Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Q&A erkenning herverzekeringscontracten als risicolimiteringstechnieken in de Solvency II Standaard formule

Q&A

Gepubliceerd: 12 juli 2022

Bekijk eerdere versies in het archief

Vraag:

Welke aspecten zijn relevant voor de erkenning van herverzekeringsovereenkomsten als risicolimiteringstechniek voor de berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste (solvency capital requirement – SCR) volgens de standaardformule?

Antwoord:

Verzekeraars kunnen verschillende technieken gebruiken om hun risico's effectief te beheersen. Een van de mogelijkheden is om gebruik te maken van herverzekeringsovereenkomsten. Een goed ingerichte herverzekeringsovereenkomst ondersteunt de bescherming van polishouders en andere belanghebbenden van de verzekeraar. Herverzekeringscontracten komen in aanmerking als risicolimiteringstechniek voor de berekening van de SCR, mits zij aan verschillende vereisten voldoen. Afdeling 10 (artikel 208-215) van de Gedelegeerde Solvency II Verordening beschrijft deze algemene vereisten.

In deze Q&A leest u welke aspecten De Nederlandsche Bank (DNB) onder meer in overweging neemt bij het bepalen of herverzekeringsovereenkomsten in aanmerking kunnen komen als risicolimiteringstechniek voor de berekening van de SCR aan de hand van de standaardformule. De volgende aspecten worden in deze Q&A behandeld:

  1. de claim in het geval van wanbetaling door de herverzekeraar
  2. de mogelijke significante omvang van verliezen gerelateerd aan de risicomarge bij wanbetaling door de herverzekeraar
  3. dekking door zekerheidsovereenkomsten in geval van wanbetaling door de herverzekeraar
  4. het governancesysteem waarmee de verzekeraar de doeltreffendheid van de herverzekeringsovereenkomst monitort en beheerst

Voor reguliere, niet-complexe, herverzekeringscontracten zijn veel van de genoemde aspecten een vanzelfsprekendheid, maar voor minder reguliere, complexe constructies vragen deze aspecten extra aandacht van verzekeraars.

Toelichting

Herverzekering is niet gebonden aan landsgrenzen, en internationale risicodeling kan zekere voordelen bieden. Bij internationale herverzekeringsovereenkomsten met een herverzekeraar in een rechtsgebied waar Solvency II of een ander (niet noodzakelijkerwijs equivalent) regime van toepassing is, onderzoekt de verzekeraar niet alleen het toepasselijk toezichts- en regelgevingsregime, maar ook de regelgeving ten aanzien van zekerheidsstellingen en faillissementsregelgeving van het betreffende rechtsgebied, bijvoorbeeld de mogelijke bevoegdheid tot afwijzing van de claim op de herverzekeraar door de curator (disavowal).

DNB schrijft geen specifieke vormen van herverzekeringsovereenkomst voor: deze Q&A beschrijft alleen enkele aspecten die verzekeraars in overweging nemen als zij herverzekeringsovereenkomsten in aanmerking willen laten komen als risicolimiteringstechniek voor de berekening van de SCR aan de hand van de standaardformule.

Waar in deze Q&A naar artikelen wordt verwezen, gaat het om artikelen uit de Gedelegeerde Solvency II Verordening ((EU) 2015/35).

