt dan hiervoor vermeld, kan DNB hierin aanleiding zien om te onderzoeken of de norm is overtreden.
Indien derden onderdelen van de transactieprocessen uitvoeren, dient een instelling het gestelde niveau van beschikbaarheid te waarborgen door middel van contractafspraken en monitoring.

Vraag:

Welke vormen van onbeschikbaarheid moeten meegenomen worden in het beschikbaarheidscijfer?

Antwoord:

De beschikbaarheidscijfers zijn bedoeld om inzicht te geven wat de feitelijke beschikbaarheid was. Dit betekent dat alle onbeschikbaarheid meegenomen moet worden, ook in geval van bijvoorbeeld uitwijktesten, rampen of calamiteiten. Een analyse van de oorzaken van onbeschikbaarheid door DNB zal een belangrijk onderdeel zijn bij het beoordelen van de beheersing van de operationele risico’s.

Vraag:

Wat zijn de tijden van het hogevraagtijdvak?

Antwoord:

Voor POS-betalingen is het hogevraagtijdvak het deel van een dag voor 00:30 uur en na 06:00 uur. Voor het product iDEAL is het hogevraagtijdvak het deel van de dag voor 01:00 uur en na 06:30.

Vraag:

Welke systemen dienen de instellingen mee te nemen in het bepalen van hun beschikbaarheidscijfers?

Antwoord:

De instelling dient die systemen in het issuing domein mee te nemen waarvoor de instelling verantwoordelijk is.

Vraag:

Hoe dienen de beschikbaarheidscijfers gepubliceerd te worden?

Antwoord:

Instellingen dienen minimaal hun beschikbaarheid voor iDEAL en betaalautomaattransacties over het hogevraagtijdvak en het lagevraagtijdvak te publiceren. Deze cijfers zijn gewogen driemaandsgemiddelden en worden uitgedrukt als percentage met minimaal twee decimalen. Uiterlijk elke 12e werkdag van de maand moeten deze cijfers geactualiseerd worden, zodat de gepubliceerde gemiddelden betrekking hebben op de laatste volledige kalendermaand en de twee volledige kalendermaanden daaraan voorafgaand. Bij publicatie dient minimaal de datum van publiceren vermeld te worden óf de specifieke driemaandsperiode waarop de gemiddelden betrekking hebben. De laatst gepubliceerde gemiddelden blijven minimaal gepubliceerd totdat er nieuwere set van vier gemiddelden wordt gepubliceerd.

Beschikbaarheid van pintransacties

Voor betaalautomaattransacties wordt veelal gebruik gemaakt van een stand-in bij verstoringen.

Vraag:

Moet het aantal betaalautomaattransacties dat tijdens stand-in wordt afgewezen vanwege een overschrijding van de stand-inlimiet worden meegeteld als onbeschikbaarheid?

Antwoord:

Nee. De beschikbaarheid wordt gemeten termen van uren, uitgedrukt in percentages, en niet in aantallen transacties.

Vraag:

Hoe moet de beschikbaarheid voor betaalautomaattransacties worden berekend?

Antwoord:

Bij betaalautomaattransacties gaat het om de tijd dat zowel de instelling zelf als de stand-in functionaliteit onbeschikbaar was. Zie hieronder voor de formule die gebruikt kan worden op de beschikbaarheid te berekenen.

Regeling Oversight goede werking betalingsverkeer 01

BP/dc = de beschikbaarheid in procenten van het betaalproduct POS / debit card. Er bestaat een aparte BP/dc hvt) en een aparte BP/dc hvt). Dat zijn resp. de beschikbaarheid in het hogevraagtijdvak en in het lagevraagtijdvak. Deze beide getallen zullen maandelijks gepubliceerd worden en betreffen dan de berekende beschikbaarheden in de voorgaande drie maanden.

T = de tijd in minuten in de voorgaande drie maanden.

T(hogevraagtijdvak) = 18,5 * 60 * (het aantal dagen in de voorgaande drie maanden). Elke dag bevat 18,5 uren in het hogevraagtijdvak, nl. tussen 06.00 uur en 00.30 uur.

T(lagevraagtijdvak) = 5,5 * 60 * (het aantal dagen in de voorgaande drie maanden). Elke dag bevat 5,5 uren in het lagevraagtijdvak, nl. tussen 00.30 uur en 06.00 uur.

∑ (Ostand-in-provider)= de som van alle tijden in minuten in de voorgaande drie maanden, dat de stand-in-provider onbeschikbaar was, ook weer opgesplitst in het hogevraagtijdvak en het lagevraagtijdvlak. De beide getallen worden door de stand-in-provider opgeleverd en door de betrokken bank gebruikt voor de berekening van de beschikbaarheid van POS/debit card.

Beschikbaarheid van iDEAL

Vraag:

Hoe moet de beschikbaarheid van iDEAL berekend worden?

