De minister van Financiën heeft eerder aangekondigd in gesprek te gaan met stakeholders over de wenselijkheid en haalbaarheid van een verzekeringsgarantiestelsel (Insurance Guarantee Scheme, IGS) in Nederland. Een IGS garandeert de waarde van verzekeringspolissen tot een bepaald maximum, zoals het depositogarantiestelsel (DGS) een deel van het spaargeld veiligstelt, en streeft ernaar polissen door te laten lopen. Het is als het ware een verzekering van de verzekeringspolis. In tegenstelling tot ons omringende landen, heeft Nederland geen IGS.
Een IGS kan op verschillende manieren vormgegeven worden. Belangrijke keuzes gaan over welke verzekeringspolissen gedekt worden, de manier waarop het bescherming biedt, de hoogte van de garantie, en de wijze van financiering. Deze keuzes bepalen de haalbaarheid en betaalbaarheid.
Bescherming van polishouders
Het ligt voor de hand om in ieder geval die verzekeringen te dekken, waarbij polishouders in financiële problemen kunnen komen als hun verzekeraar faalt. Dat zijn langlopende verzekeringen die voor polishouders belangrijk zijn voor pensioenopbouw, of waarvan de uitkeringen noodzakelijk kunnen zijn voor levensonderhoud: levensverzekeringen (inclusief collectieve pensioenverzekeringen), inkomensverzekeringen en uitvaartverzekeringen. Voor schade- en zorgverzekeringen zijn er in de wet al andere oplossingen geregeld, die polishouders beschermen tegen grote verliezen bij een faillissement van de verzekeraar.*
*Dit zijn het Waarborgfonds voor Motor-WA verzekeringen, de verevening via het Zorgverzekeringsfonds voor restitutiepolissen en de wettelijke voorrangspositie van polishouders die al recht hebben op een uitkering van hun schadepolis.
Een IGS kan op drie manieren voor waardebehoud en continuïteit van verzekeringspolissen zorgen:
- aanvullende financiering ter beperking van korting van polishouders bij een verkoop of doorstart van de falende verzekeraar;
- het aanvullen van de uitkeringen aan polishouders tijdens het uitdienen van de polis (een run-off); en
- compensatie voor verliezen van polishouders na liquidatie van de verzekeraar in faillissement.
Door de middelen van een IGS inzetbaar te maken voor al deze drie functies kan het flexibel en doelmatig worden ingezet. Indien de portefeuille van een verzekeraar lastig te verkopen is, kan ervoor gekozen worden om bestaande polissen door te laten lopen tot het einde van het contract, en geen nieuwe polissen meer af te sluiten. Dit wordt in verzekeringsjargon een ‘run-off’ genoemd. Indien er onvoldoende middelen zijn voor een volledige uitkering aan polishouders, kan het IGS deze aanvullen. Het keert in zo’n geval kleinere bedragen uit gedurende de resterende looptijd van de polissen, en niet een groot bedrag in één keer, zoals bij een verkoop of liquidatie in faillissement. Dat maakt opvang van een grote levensverzekeraar met een groot tekort beter financierbaar, omdat de kosten over een langere periode (van soms tientallen jaren) gespreid worden (Figuur 1).