Collegegeld en andere incidentele factoren spelen een rol
Recente verschillen in kerninflatie worden deels gedreven door tijdelijke factoren. Zo wordt de diensteninflatie in Nederland nog steeds beïnvloed doordat het collegegeld tijdens de pandemie gehalveerd werd, en in september vorig jaar weer naar het normale niveau ging. Daarnaast leidt de aanpassing in januari 2023 van de gewichten van goederen en diensten in het CBS-inflatiemandje, als gevolg van veranderde bestedingspatronen, tot een extra hoge inflatie in de zomermaanden. Zonder deze eenmalige factoren was het verschil in kerninflatie tussen Nederland en het eurogebied ongeveer 1%-punt kleiner geweest, meer dan gehalveerd dus.
Vooral vliegtickets en herenkleding duurder
Maar ook los van deze tijdelijke factoren ligt de Nederlandse kerninflatie hoger dan die van het eurogebied. Al met al zijn de prijzen van de goederen en diensten die meetellen voor de kerninflatie sinds het einde van de pandemie met 11% gestegen in Nederland, tegen 7% in het eurogebied. Met name vliegtickets en ook herenkleding zijn in Nederland snel duurder geworden. Ook in de jaren voor de pandemie was de Nederlandse kerninflatie relatief hoog.
Figuur 2. Prijsstijgingen sinds maart 2022 in Nederland en eurogebied