De waardedaling zette in januari al in tegen een achtergrond van oplopende rentes en inflatie: de waarde van de aandelenportefeuille nam in de eerste maand van het jaar af met EUR 2,3 miljard (-3,7%). In februari, de maand van de invasie van Rusland in de Oekraïne, bedroeg de daling EUR 2,1 miljard (-3,5%). In deze maanden daalde de AEX-index respectievelijk 6,3% en 2,3%. In maart steeg de omvang met EUR 1,3 miljard (+2,3%) naar 58,9 miljard, terwijl de AEX-index nog 0,8% verloor tot 724 punten.
Grote verschillen tussen beursgenoteerde bedrijven
Huishoudens leden vooral verlies op aandelen van financiële instellingen. Zo krompen de posities in Rabobank Ledencertificaten, die volgens statistische richtlijnen (ESA 2010) tot het aandelenkapitaal gerekend worden, met EUR 604 miljoen (-15%) tot EUR 3,4 miljard. Ook de beleggingen in ING Groep namen met 285 miljoen (-14%) af tot EUR 1,8 miljard.
De grote verliezen op de beurs werden deels gecompenseerd door grote posities in het aandeel Shell, het bedrijf waarin het meest wordt belegd door Nederlandse huishoudens. De waarde van deze beleggingen nam juist toe met EUR 497 miljoen (+11%) tot een totaal van EUR 5,0 miljard, mede gedreven door de stijgende olieprijzen.
Opvallend is dat de koers van Shell in dezelfde periode met 22% steeg, mede gedreven door de stijgende olieprijs. In de drie maanden na de zetelverplaatsing van het hoofdkantoor van Shell naar het Verenigd Koninkrijk eind december 2021 verkochten Nederlandse huishoudens netto voor EUR 742 miljoen aan aandelen Shell. Zodoende bleef de toename in marktwaarde voor Nederlandse huishoudens beperkt tot 11%.