Lage rente

De rente in het eurogebied is historisch laag. Bij De Nederlandsche Bank (DNB) verwachten we dat dit nog lange tijd zo blijft. Sinds de jaren tachtig is de rente sterk verder gedaald. Onderzoeken laten zien dat de rente zelfs al eeuwenlang een neerwaartse trend kent. Wat betekent de lage rente in de praktijk en wat merken wij ervan in ons dagelijks leven?
Wat is rente?
Rente is de vergoeding die banken, bedrijven of huishoudens elkaar rekenen voor het lenen of sparen van geld. De verhouding tussen vraag en aanbod op de markt naar leningen en besparingen (beleggingen en spaargeld) bepaalt de hoogte van de rente. Als er veel aanbod van besparingen is of weinig vraag naar leningen is de rente laag. Veranderingen in de verhouding tussen deze twee hangen samen met langjarige trends waar de Europese Centrale Bank (ECB) geen invloed op heeft. Globalisering, vergrijzing en toenemende voorzichtigheid van consumenten en bedrijven hebben ertoe geleid dat het aanbod van besparingen wereldwijd is toegenomen. De coronacrisis heeft de spaarneiging nog versterkt. Door minder overheidsinvesteringen en een toename van het aandeel van dienstensector is de vraag naar leningen gedaald. Voor de dienstensector (zoals advocaten, loodgieters en ICT-bedrijven) zijn namelijk minder investeringen nodig dan voor bijvoorbeeld de industrie. Samen met de gedaalde inflatie verklaart dit waarom de rente geleidelijk is gedaald. Om economische groei en inflatie te bevorderen is het monetaire beleid van de ECB al enige tijd zeer ruim, waardoor de rente nog wat verder is gedaald. In de coronacrisis heeft de ECB verdere maatregelen genomen om de monetaire condities ruim te houden. Dat de rente historisch laag is betekent veel. Voor ons spaargeld, onze hypotheek en ons pensioen.

Wat merken we van de lage rente?
De lage rente is iets waar we allemaal direct of indirect mee te maken hebben. Dit zijn enkele voorbeelden van wat we merken van een lage rente:
- Sparen levert door de lage spaarrente minder op, maar het lenen van geld voor bijvoorbeeld de aankoop van een huis is dan wel weer goedkoper.
- Omdat geld lenen zo goedkoop is geworden, zijn hypotheekbedragen en daarmee ook de prijzen van huizen sterk gestegen. Ook investeerders zijn meer geïnteresseerd in het kopen van huizen, omdat de rente op bijvoorbeeld spaargeld is teruggelopen. De rente biedt aan de andere kant het kabinet ook de kans om de hypotheekrenteaftrek relatief pijnloos af te bouwen.
- Een lage rente maakt sparen voor het pensioen duurder omdat ook pensioenfondsen bij een lage rente structureel minder kunnen verdienen op hun beleggingen. Hoewel pensioenfondsen de afgelopen jaren ook hebben geprofiteerd van bijvoorbeeld gestegen beurskoersen, is de dekkingsgraad van veel fondsen per saldo toch verslechterd omdat hun pensioenverplichtingen harder in waarde stegen. Hierdoor kunnen ze de pensioenen niet laten meestijgen met de hogere kosten voor levensonderhoud (indexeren). Er bestaat zelfs het risico dat ze de pensioenen moeten verlagen.
- De overheid heeft meer ruimte in de begroting. De overheid betaalt minder rentelasten en kan daarom goedkoop schulden herfinancieren en nieuwe schulden aangaan.
- Banken merken meestal dat er meer vraag is naar leningen en kredieten. Wel kan het zijn dat zij op den duur minder rente-inkomsten ontvangen van deze leningen dan dat ze moeten uitbetalen aan rente op spaarrekeningen.
De gevolgen van een langdurig lage rente op een rij
In het kort zijn dit de gevolgen van een langdurig lage rente:
- Investeren wordt voor bedrijven aantrekkelijker.
- Huishoudens kunnen goedkoper leningen afsluiten voor hun woning of andere uitgaven.
- Huizenprijzen stijgen, net als bijvoorbeeld aandelen.
- De overheid heeft meer ruimte om uitgaven te doen.
- Sparen levert minder op.
- Pensioenfondsen en verzekeraars hebben minder geld om pensioenen en verzekeringen uit te betalen.
Wat betekent het voor de toekomst?
De lage rente levert veel vragen op. Hoe gaan we om met de hoge huizenprijzen en de druk op de pensioenfondsen? Wat betekent de lage rente voor de begrotingsruimte van de overheid? En hoe ver kan de rente nog verder dalen? De ECB beoordeelt momenteel de aanpak van het monetaire beleid waarin al deze vragen aan de orde komen.
Lage rente
Een lage rente maakt sparen voor het pensioen duurder, omdat ook pensioenfondsen bij een lage rente structureel minder kunnen verdienen op hun beleggingen. Hoewel pensioenfondsen de afgelopen jaren ook hebben geprofiteerd van bijvoorbeeld gestegen beurskoersen, is de dekkingsgraad van veel fondsen per saldo toch verslechterd omdat hun pensioenverplichtingen harder in waarde stegen. Hierdoor kunnen ze de pensioenen niet laten meestijgen met de hogere kosten voor levensonderhoud (indexeren). Er bestaat zelfs het risico dat ze de pensioenen moeten verlagen.
Door de langdurig lage rent wordt voor banken de druk groter om negatieve spaarrentes te introduceren. Als ze dat niet doen, dan teren ze mogelijk in op hun rentemarge. Aan de andere kant vormen spaardeposito’s een stabiele bron van financiering voor banken. Het invoeren van een negatieve rente voor alle spaarrekeningen is dan ook een forse stap voor banken. DNB bepaalt de spaarrente niet. Dat doen de commerciële banken zelf. Een bank kan verschillende rentetarieven hanteren voor verschillende groepen klanten. De spaarrente voor klanten met maximaal EUR 100.000 is op dit moment niet negatief. Soms gelden er wel negatieve spaarrentes voor klanten met grotere spaartegoeden.
De verhouding tussen vraag en aanbod op de markt naar leningen en besparingen (beleggingen en spaargeld) bepaalt de hoogte van de rente. Als er veel aanbod van besparingen is of weinig vraag naar leningen is de rente laag. Veranderingen in de verhouding tussen deze twee hangen samen met langjarige trends waar de Europese Centrale Bank (ECB) weinig of geen invloed op heeft. Denk aan globalisering, vergrijzing en toenemende voorzichtigheid van consumenten en bedrijven. Hierdoor is het aanbod van besparingen wereldwijd toegenomen. De coronacrisis heeft de spaarneiging nog versterkt. Door minder investeringen en een toename van het aandeel van dienstensector in de economie is de vraag naar leningen gedaald. Samen met de gedaalde inflatie verklaart dit waarom de rente geleidelijk is gedaald.
Cookie-instellingen
DNB maakt gebruik van cookies
Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.