Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Reikwijdte betaaldienstverlening - niet op zichzelf staande betaaltransacties

Q&A

Gepubliceerd: 11 februari 2019

Bekijk eerdere versies in het archief

Vraag:

Is sprake van het bedrijf maken van het verlenen van betaaldiensten als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, wanneer een entiteit betalingstransacties uitvoert voor rekening van cliënten als onderdeel van andere – niet met het verlenen van betaaldiensten samenhangende – bedrijfsactiviteiten van die entiteit?

Antwoord:

Van “het bedrijf maken van het verlenen van betaaldiensten” is uitsluitend sprake wanneer sprake is van voor rekening van een betaler of begunstigde verleende betaaldiensten als een zelfstandig identificeerbare activiteit. Dat wil zeggen: een op zichzelf staande activiteit, niet onlosmakelijk verbonden met een andere, niet met het verrichten van betaaldiensten verband houdende, activiteit.

Van het bedrijfsmatig aanbieden van betaaldiensten als een zelfstandig identificeerbare activiteit is in ieder geval geen sprake in de volgende gevallen:

  • notarissen – notarissen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Wet op het notarisambt, voor zover zij de geldmiddelen aanhouden op een rekening als bedoeld in artikel 25 van de Wet op het notarisambt;
  • gerechtsdeurwaarders – gerechtsdeurwaarders als bedoeld in artikel 1, aanhef en onderdeel d, van de gerechtsdeurwaarderswet, voor zover zij geldmiddelen aanhouden op een rekening als bedoeld in artikel 19 van de gerechtsdeurwaarderswet;
  • advocaten – stichtingen derdengelden die als enige activiteit hebben het tijdelijk beheer van geldmiddelen ten behoeve van rechthebbenden en uitsluitend werkzaam zijn voor advocaten die niet zelf gerechtigd zijn tot de geldmiddelen, hetgeen uit een schriftelijke overeenkomst tussen de desbetreffende stichtingen en de betrokken advocaten blijkt; en
  • fiscaal vertegenwoordigers – fiscaal vertegenwoordigers aan wie een algemene vergunning of een beperkte vergunning is verleend als bedoeld in artikel 24c, vierde en vijfde lid van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968, voor zover zij in hun hoedanigheid van fiscaal agent geldmiddelen aanhouden