Het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) wordt geregeld bekritiseerd omdat het landen met een hoog tekort dwingt te bezuinigen in economisch slechte tijden. Tegelijk klinkt vaak kritiek door dat de Europese begrotingsregels nauwelijks worden nageleefd. Hoe verhouden deze observaties zich tot elkaar?
Correctieve arm doorgaans goed nageleefd
Binnen het SGP belanden lidstaten met een begrotingstekort groter dan 3% van het bbp (of een te hoge schuld) in een buitensporigtekortprocedure (BTP). Dit is geregeld in de zogeheten ‘correctieve arm’. De Europese Raad, op aanbeveling van de Europese Commissie, geeft landen in een BTP aanbevelingen over de omvang en het tempo van de tekortreducerende maatregelen (bezuinigingen en lastenverzwaringen) die nodig zijn om het begrotingstekort onder 3% bbp te brengen. In 2003 werden de eerste BTP’s van kracht, voor Frankrijk en Duitsland. Inmiddels hebben alle eurolanden wel eens in een BTP gezeten. Voor Nederland was dit het geval in 2004-2005 en 2009-2014.
BTP’s zijn in de praktijk vaak geopend in economisch slechte tijden. Dat ligt ook voor de hand. In een recessie loopt het begrotingstekort immers vaak op en is de kans dus groter dat het begrotingstekort 3% bbp overschrijdt. De aanbevelingen uit de BTP zijn hierdoor procyclisch. Dat wil zeggen, de overheid wordt vaak gevraagd op de rem te trappen terwijl het economisch tij tegenzit.
Of de aanbevelingen daadwerkelijk procyclisch uitpakken, hangt ook af van de naleving ervan. De bezuinigingsopgave die lidstaten in een BTP krijgen opgelegd, wordt uitgedrukt in een vereiste verbetering van het structurele begrotingssaldo. Dat is het begrotingssaldo, gecorrigeerd voor conjuncturele ontwikkelingen en bijzondere factoren. Figuur 1 zet voor de twaalf oorspronkelijke eurolanden de vereiste verbetering van het structurele saldo af tegen de daadwerkelijk gerealiseerde verbetering – voor die jaren waarin een land een bezuinigingsopgave heeft gekregen. Een percentage van 100 betekent dus dat een land gemiddeld genomen aanbevelingen van de Europese Raad exact nakomt, een percentage boven de 100 betekent dat de gerealiseerde verbetering van het structurele begrotingssaldo gemiddeld zelfs groter was dan de Europese Raad oorspronkelijk had gevraagd.