Antwoord:
Ja. Een pensioenfonds kan voor de premieregeling (DC-regeling) een andere risicohouding vastleggen dan voor de uitkeringsregeling (DB-regeling) die het ook uitvoert. De risicohouding voor een DC-regeling en voor een DB-regeling komt tot uitdrukking in andere maatstaven.
Toelichting:
De risicohouding voor een DB-regeling komt tot uitdrukking in andere maatstaven dan voor een DC-regeling of een variabele uitkering (zie artikel 1a Besluit FTK). De risicohouding wordt namelijk voor beide typen regelingen op een andere wijze kwantitatief ingevuld in artikel 1a, lid 2 en 3 Besluit FTK. Dit geldt ook als het pensioenfonds ervan uit gaat dat de grondhouding ten aanzien van beleggingsrisico voor beide groepen deelnemers vergelijkbaar is. Daarnaast speelt een rol dat het beleggingsrisico in een DB- of een DC-regeling leidt tot een andere variabiliteit in de (verwachte) uitkering. Het is daarom passend om een eigen risicohouding vast te leggen voor een DC-regeling (of variabele uitkering).
Overigens blijkt uit zowel artikel 1a Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen als artikel 14d van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling, dat indien sprake is van een pensioenuitvoerder met meerdere toedelingskringen, de risicohouding ook per toedelingskring moet worden vastgelegd.