Drie aanbevelingen voor de overheid
De uitkomsten van de enquête en ons onderzoek geven duidelijk inzichten voor het beleid van de overheid om huizen verder te verduurzamen. We doen daarom drie aanbevelingen: richt het beleid in eerste instantie op de minst duurzame huurwoningen van financieel kwetsbare huishoudens. Daar is de meeste winst te behalen. Verbeter ook de informatievoorziening over verduurzamingsmogelijkheden en de financiering voor huiseigenaren. En geef zo snel mogelijk duidelijkheid over de duur en werking van de compensatie van de hoge energierekening, want dit kan ervoor zorgen dat huiseigenaren eerder bereid zijn in verduurzaming te investeren.
Aanbeveling 1: Kijk eerst naar minst duurzame huurwoningen
Omdat arbeidskrachten en materialen voor verduurzaming schaars zijn, is het verstandig bij verduurzaming van de huurmarkt voorrang te geven aan de financieel meest kwetsbare huishoudens in de minst duurzame woningen. Dat kan bijvoorbeeld door corporatiewoningen met de slechtste energielabels als eerste aan te pakken. Uit onze DNB-analyse blijkt dat deze kwetsbare huishoudens geconcentreerd zijn in bepaalde gemeenten. Deze huishoudens kunnen op korte termijn ook met kleine maatregelen aanzienlijke energiebesparingen realiseren. Meer inzet van zogenoemde Fix-teams kan daarbij helpen.
Aanbeveling 2: Verbeter de informatievoorziening
De enquêteresultaten duiden erop dat huishoudens onvoldoende op de hoogte zijn van wat nodig is om te verduurzamen en wat de mogelijkheden zijn. Vooral huishoudens met een relatief laag inkomen hebben hier minder weet van. Zij hebben minder zicht op hun energierekening, de energiezuinigheid van hun woning, de opties voor verduurzaming, de kosten en de financieringsmogelijkheden. Dit zijn de huishoudens die het meest in de problemen komen door de hoge energieprijzen, voor hen valt dus nog veel te winnen met betere informatievoorziening, bijvoorbeeld door energiecoaches.
Aanbeveling 3: Geef duidelijkheid over energieprijzen en compensatiemaatregelen
Huishoudens gaan er mogelijk vanuit dat ze door de overheid langdurig zullen worden gecompenseerd voor de hoge kosten van gas en elektriciteit. Naar schatting valt 85% van het energieverbruik van Nederlandse huishoudens onder het prijsplafond, wat de bereidheid tot verduurzaming vermindert. Het is daarom belangrijk dat de overheid tijdig duidelijkheid geeft over wie na 2023 nog compensatie krijgt. Door duidelijker te maken dat de energieprijzen voor de meeste huishoudens zeer waarschijnlijk nog langere tijd hoger zullen blijven dan vóór medio 2021, kan de investeringsbereidheid toenemen. Als de energieprijzen hoog blijven, lijkt - naast verduurzaming - enige vorm van compensatie onvermijdelijk. Het is daarbij wel belangrijk dat steun beter gericht is op huishoudens die financieel kwetsbaar zijn en het dus echt nodig hebben. Dit zorgt ervoor dat compensatiemaatregelen voor de overheid budgettair beheersbaar blijven en dat de prikkel tot verduurzaming niet onnodig wordt verminderd.
Lees meer over ons onderzoek in de Analyse: DNB Analyse - Isoleren en compenseren: reactie van huishoudens op de energiecrisis
Meer informatie: