Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Blog Maarten Gelderman - Is ons toezicht te streng?

Blog

Gepubliceerd: 04 juni 2021

Maarten Gelderman

Maarten Gelderman, divisiedirecteur Toezicht Beleid bij DNB, gaat in op de vraag of ons toezicht te streng is. Dat doet hij door een parallel te trekken met de maximumsnelheid op de weg.

Is ons toezicht te streng? Om meteen het enigszins verrassende antwoord op deze vraag te geven: ja, in een aantal gevallen zijn onze eisen te streng. Helaas zijn diezelfde eisen in een aantal gevallen juist niet streng genoeg. Ik zal proberen dat toe te lichten met een van onze belangrijkste toezichtinstrumenten: kapitaaleisen. Met kapitaaleisen verplichten we financiële instellingen een minimale hoeveelheid eigen vermogen aan te houden. Zo houden we bij verliezen klanten en de belastingbetaler uit de wind en zorgen we dat de verschaffers van risicodragend kapitaal, de aandeelhouders, als eerste eventuele tegenvallers opvangen.

Max Verstappen

Die kapitaaleisen kan je vergelijken met de maximale snelheid. In Nederland is die overdag op de snelweg 100 kilometer per uur. Voor Max Verstappen is dat veel te streng. Hem kan je waarschijnlijk zonder problemen 160 of nog sneller laten rijden. Voor mijn opa, die tot op zeer hoge leeftijd auto is blijven rijden, en zich altijd exact aan de maximumsnelheid hield en dus ook geen kilometer langzamer reed, was een maximum van 80 kilometer per uur veel veiliger.

Nu is het natuurlijk vervelend voor de Max Verstappens van de financiële sector dat ze ook maar 100 mogen rijden. Daar is wat op gevonden. In de internationale regels die bekend staan onder de naam Solvency II (voor verzekeraars) en Bazel II (voor banken) is het gebruik van interne modellen geïntroduceerd. Financiële instellingen met een intern model mogen zelf uitrekenen hoe hard ze nog veilig kunnen rijden, oftewel hoeveel eigen vermogen ze aan moeten houden. Ze hoeven zich dan niet meer aan de standaardeis te houden.

Snelheidsbegrenzer

Nu denken de meeste mensen dat zij beter auto kunnen rijden dan al die andere weggebruikers. Ook banken bleken hun eigen ‘maximumsnelheid’ met die modellen te overschatten en dat wordt als een van de oorzaken van de financiële crisis van 2008 gezien. Om dat probleem op te lossen heeft de regelgever iets nieuws bedacht. In de opvolger van Bazel II wordt een vloer geïntroduceerd, een soort snelheidsbegrenzer. Uiteindelijk levert een intern model dan maximaal 27,5% voordeel op ten opzichte van de standaardeis. De maximumsnelheid in de financiële sector is daarmee niet voor iedereen gelijk; de Max Verstappens mogen nog steeds sneller rijden dan de rest, maar niet onbeperkt. Bijkomend voordeel is dat het voor kleinere banken, die vaak geen intern model hebben, weer wat gemakkelijker wordt te concurreren met de grote jongens. Een snelweg waarop bezitters van Duitse bolides het gaspedaal diep mogen indrukken, maar bestuurders van een gewone middenklasser het rustig aan moeten doen is per slot van rekening ook niet helemaal eerlijk.

Vrachtwagens

Ook op andere terreinen helpt de vergelijking met maximumsnelheden. Voor personenauto’s is die weliswaar 100 kilometer per uur, maar vrachtwagens mogen slechts 80. Een losse vrachtwagen kan ongetwijfeld heel verantwoord 100 rijden, maar met het grote gewicht is de remweg langer en de schade bij een ongeluk veel groter. Op vergelijkbare wijze vragen we van grotere banken extra eigen vermogen. De individuele instelling zal dat te streng vinden. Voor de medeweggebruikers, het financieel systeem als geheel, is het wel veiliger.

We kunnen de vergelijking nog wat verder doortrekken. De maximumsnelheid is tegenwoordig 100 kilometer per uur, maar was niet zo lang geleden op veel plaatsen 120 of zelfs 130. Die verlaging is niet doorgevoerd omdat individuele automobilisten onveilig snel reden, maar omdat we als land te veel stikstofoxiden en andere gassen uitstootten. Ook de bancaire regels bieden de mogelijkheid om strengere eisen op te leggen wanneer er bijvoorbeeld sprake is van overmatige kredietverlening die het hele stelsel in gevaar brengt.

Dronken automobilist

De andere kant van de medaille, eisen die te laag zijn, kent ook een parallel met verkeersregels. Affaires zoals we die recent hebben gezien bij Wirecard en Greensill laten zich vergelijken met een dronken automobilist voor wie iedere maximumsnelheid te hoog is. Wat in de praktijk vaker voorkomt, zijn bedrijfsmodellen die zeker niet ‘bezopen‘ zijn, maar die wel risico’s kennen waar de standaardregels niet goed voor werken. Gelukkig houdt dit soort instellingen vaak meerdere malen het minimaal vereiste eigen vermogen aan omdat ze — soms na een klein duwtje van de toezichthouder — zelf ook wel zien dat de eisen niet streng genoeg zijn. In termen van maximumsnelheid een bijzonder transport of een tractor die met 20 kilometer per uur voort puft.

Hoe het ook zij. Als we auto-ongelukken volledig willen vermijden, moet de maximumsnelheid zoveel omlaag dat autorijden weinig zinvol wordt, we kunnen niet allemaal 20 gaan rijden omdat er ook ouderwetse tractoren zijn. Ook ongelukken in de financiële sector kan je nooit helemaal uitsluiten, maar wel voor een heel groot deel tegengaan met een verantwoorde maximumsnelheid. En ja, dan zal er altijd geklaagd worden dat het toezicht te streng is. Net zoals veel automobilisten ook graag het gaspedaal iets dieper in zouden drukken dan toegestaan.

Lees ook de eerdere blog van Maarten: Mag een toezichthouder Bloggen?

Maarten Gelderman

Maarten Gelderman

Divisiedirecteur

Toezicht

Ontdek gerelateerde artikelen