Hieronder wordt een overzicht gegeven van de richtsnoeren en aanbevelingen die de Europese toezichthoudende autoriteiten hebben vastgesteld ten behoeve van een geharmoniseerde toepassing van het Unierecht, voor zover het regels betreft voor financiële ondernemingen waarvan het toezicht op de naleving van die regels in Nederland berust bij De Nederlandsche Bank.
Binnen twee maanden nadat een richtsnoer of aanbeveling is gegeven, bevestigt elke bevoegde autoriteit of zij daaraan voldoet of voornemens is daaraan te voldoen. Wanneer een bevoegde autoriteit daaraan niet voldoet of niet voornemens is daaraan te voldoen – in de regel omdat de nationale wetgeving dat verhindert – stelt zij de desbetreffende Europese toezichthoudende autoriteit daarvan in kennis, met opgave van de redenen – de ‘comply or explain procedure’. In onderstaand overzicht zijn de richtsnoeren en aanbevelingen weergegeven waaraan DNB voldoet, tenzij nadrukkelijk anders is vermeld.
In het overzicht is bij elke richtsnoer of aanbeveling verder aangegeven: de grondslag in de onderliggende Europese Richtlijn of Verordening, de grondslag in de Nederlandse regelgeving, en de datum waarop de Richtsnoer of aanbeveling van toepassing is.
Wanneer de bevoegde autoriteiten hebben aangegeven te voldoen aan een richtsnoer of aanbeveling, spannen zij, en de financiële ondernemingen tot wie de richtsnoer of aanbeveling is gericht, zich tot het uiterste in om aan de richtsnoer of aanbeveling te voldoen1.
Let op: Dit overzicht wordt frequent geüpdatet, maar het kan zo zijn dat de huidige versie niet volledig up-to-date is. De datum die op het overzicht staat geeft aan wanneer het voor de laatste keer is bijgewerkt.
[1] Dit is vastgelegd in artikel 16, derde lid, van de oprichtingsverordeningen van de ESA’s - (EU) Nr. 1093/2010 (EBA), (EU) Nr. 1094/2010 (EIOPA) en (EU) Nr. 1095/2010 (ESMA) – en bevestigd door het Europese Hof van Justitie in haar arrest van 15 juli 2021 inzake een geschil tussen de Fédération bancaire française en de Autorité de contrôle prudentiel et de résolution – ECLI:EU:C:2021:599. Daarin bevestigt het Hof niet alleen dat, hoewel de EBA richtsnoeren niet bindend zijn, toezichthoudende autoriteiten en financiële ondernemingen alles in het werk moeten stellen om hieraan te voldoen (punt 43 en 48), maar ook dat van nationale rechtbanken wordt verwacht dat zij EBA-richtlijnen in overweging nemen bij het oplossen van zaken (punt 71 van het arrest).