"Samen kijken naar Nederland, naar de toekomst"
De kunstcollectie van De Nederlandsche Bank wordt steeds diverser en inclusiever. Eén van de kunstenaars waar we recent werk van aanschaften is Gilleam Trapenberg. “Ik wil een nieuw verhaal vertellen over de eilanden. Het is mijn beleving, mijn verhaal.”
Gepubliceerd: 30 juni 2023
De Nederlandsche Bank bood op 1 juli 2022 excuses aan voor het eigen slavernijverleden, nadat uit onafhankelijk historisch onderzoek bleek dat vroegere bestuurders in de periode van 1814 tot 1863 betrokken zijn geweest bij slavernij. Onze inzet op een diverse en inclusievere kunstcollectie is een van de maatregelen die we dit jaar namen om het bewustzijn over het trans-Atlantische slavernijverleden te vergroten.
Kunstenaar Gilleam Trapenberg (1991) maakte de foto Kant’i laman Nº 3, Aan het water Nº 3 (2022). DNB heeft deze foto uitgekozen ter ondersteuning van de berichtgeving over de maatregelen volgend op de excuses voor onze betrokkenheid bij het slavernijverleden. Een interview met Trapenberg.
Kan je meer vertellen over de foto: Kant’i laman Nº 3, Aan het water Nº 3 ?
“Op deze foto zie je een stel aan het water staan. De foto is vorig jaar gemaakt. Ik reed wat rond en kwam bij toeval een groep tieners tegen op een klein strandje aan de noordkust van Curaçao. Deze twee kijken samen naar de horizon. Het heeft iets hoopvols, iets optimistisch – iets dat ik daarvoor nog niet in mijn werk zag. Deze foto is onderdeel van een serie van jongeren bij dit uitkijkpunt. Kijkend – over het water uit – naar Nederland, naar de toekomst. Want daar, in het land van de voormalige kolonisator, ligt vandaag de dag voor veel jongeren de toekomst. Want als je op Curaçao bent geboren, dan heb je veel familieleden die naar Nederland zijn verhuisd. Als tiener sta je altijd voor de keuze: op Curaçao blijven of naar het buitenland gaan. Natuurlijk kan je in Curaçao blijven en daar studeren, maar het buitenland biedt vooralsnog meer mogelijkheden om echt iets van je leven te maken. Dit werk is dan ook symbolisch voor de toekomstdromen van veel tieners van Curaçao. En daar was ik zelf ook onderdeel van voordat ik, negentien jaar oud, naar Nederland verhuisde.”
Gilleam Trapenberg, Kant’i laman Nº 3 (2022); Gilleam Trapenberg, Aan het water Nº 3 (2022)
Je onderzoekt in je werk de relatie tussen voorstelling en beeldvorming in het Caribisch gebied. Kun je daar meer over vertellen?
“De relatie tussen voorstelling en beeldvorming in het Caribisch gebied is iets wat te relateren is aan de effecten van post-kolonialisme. Het gaat in mijn werk niet direct over het slavernijverleden. Maar het verleden speelt wel een rol in de beeldvorming. Ik haal inspiratie uit objecten en beelden uit het koloniale verleden. De laatste jaren krijgt dit verleden veel meer aandacht. Dat zie ik ook bij andere makers uit dit gebied. Vorig jaar heb ik het werk Nos Pais, Ons Land, gemaakt. Het werk is een assemblage van alles wat het koloniaal verleden van Curaçao voor mij was op dat moment: oude ansichtkaarten, postzegels, autostickers, alles kwam hier samen. Dat was de beeldcultuur. Vaak worden de eilanden afgebeeld als een utopisch paradijs. Dat wil ik doorbreken. Ik werk nu aan een project over mijn beeld van Curaçao. Hoe langer ik weg ben, hoe romantischer mijn beeld van het eiland. Ik ga elk jaar een paar maanden naar Curaçao en als ik daar ben, zie ik de rauwe randjes weer. Ik voel veel ambivalentie, een haat-liefdeverhouding. Het eiland dat ik heb achtergelaten, dat is er niet meer. Maar wat is het eiland wel? Wat is het thuisgevoel? Daar ben ik naar op zoek.”
Wat is jouw drijfveer achter het maken van je foto’s?
“Ik wil een nieuw verhaal vertellen over de eilanden. Er is niet één lineair verhaal over wat Curaçao is. In het verleden zag ik dat veel makers uit het buitenland hun verhaal vertelden in hun werken. Maar het is belangrijk dat ook mensen van de eilanden hun eigen verhalen vertellen. De balans daarin is belangrijk. Ik wil geen sec documentair project maken over Curaçao. Mijn werk was lange tijd melancholisch en redelijk gefocust op het verleden. Ik wilde kritisch zijn met mijn werk omdat ik dan ook kritisch ben op Curaçao. Naar mijn beleving is de tijd daar stil blijven staan, is er te weinig ontwikkeling. De afgelopen jaren, sinds ik deze foto’s bij het water nam, is mijn werk persoonlijker geworden. Ik ben nu meer bezig met de toekomst, meer associatief bezig. Mijn werk is fictiever, dichter bij de realiteit. Het is mijn beleving, het is mijn verhaal over mijn Curaçao. Het is het verhaal van iemand die in Curaçao geboren en getogen is en inmiddels twaalf jaar in Nederland woont. Dat verhaal wil ik met mijn werk overbrengen en daarmee het narratief verbreden en de dialoog aangaan over wat de eilanden nog meer zijn.”
Wat wil je de kijker meegeven uit jouw werk?
“Het verhaal van de eilanden is veel omvangrijker en rijker dan het platte verhaal van het exotische toeristenoord. Er speelt veel meer. De gewone, alledaagse dingen. Lange tijd wilde ik de dialoog aangaan met de anderen – Nederlanders, Europeanen – over de beeldvorming over de eilanden. Ik wilde ze een andere kant van de eilanden laten zien. Sinds kort wil ik dat mijn werk ook mensen aanspreekt die als kind vanuit de eilanden naar Nederland zijn vetrokken. In mijn nieuwe werk gaat het over mijn zoektocht. Ik ben benieuwd welke vorm het zal krijgen.”
Over Gilleam Trapenberg
Gilleam Trapenberg (1991) verhuisde op zijn negentiende van Curaçao naar Nederland. Hij studeerde in 2017 af aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. In het najaar van 2020 deed hij mee aan de groepstentoonstelling In the Presence of Absence in het Stedelijk Museum. In het fotografisch project This Surely Must Be Paradise combineerde hij portretten van kennissen en vrienden, beelden van landschappen en woonwijken op Sint Maarten, en panorama’s uit reisbrochures. In Foam had hij zijn eerste solotentoonstelling: Unbé t’aweró (‘Binnenkort zal het later zijn’ in het Papiaments).
Waarom dit interview?
De gevolgen van de trans-Atlantische slavernij werken 150 jaar na afschaffing, nog altijd door in de levens van de nazaten van tot slaaf gemaakten in Curaçao, Sint Maarten, Aruba, Bonaire, Sint Eustatius en Saba, Suriname en Nederland.
We willen het bewustzijn over het trans-Atlantische slavernijverleden vergroten door meer dialoog en interactie. Onze kunst speelt hierin een cruciale rol, omdat door kunst het verleden op een open, creatieve en interactieve manier vertaald kan worden. DNB heeft verschillende werken van Gilleam Trapenberg in de collectie.
Ontdek gerelateerde artikelen
DNB maakt gebruik van cookies
Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.