Was u de afgelopen weken niet los te slaan van sociale media? Heeft u zich zorgen gemaakt over het lot van Credit Suisse? Heeft u zich gespannen afgevraagd of er een nieuwe bankencrisis aan zit te komen? Of dacht u gewoon, rare jongens die crises, het zal mijn tijd wel duren.
Prins op het witte paard
Voor wie het niet heeft meegekregen. Een paar weken geleden viel in de VS de kleine 'cryptobank' Silvergate om. Even later raakte de al een stuk grotere Silicon Valley Bank in de problemen. Deposito’s werden opgevraagd, banken leden verliezen door de verkoop van obligaties die door de opgelopen rente in waarde waren gedaald. Het rommelde bij wat andere Amerikaanse banken waarvan we in Europa meestal nog nooit gehoord hadden. En weer wat later raakten de markten onrustig over Credit Suisse dat in het weekeinde van 19 maart door een prins op het witte paard in de beschermende armen werd genomen. Die prins was een andere Zwitserse bank. UBS nam Credit Suisse over.
Rituele dans
Is dit nu een nieuwe bankencrisis? Ons laat dit soort onrust in ieder geval niet onberoerd. Daarbij volgen we een standaard draaiboek. We brengen onmiddellijk in kaart welke instellingen er door de problemen geraakt kunnen worden. Dat hebben we ook nu weer gedaan. Nationaal en internationaal hielden we crisisoverleg. Deels ook buiten kantooruren. Maar wat een verschil met 2008. Toen was er sprake van paniek en waren vergaderingen buiten kantooruren omdat de markten dan dicht waren en we op die manier voldoende tijd hadden om iets te doen. Nu deden we het wat later op de dag omdat vele betrokkenen overdag andere belangrijke afspraken hadden. Het voelde soms een beetje als een rituele dans.
Bank A, bank B, bank C…
Wat is dan het verschil met 2008? De banken hebben meer kapitaal en meer liquiditeit. Dat helpt, maar is zeker niet het enige. Het grote verschil met 2008 is dat we toen slechts konden raden hoe de ene bank de ander mee zou slepen. Via derivatencontracten was vrijwel iedere grote bank blootgesteld op eventuele problemen bij een andere bank. Ook de banken zelf werden toen soms verrast. Bank A dacht risico afgedekt te hebben bij bank B, maar bank B bleek het weer afgedekt te hebben bij bank C, waardoor problemen bij bank C opeens een risico bleken voor bank A omdat door de problemen bij bank C bank A niet aan zijn verplichtingen kon voldoen. Volgt u het nog? In de praktijk was het nog iets complexer. Marktpartijen vertrouwden dat niet en weigerden nog langer zaken te doen. Nu loopt gelukkig een heel groot deel van dit soort contracten via centrale tegenpartijen en hebben we ook voor de rest veel meer inzicht in de verwevenheden. Dat geeft (sneller) rust aan ons en aan de markt.
Briljant idee?
Is dan alles koek en ei? Neen, natuurlijk ook niet. De eerste lessen uit de afgelopen periode kunnen we nu al leren. In de VS heeft men voor middelgrote en kleinere banken de Bazelse kapitaalregels niet volledig toegepast in de hoop deze “kleinere banken” (die overigens nog steeds USD 250 miljard aan balanstotaal kunnen hebben) te helpen. Dat blijkt geen briljant idee. Ook de Bazelse regels kennen tekortkomingen. Kort gezegd, gaan ze er vanuit dat maximaal 10% van het spaargeld in een dag kan worden opgevraagd. In deze tijd van sociale media blijkt dat percentage toch echt te laag.
Zo zal er nog meer zijn. Hoge rentes zijn goed voor banken, stijgende rentes doen pijn. Garanties dat alles goed gaat heb je nooit. Zelfs niet als die garanties Zwitsers zijn. En er zijn vast ook een paar Helvetiërs die, om met Asterix en Obelix te spreken, hun stukje brood in de kaasfondue hebben laten vallen. En iedereen die zijn klassiekers kent, weet wat hen te wachten staat.