Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Inlichtingenbevoegdheid Wft

Factsheet

Gepubliceerd: 01 januari 2007

Bekijk eerdere versies in het archief

Op basis van artikel 5:16 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) hebben toezichthouders een algemene bevoegdheid om inlichtingen te vorderen. Het artikel zelf brengt geen beperking aan van wie inlichtingen kunnen worden gevorderd: in beginsel kunnen inlichtingen dan ook van een ieder worden gevorderd.

Het evenredigheidsbeginsel brengt echter met zich mee dat de inlichtingenbevoegdheid niet onder alle omstandigheden jegens een ieder kan worden uitgeoefend: de toezichthouder maakt van de bevoegdheid slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. Dit is bepaald in artikel 5:13 van de Awb.

Medewerkingsplicht

Om het mogelijk te maken dat toezichthouders de inlichtingenbevoegdheid daadwerkelijk kunnen effectueren is er in artikel 5:20 van de Awb een medewerkingsplicht opgenomen. Binnen door de toezichthouder gestelde redelijke termijn is een ieder verplicht alle medewerking te verlenen aan de toezichthouder die deze redelijkerwijs kan vorderen. De medewerkingplicht geldt alleen als deze verband houdt met de uitoefening van de (wettelijke toegekende) toezichtbevoegdheid.

Wie kunnen inlichten vorderen?

Op grond van de Awb kan een toezichthouder inlichtingen vorderen. Deze toezichthouders zijn voor DNB de daartoe aangewezen personen in het Besluit aangewezen toezichthouders DNB.
Daarnaast kan DNB op grond van artikel 1:74 van de Wft als bestuursorgaan inlichtingen vorderen.