Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Overschot lopende rekening duikt onder 6%-norm

Statistisch nieuwsbericht

Gepubliceerd: 27 maart 2023

Containerschip in haven

Het overschot op de Nederlandse lopende rekening als percentage van het bruto binnenlands product, gebaseerd op driejaarsgemiddeldes, lag in 2022 met 5,6% voor het eerst in ruim tien jaar onder de 6%-norm van de Europese Commissie. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van DNB. Het saldo op de lopende rekening bedroeg in het vierde kwartaal van 2022 EUR 4,3 miljard, waarmee het overschot op de lopende rekening in heel 2022 uitkwam op EUR 41,0 miljard. 

De lopende rekening omvat internationale handel in goederen en diensten en transacties in primaire en secundaire inkomens. Het verschil tussen de ontvangsten en uitgaven op de lopende rekening is het saldo lopende rekening.

Nederland kent al decennia een positief saldo op de lopende rekening, ook wel overschot genoemd. Dat betekent dat de ontvangsten uit het buitenland – uit bijvoorbeeld handel, lonen of winsten - groter zijn dan de uitgaven  Er is al jaren veel internationale aandacht voor het Nederlandse overschot op de lopende rekening aangezien deze structureel boven de 6%-norm lag die is vastgesteld door de Europese Commissie als onderdeel van de zogenoemde Macroeconomic Imbalance Procedure. Deze norm wordt gebaseerd op  driejaarsgemiddeldes en heeft tot doel om potentiële macro-economische onevenwichtigheden in de eurozone, die een negatieve invloed kunnen uitoefenen op de economie van de EU of op de euro, in kaart te brengen. 

Primaire inkomens drukken saldo lopende rekening 

Met EUR 41,0 miljard lag het saldo lopende rekening fors lager dan in 2021 (EUR 62,2 miljard) en in lijn met het niveau van 2020 (EUR 41,0 miljard). Hoewel het saldo gelijk is aan 2020, is door de stijging van de omvang van de economie het overschot op de lopende rekening als percentage van het bbp gedaald.

De daling van het saldo lopende rekening met EUR 21,2 miljard ten opzichte van 2021 is voor een groot deel het gevolg van een daling van het saldo primaire inkomens met EUR 19,2 miljard. Primaire inkomenstransacties zijn onder andere loon, rente en dividend. Deze afname wordt voornamelijk veroorzaakt door een forse toename van winstuitkeringen aan multinationals met een buitenlandse moeder en stijgende dividenduitkeringen door Nederlandse beursgenoteerde bedrijven aan hun buitenlandse aandeelhouders. Recente verhuizingen van hoofdkantoren van multinationals naar het buitenland dragen hier ook aan bij. 

Inflatie en herstel na corona stuwen waarde van handel met het buitenland 

Het overschot op de lopende rekening is met name het gevolg van het structurele uitvoeroverschot. Dat is het verschil tussen de inkomsten uit, en de uitgaven aan, internationale handel in goederen en diensten. Het uitvoeroverschot bedroeg over heel 2022 EUR 88,7 miljard en ligt daarmee in lijn met het uitvoeroverschot in 2021 (EUR 87,9 miljard).  

Hoewel het overschot slechts 1% is gestegen, is onderliggend wel een groot effect zichtbaar. Zo zijn het herstel van de economie na de coronacrisis en de uitzonderlijke hoge inflatie in 2022 duidelijk terug te zien in de waarde van de handel in 2022. Ten opzichte van 2021 steeg de waarde van de uitvoer met 23% tot EUR 872 miljard en de waarde van de invoer met 26% tot EUR 783 miljard.  

Netto extern vermogen daalt, forse stijging overig financieel verkeer 

Het netto extern vermogen nam in 2022 af van EUR 797 miljard eind 2021 tot EUR 707 miljard eind 2022. Het netto extern vermogen is het verschil tussen de vorderingen van Nederland op het buitenland en de verplichtingen van Nederland aan het buitenland en kan worden opgesplitst naar de bijdrage van directe investeringen, effectenverkeer, financiële derivaten, overig financieel verkeer en de officiële reserves. 

Opvallend is de stijging van het netto overig financieel verkeer met EUR 228 miljard. Deze stijging wordt gedeeltelijk veroorzaakt door de verandering van het TARGET2-saldo van Nederland. TARGET2 is het systeem waarmee commerciële banken en centrale banken in de EU geld aan elkaar overmaken. Het verschil tussen de binnenkomende geldstromen en de uitgaande geldstromen tussen twee landen sinds de invoering van TARGET2 vormen het TARGET2-saldo. Een positief TARGET2-saldo (een vordering) betekent kort gezegd dat banken in het land meer geld uit het buitenland hebben ontvangen dan naar het buitenland hebben overgemaakt. Een negatief TARGET2-saldo (een verplichting) betekent dat banken in een land meer naar het buitenland hebben overgemaakt dan ontvangen.  

Eind 2021 was er kortstondig sprake van een TARGET2-verplichting, maar in het algemeen heeft Nederland een TARGET2-vordering. In 2022 is het saldo opgelopen van EUR -22 miljard naar ruim EUR +81 miljard, waardoor het netto overig financieel verkeer toeneemt. 

Een tweede oorzaak voor de stijging van het netto overig financieel verkeer hangt samen met de daling van het netto effectenverkeer. De daling van het netto effectenverkeer met EUR 80 miljard wordt in belangrijke mate bepaald door de stijging van de rente en de forse koersdalingen op de aandelenbeurs. Daarnaast speelden ook de verkopen van beleggingen door pensioenfondsen om te voldoen aan margeverplichtingen een rol. De verkoop van beleggingen zorgt voor een daling van het netto effectenverkeer en het aanvullen van de margerekeningen zorgt tegelijk voor een stijging van het netto overig financieel verkeer.

De totale daling van het netto extern vermogen komt tenslotte voor een groot deel door een afname van de netto directe investeringen met EUR 131 miljard. Dit zijn lange termijn grensoverschrijdende investeringen waarbij sprake is van een belang van meer dan 10%. Onderliggend stijgt de waarde van de investeringen van Nederland in het buitenland met EUR 86 miljard en de investeringen van het buitenland in Nederland met EUR 218 miljard. De mutatie in 2022 hangt voor een aanzienlijk deel samen met koersontwikkelingen en herwaarderingen.   

Meer informatie 

Ontdek gerelateerde artikelen