In dit onderzoek ziet DNB twee belangrijke uitkomsten:
- Vanuit het sectorbrede onderzoek ziet DNB wat betreft geclassificeerde FMAs geen brede tekortkomingen met grote impact op de solvabiliteit. We zien dat in de regel, FMAs periodiek getoetst worden en over de governance beschikken zoals voorgeschreven is in artikel 23 van de gedelegeerde verordening.
- DNB ziet daarnaast dat het voor de verzekeraar niet altijd duidelijk is wanneer een toekomstige management actie als FMA geclassificeerd dient te worden. In dit kader delen we drie managementacties die in het onderzoek onterecht niet als FMA bleken te zijn geclassificeerd. DNB verwacht dat verzekeraars FMAs alleen opvoeren indien deze aan artikel 23 van de gedelegeerde verordening voldoen.
Doel en opzet van het onderzoek
Verzekeraars beschikken over de mogelijkheid om FMAs toe te passen. Deze FMAs hebben potentieel grote impact op de technische voorziening, kapitaaleis en SII-ratio. DNB had onvoldoende zicht op hoezeer FMAs compliant zijn aan de geldende regelgeving en hoe groot de impact is van de FMAs.
Het eerste doel van dit onderzoek was het verkrijgen van een uniform beeld van de FMAs die binnen de verzekeringssector worden toegepast, alsmede een sectoraal beeld van de inrichting van de governance rondom FMAs. Het tweede doel was het toetsen of in geval van toepassing van FMAs wordt voldaan aan de geldende regelgeving, waarbij ook wordt gelet op toekomstige managementacties die de verzekeraars wel in hun SII-rapportages verwerken, zonder deze als FMA te classificeren en te toetsen.
In dit onderzoek is een brede selectie aan levens- en schadeverzekeraars betrokken.
Observaties
Met dit onderzoek hebben we beeld gekregen van de inzet van FMAs binnen de verzekeringssector, hoe de governance hieromtrent is ingericht en op welke vlakken FMAs het meest worden ingezet. DNB heeft o.a. het volgende geobserveerd:
- Levensverzekeraars maken over het algemeen per verzekeraar vaker gebruik van FMAs dan schadeverzekeraars.
- Verzekeraars van grote omvang gebruiken relatief vaker FMAs dan verzekeraars van kleine omvang.
- FMAs die door verzekeraars als FMA worden geclassificeerd, beschikken over voldoende governance. Deze governance wordt periodiek getoetst zoals voorgeschreven in artikel 23 van de gedelegeerde verordening: Aannames worden minimaal jaarlijks beoordeeld door de actuariële functie en FMA-plannen zijn per FMA opgesteld.
- In de projectie van kostenvoorzieningen maken levensverzekeraars vaak gebruik maken van FMAs door het veronderstellen van een toekomstige kostenreductie.
- De meerderheid van de schadeverzekeraars past ‘en-bloc’ clausules toe waarvan de impact na de huidige contractgrens ligt. Dit betekent dat er geen directe impact op de huidige SII-balans ontstaat. Indien verzekeraars ‘en-bloc’ clausules toepassen als FMA, dienen deze getoetst te worden aan artikel 23 van de gedelegeerde verordening.
Individuele bevindingen worden waar van toepassing teruggekoppeld aan de verzekeraars.
Verschillende soorten Future Management Actions
DNB ziet als voornaamste aandachtspunt dat verzekeraars zich niet altijd bewust zijn van welke management acties classificeren als FMA. Momenteel vindt een herziening van de SII-regelgeving plaats. In dat kader is EIOPA voornemens om artikel 1 van de Delegated Regulation uit te breiden met een definitie van FMAs die luidt: “future management actions means any action that the administrative management or supervisory body of an insurance or reinsurance undertaking may expect to carry out under specific circumstances”.
DNB vraagt aandacht voor een drietal - tijdens het onderzoek gesignaleerde - management acties die naar het oordeel van DNB ten onrechte niet als FMAs zijn geïdentificeerd.
- Herverzekeringen
Wanneer herverzekeringscontracten worden heronderhandeld kan sprake zijn van een FMA als de verzekeraar vooraf veronderstelt dat het verlengen van het contract telkens tegen dezelfde voorwaarden plaatsvindt. De veronderstelling van dezelfde voorwaarden komt tot uiting in de SCR-projectie ten behoeve van de berekening van de risicomarge. Het hanteren van dezelfde voorwaarden in toekomstige projecties (na afloop contract) betreft een management actie en classificeert daarom als FMA.
- LACTP & Discretionaire winstdeling
In het geval loss Absorbing Capacity of Technical Provisions (LACTP) in combinatie met discretionaire winstdeling wordt toegepast, kan sprake zijn van een FMA. De LACTP heeft betrekking op het verlies absorberend vermogen van de technische voorzieningen in een (stress) scenario. Indien de winstdeling ter discretie van een verzekeraar is, en deze verzekeraar de optie heeft om minder/geen winst aan polishouders uit te keren in een schokscenario, betekent dit dat een deel van de technische voorzieningen gebruikt kan worden om de verliezen uit een (stress) scenario te absorberen. LACTP en winstdeling komen bij meerdere verzekeraars terug en dit wordt niet altijd als FMA geclassificeerd.
- Kosten- en schaderatio
Schadeverzekeraars maken inschattingen van de kosten- en schaderatio voor de premievoorziening voor het lopende schadejaar. Wij signaleren dat voor de inschattingen vaak input uit het businessplan wordt gebruikt, waardoor mogelijk (toekomstige) beheersmaatregelen impliciet zijn verwerkt in de vaststelling van de kosten- en schaderatio’s. Dit is bijvoorbeeld het geval als toekomstige besparingen in het businessplan worden meegenomen. Op deze wijze wordt er indirect een toekomstige management actie meegenomen in de vaststelling van de kosten- en schaderatio’s die naar ons oordeel classificeert als FMA.
DNB verzoekt verzekeraars te reflecteren op de drie gesignaleerde managementacties. Verder verwacht DNB van verzekeraars dat deze alleen FMAs voeren indien deze conform artikel 23 zijn opgesteld.
DNB bedankt de deelnemers aan het SBA FMA-onderzoek voor hun deelname.