Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

DNB legt last onder dwangsom op aan de heer J.H. Wille

Handhavingsmaatregelen

Gepubliceerd: 02 februari 2021

Entree DNB Toorop gebouw

2 februari 2021
* Aangepast op 1 juli 2021, 20 december 2022 en 13 september 2023

De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) heeft op 31 augustus 2020 een last onder dwangsom aan de heer J.H. Wille (Wille) opgelegd. Deze last onder dwangsom is opgelegd, omdat Wille zonder een daartoe vereiste vergunning van DNB beroeps- of bedrijfsmatig trustdiensten verleent.

Overtreding

DNB heeft vastgesteld dat Wille artikel 3, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren 2018 (Wtt 2018) overtreedt door beroeps- of bedrijfsmatig trustdiensten te verlenen zonder een daartoe vereiste vergunning van DNB. DNB heeft hiervoor op 31 augustus 2020 een last onder dwangsom opgelegd. Deze last onder dwangsom is opgelegd om ervoor te zorgen dat Wille de overtreding van artikel 3, eerste lid, van de Wtt 2018 volledig beëindigt door niet langer zonder een daartoe door DNB verleende vergunning beroeps- of bedrijfsmatig trustdiensten te verlenen. Wille heeft tot op heden niet volledig aan deze last voldaan, waardoor Wille sinds 30 september 2020 dwangsommen verbeurt.

Het doel van de Wtt 2018 is het bevorderen van de integriteit van het financiële stelsel door de trustdienstverlening in Nederland te reguleren. Om dit doel te bereiken, is onder meer voorzien in gereguleerde toetreding tot de markt door middel van een vergunningstelsel waarbij de vergunninghoudende trustkantoren als poortwachter fungeren. Wille heeft zich onttrokken aan het toezicht van DNB door actief te zijn op de gereguleerde markt zonder daarbij de toepasselijke markttoetredingsbepalingen in acht te nemen. Door beroeps- of bedrijfsmatig trustdiensten te verlenen - zonder te beschikken over een daartoe vereiste vergunning van DNB - heeft Wille de doelen van de Wtt 2018 in gevaar gebracht.

Bezwaar en beroep

Op 9 oktober 2020 heeft Wille bezwaar gemaakt tegen de opgelegde last onder dwangsom. Dit bezwaar is op 31 maart 2021 ongegrond verklaard. Vervolgens is Wille op 10 mei 2021 in beroep gegaan. Dit beroep is op 29 augustus 2022 door de rechtbank Rotterdam niet-ontvankelijk verklaard. Hiertegen heeft Wille op 12 oktober 2022 verzet gedaan. Op 10 juli 2023 heeft de rechtbank Rotterdam het verzet niet-ontvankelijk verklaard. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. Daarmee is een einde gekomen aan deze procedure.

Procesverloop

Fase

Datum

Uitkomst

Last onder dwangsom

31 augustus 2020

 

Indiening bezwaarschrift

9 oktober 2020

 

Beslissing op bezwaar

31 maart 2021

Ongegrond

Indiening beroepschrift

10 mei 2021

 

Beroep

29 augustus 2022

Niet-ontvankelijk

Indiening verzetschrift

12 oktober 2022

 

Verzet

10 juli 2023

Niet-ontvankelijk

 

Lees hier het besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom en de beslissing op bezwaar, met uitzondering van vertrouwelijke gegevens. Voor nadere informatie kan contact worden opgenomen met de Informatiedesk van DNB: 0800 - 020 1068 (gratis).

Besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom aan heer J.H. Wille

199KB PDF
Download Besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom aan heer J.H. Wille

Beslissing op bezwaar - Last onder dwangsom aan de heer J.H. Wille

259KB PDF
Download Beslissing op bezwaar - Last onder dwangsom aan de heer J.H. Wille

Ontdek gerelateerde artikelen