Bron: IMF, Wereldbank, DNB
Meer invloed voor opkomende economieën
De quota-verdubbeling maakt ook een verschuiving in quota-aandelen richting opkomende economieën mogelijk. Het quotum dat een land bij het IMF moet inleggen bepaalt namelijk het stemgewicht. Opkomende economieën zijn in de afgelopen decennia snel gegroeid en spelen een grotere rol in de wereldeconomie. Dit kwam echter onvoldoende tot uiting in de verhoudingen binnen het IMF, waar de VS en Europese landen dominant zijn. De hervormingen brengen de stemverdeling beter in balans. China ziet bijvoorbeeld zijn stemgewicht toenemen van 4 naar 6,4 procent en wordt daarmee het op twee-na-grootste lid van het Fonds. Hoewel het Nederlandse stemgewicht iets afneemt, behoort het nog altijd tot de invloedrijkste landen binnen het IMF.
Flexibelere maar ook veiligere leenvoorwaarden
De VS heeft bereikt dat de hervormingen van het IMF gepaard gaan met een wijziging van de regels waaronder wordt besloten over leningen aan landen in financiële problemen. Nederland steunt deze aanpassingen.
Tijdens de crisis is gebleken dat niet altijd met grote zekerheid kan worden vastgesteld of sprake is van houdbare overheidsfinanciën. Tot 2010 mocht het IMF alleen omvangrijke leningen verstrekken aan landen waar met grote zekerheid sprake was van schuldhoudbaarheid. Was dit niet het geval, dan moest eerst de houdbaarheid volledig hersteld worden, bijvoorbeeld via een schuldherstructering waarmee de hoofdsom of de rente op uitstaande schuld met een bepaald percentage wordt verlaagd. In 2010 concludeerde het IMF dat dit beleid te star was voor landen waar de schuldhoudbaarheid een twijfelpunt is. Een herstructurering heeft namelijk grote consequenties en moet niet onnodig toegepast worden. Er kwam daarom een uitzondering voor situaties waarbij een herstructurering tot systeemrisico’s leidt. Dit nieuwe beleid had echter als nadeel dat de uitzondering neerkwam op een voorkeursbehandeling van landen van wie de staatsschuld zo groot is dat herstructurering tot systeemrisico’s leidt. Daarnaast bevatte de uitzondering geen bijkomende voorwaarden ter bescherming van het IMF en creëerde deze een ontsnappingsroute voor private crediteuren.
De uitzonderingsregel is nu vervangen door een algemene mogelijkheid om IMF-financiering te verstrekken in het geval een land zich in het grijze gebied bevindt. Dit mag echter alleen gebeuren indien private crediteuren aan boord blijven – bijvoorbeeld via looptijdverlenging van obligaties – of andere officiële crediteuren steun bieden. De schuldhoudbaarheid kan zodoende te allen tijde verbeterd worden. Het raamwerk is eerlijker omdat het van toepassing is op alle landen en beleggers in overheidsschuld de dans niet zomaar meer kunnen ontspringen. Voor het IMF zijn de leenvoorwaarden veiliger omdat vooraf zeker wordt gesteld dat andere partijen financiering blijven verstrekken en de risico’s kunnen opvangen.
Meer aanpassingen in het vooruitzicht
De moderniseringsslag van het IMF is echter nog niet klaar. Zo heeft Europa eerder toegezegd twee zetels in het IMF- bestuur in te leveren om plaats te maken voor opkomende economieën. Nederland en België hebben in 2012 al een grote stap gezet door hun stoelen te laten fuseren. Ook de Scandinavische landen en Zwitserland hebben binnen hun kiesgroepen een bijdrage geleverd. Andere Europese landen moeten nu het resterende deel van de stoelenreductie leveren. Verder gaat het IMF de komende tijd opnieuw beoordelen of de fondsomvang en quota-verdeling toereikend is. Het IMF blijft zodoende werken aan een toekomstbestendig vangnet dat een weerspiegeling vormt van mondiale economische krachtsverhoudingen.