Antwoord:

Voor de berekening van de beschikbaarheidcijfers voor iDEAL is de hieronder beschreven aanpak van toepassing:

 

Regeling Oversight goede werking betalingsverkeer 02

Toelichting:

BiDEAL = de beschikbaarheid in procenten van het betaalproduct iDEAL. Er bestaat een aparte BiDEAL hvt en een aparte BiDEAL lvt. Dat zijn resp. de beschikbaarheid in het hogevraagtijdvak en in het lagevraagtijdvak. Deze beide getallen zullen maandelijks gepubliceerd worden en betreffen dan de berekende beschikbaarheden in de voorafgaande drie maanden.

T = de tijd in minuten in de voorafgaande drie maanden.
T(hogevraagtijdvak) is 18,5 *60 keer het aantal dagen in de voorafgaande drie maanden (elke dag bevat 18,5 uren in het hogevraagtijdvak, nl. tussen 06:30 uur en 01:00 uur). 

T(lagevraagtijdvak) is 5,5 * 60 keer het aantal dagen in de voorafgaande drie maanden (elke dag bevat 5,5 uren in het lagevraagtijdvak, nl. tussen 01:00 uur en 06:30 uur).

Σ(O) = de som van alle tijden in minuten in de voorafgaande drie maanden, dat het issuing domein onbeschikbaar was, ook weer opgesplitst in het hogevraagtijdvak en het lagevraagtijdvak. Daarin zijn alle totale onbeschikbaarheden en gewogen gedeeltelijke onbeschikbaarheden meegenomen. De eenheid van O is tijd.

Bij gedeeltelijke onbeschikbaarheid wordt dit meegenomen in de Σ(O). Daarvoor geldt de volgende formule:

Regeling Oversight goede werking betalingsverkeer 03

Successratenorm = De normale successrate in een storingsvrije periode van de laatste drie maanden. Dit betekent het normale percentage van de door de consument geïnitieerde iDEAL-transacties dat leidt tot een succesvolle betaling. Als bron voor het bepalen van de succesratenorm kunnen de eigen acquiring rapportages van de banken zelf gebruikt worden (daarin is de successrate per issuer af te leiden).

Succesrategerealiseerd = de gemeten successrate tijdens een gedeeltelijke verstoring. Echter, indien een bank, gebaseerd op harde feiten, een betere methode heeft voor het berekenen van de gedeeltelijke onbeschikbaarheid, heeft de betrokken bank vanzelfsprekend de vrijheid om die betere methode te gebruiken.

Vraag:

Wat is de minimale meetnauwkeurigheid voor iDEAL?

Antwoord:

De meetnauwkeurigheid moet minimaal 1 meting per minuut zijn. De instelling dient verder aan DNB aan te kunnen tonen dat zij een adequate meetmethode gebruiken.

Maximum hersteltijden

Vraag:

Geldt de 2 uur hersteltijd ook bij gepland onderhoud voor changes en uitwijktesten?

Antwoord:

Ja. De maximaal 2 uur hersteltijd voor niet-kritische betaalopdrachten heeft betrekking op het kunnen indienen van een betaalopdracht, ongeacht het kanaal (internet, mobiel bankieren of welk ander kanaal dan ook) en ongeacht de oorzaak van de onbeschikbaarheid (dus bij gepland onderhoud of uitwijktesten net zo goed als bij ongeplande uitval of calamiteiten). DNB zal bij haar beoordeling van dergelijke overschrijdingen tenminste aandacht besteden aan (i) de totale onbeschikbaarheid mbt niet-tijdkritische betaalopdrachten, (ii) het aantal overschrijdingen van de maximale hersteltijd, (iii) de duur van dergelijke overschrijdingen, (iv) specifieke omstandigheden van dergelijke overschrijdingen.

Dochterondernemingen

Vraag:

Dienen dochterondernemingen ook te voldoen aan de Regeling?

Antwoord:

Ja. Indien een dochteronderneming of een merk onder de vergunning van de (moeder-) onderneming girale betalingstransacties verricht, dient deze dochteronderneming of het merk te voldoen aan de Regeling. De transacties van de dochter tellen mee in het totaal aantal girale betalingstransacties van de moederonderneming.

Vraag:

Hoe moet een dochteronderneming de beschikbaarheidscijfers publiceren?

Antwoord:

De dochteronderneming mag zelf haar eigen beschikbaarheidscijfer publiceren op haar eigen website. Dit kan ook meegenomen worden in het beschikbaarheidscijfer van de moederonderneming. In het geval de moedermaatschappij zelf geen klanten heeft, dient er op het niveau van de dochteronderneming gerapporteerd te worden.

[1] Dit betreft het deel van de dag waarin de meeste transacties worden verwerkt.

DISCLAIMER
Q&A’s bieden nader inzicht in de beleidspraktijk van DNB doordat we daarin wettelijke toezichtregels interpreteren. Onder toezicht staande instellingen kunnen ook op andere wijze aan de wet- of regelgeving voldoen. Instellingen moeten daarbij wel gemotiveerd aan DNB kunnen aantonen dat zij met hun invulling voldoen aan de wet- of regelgeving . Voor een nadere toelichting op de status van de beleidsuitingen van DNB zie de Leeswijzer beleidsuitingen DNB op Open Boek Toezicht.