Minst geneigd gezondheidsdata en financiële data te delen
Consumenten zijn het minst geneigd om bedrijven toegang te geven tot hun gezondheidsdata, gevolgd door betaalgegevens en data over vermogen en pensioenen. Deze datasoorten worden minder snel gedeeld dan de drie andere onderzochte datasoorten: locatiegegevens verzameld via de mobiele telefoon, persoonlijke kenmerken en persoonlijke voorkeuren.
Banken in sterke positie
Consumenten delen hun data het liefst met banken, gevolgd door verzekeraars. De bereidheid om data te delen met webwinkeliers en grote technologiebedrijven is het kleinst. Vertrouwen speelt een rol; banken genieten het meeste vertrouwen. Vooral mensen van 45 jaar of ouder en mensen met een hoog inkomen delen hun data liever met banken dan met andere partijen.
Voorkeur voor anonimiteit
Bij anonieme verwerking van persoonlijke data geven consumenten veel vaker toestemming dan wanneer de gegevens met hen verbonden kunnen worden. In vergelijking met andere mensen, zijn laagopgeleiden, mensen met een laag inkomen en mensen met lage digitale vaardigheden eerder bereid hun data op niet-anonieme wijze te laten gebruiken. Bij datadeling kan de privacy van deze mensen eerder in het geding komen dan bij andere mensen.
Gevoelig voor financiële prikkels
Een financiële beloning moedigt mensen aan hun data te delen. Mannen en mensen met een hoog inkomen, hoge opleiding of lage leeftijd reageren relatief sterk op zo’n financiële prikkel. De financiële compensatie die nodig is, hangt het meest af van de wijze van dataverwerking (anoniem of niet), gevolgd door de datasoort, en varieert het minst met het soort bedrijf dat de data ontvangt. Dit wijst erop dat als andere bedrijven sneller en beter zijn in het gebruik van persoonsgegevens dan banken en zij financiële voordelen door willen geven aan hun klanten, deze bedrijven toegang kunnen krijgen tot allerlei soorten persoonsgegevens.
Verder lezen?
Zie DNB Working Paper 728 Not all data are created equal: Data sharing and privacy dat geschreven is door Michiel Bijlsma, Carin van der Cruijsen en Nicole Jonker.