Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Geconsolideerde toepassing Beleidsregel Concentratierisico opkomende markten

Factsheet

De Beleidsregel “Behandeling concentratierisico’s opkomende markten” is zowel solo als geconsolideerd van toepassing op banken en beleggingsondernemingen. Bij de geconsolideerde toepassing van de Beleidsregel is het van belang dat door dochterondernemingen uitgezette exposures gesaldeerd mogen worden door leningen die in dezelfde opkomende markt zijn aangetrokken. Deze toepassing sluit aan bij de normale geconsolideerde toepassing van kredietrisico op de balans van de moederonderneming.

Gepubliceerd: 01 december 2011

Bekijk eerdere versies in het archief

De Beleidsregel “Behandleing concentratierisico’s opkomende landen” (hierna: de Beleidsregel) moet zowel geconsolideerd als op soloniveau worden toegepast. In de geconsolideerde balans mogen uitzettingen van de dochteronderneming die gefinancierd worden met lokaal aangetrokken gelden, voor de bepaling van het bruto landenexposure op geconsolideerd niveau buiten beschouwing blijven.

Solo-toepassing: dit houdt in dat een materiële concentratie van directe exposures op ingezetenen en exposures van de onder toezichtstaande onderneming op de dochteronderneming die zich in een land bevindt met een niet verwaarloosbaar landenrisico moet voldoen aan de Beleidsregel (artikel 1 sub d jo artikel 2 van de Beleidsregel). Eventuele exposures van de dochter op derden die zich in hetzelfde land bevinden als de dochteronderneming, alsmede financiering die de dochter in datzelfde land aantrekt, zijn niet zichtbaar in de solobalans van de onder toezichtstaande onderneming en blijven dus buiten beschouwing.

Geconsolideerde toepassing: om te bepalen wat de omvang van de materiële concentratie van exposures op een land met een niet verwaarloosbaar landenrisico is, worden de uitzettingen verminderd met het totaal van de door de desbetreffende dochter zelfstandig (extern, buiten de groep waartoe zij behoort) aangetrokken middelen. Indien zich een landenrisico-gebeurtenis, zoals gedefinieerd in de Beleidsregel, voordoet, is de in Nederland gevestigde onder toezichtstaande onderneming voor wat betreft die dochteronderneming immers nog slechts blootgesteld aan het betreffende landenrisico verbonden aan de directe exposures op de dochteronderneming. De door de dochteronderneming verstrekte kredieten worden immers voor het andere deel “gedekt” door de aldaar gefourneerde financiering.

Toelichting – solo

In onderstaand voorbeeld is voor het solotoezicht op de moeder slechts van belang dat de onderneming een kapitaalparticipatie heeft en een lening verstrekt aan de dochteronderneming die zich bevindt in een land met een niet verwaarloosbaar risico. Het bruto exposure waarop de Beleidsregel van toepassing is, is 300. Dit laat onverlet de vraag of van de overige 2700 aan uitzettingen van de moeder, exposures deel uitmaken die (opgeteld bij de exposures op de dochteronderneming) voldoen aan thresholds van de Beleidsregel.

Swipe onderstaande tabel om meer kolommen te zien.
Moeder Dochter A
Participatie in A 100 EV 1000   Kredieten 1000 EV 100
Lening aan A 200 VV 2000       Lening van M 200
Overig 2700           Overig VV 700
                 
  3000   3000     1000   1000

Toelichting – geconsolideerd

Ook dient de onder toezichtstaande onderneming op geconsolideerde basis aan de Beleidsregel te voldoen. De balans ziet er dan als volgt uit. Op het eerste gezicht zou het bruto exposure waarop de Beleidsregel van toepassing is, 1000 zijn (wederom laat dit onverlet in hoeverre de 2700 is blootgesteld aan niet verwaarloosbaar landenrisico in de betekenis van de Beleidsregel). Echter, omdat de dochteronderneming voor 700 lokaal financiering aantrekt, kan dat deel van de uitzettingen dat door lokale financiering wordt gedekt, buiten beschouwing blijven. Ook hier is het bruto exposure dus 300.

Swipe onderstaande tabel om meer kolommen te zien.
Geconsolideerd
Kredieten M 2700 EV 1000
Kredieten A 1000 VV_M 2000
    VV_A 700
       
  3700   3700

Om duidelijk te maken dat van de bruto exposures slechts dat deel mag worden afgetrokken dat door de dochteronderneming in hetzelfde land als waar de exposures betrekking op hebben wordt gefinancierd, dient het volgende voorbeeld. Dochter A bevindt zich in een land met een niet verwaarloosbaar landenrisico. D.w.z. de exposures op dat land zijn onderhevig aan de Beleidsregel. Een tweede dochter van de onder toezichtstaande instelling, dochter B, verstrekt een deel van de financiering van dochter A.

Swipe onderstaande tabel om meer kolommen te zien.
Moeder   Dochter A            
Particpatie in A 100 EV 1000   Kredieten 1000 EV 100
Lening aan A 200 VV 2000       Lening van M 200
Particpatie in B 50           Lening van B 40
Lening aan B 75              
Overig 2575           OverigeVV 660
                 
  3000   3000     1000   1000
          Dochter B      
          Lening aan A 40 EV 50
          Kredieten 360 Lening aan M 75
              Overige VV 275
            400   400

De geconsolideerde balans van bovenstaande situatie ziet er als volgt uit. Nu een deel van de door dochter A verleende kredieten aan partijen in een land met een niet verwaarloosbaar landenrisico wordt gefinancierd door dochter B, is de portie lokaal gefinancierde exposures kleiner en het bruto exposure voor het landenrisico op basis van de geconsolideerde balans dus groter (340 i.p.v. 300, uiteraard wederom onafhankelijk van de vraag in hoeverre de overige uitzettingen van 2575 (M) en 360 (B) zijn blootgesteld aan een land met een niet verwaarloosbaar risico[1]). De financiering die door dochter B aan dochter A is verstrekt mag niet in aftrek worden genomen ter bepaling van het door A gelopen brutorisico. Indien een landenrisico-gebeurtenis zich voordoet, kan niet met zekerheid worden gezegd dat dochter A deze verplichtingen aan B kan nakomen en mitsdien kan dit effect hebben op de geconsolideerde balans van de onderneming.

Swipe onderstaande tabel om meer kolommen te zien.
Geconsolideerd
Kredieten M 2575 EV 1000
Kredieten A 1000 VV_M 2000
Kredieten B 360 VV_A 660
    VV_B 275
       
  3935   3935

_______
[1] De kredieten ter grootte van 360 veronderstellen we gedaan door dochter B in het land waar dochter B zich bevindt. Daarvan is gegeven dat dit land niet valt onder het bereik van de Beleidsregel.

Ontdek gerelateerde artikelen