Factsheet onder voorwaarden mogen afzien van de jaarlijkse haalbaarheidstoets

WTP Factsheet

Pensioenfondsen die de intentie hebben om in te varen naar het nieuwe pensioenstelsel hoeven gedurende de transitieperiode de jaarlijkse haalbaarheidstoets niet uit te voeren. In het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen is onder meer geregeld dat een pensioenfonds een jaarlijkse haalbaarheidstoets uitvoert. Deze jaarlijkse haalbaarheidstoets geeft inzicht in de samenhang tussen de financiële opzet, het verwachte pensioenresultaat en de risico’s die daarbij gelden.  

Gepubliceerd: 08 april 2024

Laatste update: 14 juni 2024

Bekijk eerdere versies in het archief

In de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel kan het voor pensioenfondsen minder relevant zijn om de jaarlijkse haalbaarheidstoets uit te voeren. Het kan wenselijk zijn om in aanloop naar het transitiemoment onder voorwaarden van de verplichting te kunnen afwijken.  

Pensioenfondsen kunnen afzien van het indienen van een jaarlijkse haalbaarheidstoets tot het einde van de transitieperiode, indien het pensioenfonds voldoet aan onderstaande voorwaarden: 

  • naar verwachting volledig zal invaren; en 
  • naar verwachting geen flexibele premieregeling met een vastgestelde uitkering uit zal voeren na invaren.

Het afwijken van de verplichting om de haalbaarheidstoets uit te voeren geldt in de jaren waarin een pensioenfonds de verwachting heeft om alle pensioenaanspraken en -rechten in te varen naar het nieuwe pensioenstelsel. Pensioenfondsen die de intentie hebben om in te varen naar het nieuwe pensioenstelsel, moeten dit uiterlijk per 1 januari 2028 hebben voltooid.  

Pensioenfondsen die niet volledig invaren of wel volledig invaren maar naar verwachting een vastgestelde uitkering gaan uitvoeren, dienen wel een jaarlijkse haalbaarheidstoets in te dienen. DNB hanteert voor fondsen die niet volledig invaren als uitgangspunt dat een fonds dan de jaarlijkse haalbaarheidstoets modelleert op de bestaande regeling of het onderdeel daarvan dat niet wordt ingevaren. Pensioenfondsen die volledig invaren maar naar verwachting onmiddellijk ook een vastgestelde uitkering uitvoeren (in de flexibele premieregeling) zullen op basis van onderbouwde aannames de jaarlijkse haalbaarheidstoets opstellen. 

Pensioenfondsen die kunnen afzien van het indienen van de jaarlijkse haalbaarheidstoets hoeven hiervoor geen voorafgaande toestemming of ontheffing bij DNB te vragen.  

DNB verzoekt pensioenfondsen die een flexibele premieregeling gaan uitvoeren om voor 1 juli 2025 hun accounttoezichthouder te informeren als zij voldoen aan de voorwaarden voor de uitzondering op de plicht om een haalbaarheidstoets uit te voeren. Voor deze pensioenfondsen kan DNB dan de verplichting om een haalbaarheidstoets in te dienen via het Digitaal Loket Rapportages (DLR) laten vervallen. Pensioenfondsen die alleen een solidaire premieregeling gaan uitvoeren hoeven zich niet te melden bij DNB. Voor deze fondsen vervalt de verplichte rapportagestaat voor de jaarlijkse haalbaarheidstoets automatisch. Het vervallen van de verplichting geldt ook voor toekomstige jaren tot aan de transitiedatum.  

Pensioenfondsen die niet voldoen aan de bovengenoemde voorwaarden kunnen niet afzien van het indienen van de jaarlijkse haalbaarheidstoets en zullen de haalbaarheidstoets tijdig moeten indienen. 

Update

  • Per 25 juni 2025: de factsheet is aangepast in lijn met de wijziging van de Ministeriële regeling 
  • Per 1 juli 2024: de factsheet is aangepast in lijn met de wijziging van de Ministeriële regeling. 
  • Per 16 juni 2024: de uitgangspunten die DNB hanteert, zijn verder toegelicht. 

Ontdek gerelateerde artikelen