1. Duidelijk vastgestelde vordering in geval van wanbetaling door de herverzekeraar (artikel 209 en 210)

Om in aanmerking te kunnen komen als effectieve risicolimiteringstechniek, is de omvang van de geboden dekking duidelijk omschreven in de herverzekeringsovereenkomst. Dit omvat een analyse door de verzekeraar wat het bedrag van de vordering op de tegenpartij in geval van wanbetaling, insolventie of faillissement (of een andere kredietgebeurtenis zoals vastgelegd in de herverzekeringsovereenkomst) zal zijn. Daarnaast is het bedrag van de vordering nodig om het verlies bij wanbetaling in de tegenpartijkredietrisicomodule te kunnen berekenen. Mogelijk gaat het volgens de insolventie- of faillissementsregelgeving in het rechtsgebied van de herverzekeraar om een vorderingsbedrag voor een herverzekeringsovereenkomst bij insolventie of faillissement dat afwijkt van de op basis van Solvency II bepaalde beste schatting van de waarde van de verplichtingen onder de overeenkomst. Deze situatie kan zich voordoen in rechtsgebieden die onder Solvency II vallen, in rechtsgebieden met aan Solvency II equivalente regelgeving én in rechtsgebieden met regelgeving die niet equivalent is aan Solvency II. Dit kan betekenen dat het vorderingsbedrag waarop de verzekeraar aanspraak kan maken significant lager is dan de op basis van Solvency II bepaalde beste schatting van de waarde van de verplichtingen, zelfs al is de waarde van het onderpand hoger dan de op basis van Solvency II bepaalde beste schatting van de waarde van de verplichtingen. Als de verzekeraar niet in staat is om de hoogte van het vorderingsbedrag te bepalen bij wanbetaling, insolventie of faillissement, betekent dit dat de dekking onvoldoende duidelijk is, en dat de herverzekeringsovereenkomst dus niet in aanmerking kan komen als risicolimiteringstechniek voor de berekening van de SCR.

Een maatregel waarmee herverzekeraars hun herverzekerde risico's effectief kunnen beheersen is zorgvuldig ingerichte en transparante retrocessie van die herverzekerde risico's. Als een dergelijke retrocessie een significante invloed heeft op de effectiviteit van de herverzekeringsovereenkomst tussen de verzekeraar en de herverzekeraar en de risico's die hieraan verbonden zijn, is het de verantwoordelijkheid van de verzekeraar om voldoende informatie te vergaren om die invloed voortdurend te kunnen monitoren. Van significante invloed kan bijvoorbeeld sprake zijn als de herverzekerde risico's een belangrijk deel vormen van de risico's van de herverzekeraar. Dit geldt uiteraard ook voor alle daaropvolgende significante retrocessies van de herverzekerde risico's.

Als retrocessie leidt tot materiële basisrisico's, of andere risico's creëert die niet tot uitdrukking komen in de berekening van de SCR aan de hand van de standaardformule, kan de herverzekeringsovereenkomst niet in aanmerking komen als risicolimiteringstechniek voor deze berekening.

2. Mogelijke omvang van verliezen ten opzichte van de risicomarge bij wanbetaling door de herverzekeraar

In geval van wanbetaling, insolventie of faillissement (of een andere kredietgebeurtenis zoals vastgelegd in de herverzekeringsovereenkomst) van de herverzekeraar, staat de verzekeraar opnieuw bloot aan de verplichtingen die bij die herverzekeraar waren ondergebracht, uiteraard tenzij de verzekeraar onmiddellijk een herverzekeringsovereenkomst aangaat met een andere herverzekeraar. In dat geval kan de herverzekeringsovereenkomst niet meer in aanmerking komen als risicolimiteringstechniek voor de berekening van de SCR. Bovendien stijgt de SCR in dat geval. Dat leidt weer tot een hogere risicomarge, omdat deze wordt berekend als de contante waarde van de kosten van kapitaal over toekomstige kapitaaleisen1. Dit betekent dat zelfs als de curator van de herverzekeraar het volledige vorderingsbedrag ter hoogte van de op basis van Solvency II bepaalde beste schatting van de waarde zou toekennen, de verzekeraar alsnog verlies op het kernvermogen zou lijden ter hoogte van de risicomarge. Tegelijkertijd eindigt de verplichting van de verzekeraar tot betaling van herverzekeringspremies aan de herverzekeraar voor de resterende looptijd van de overeenkomst vanwege de wanbetaling. De verhoging van de risicomarge kan het verlies daarmee weer gedeeltelijk compenseren. De omvang van het totale verlies op het kernvermogen is afhankelijk van de verhouding tussen de risicomarge en de verschuldigde herverzekeringspremies. Als de verzekeraar de herverzekeringsrisicopremie volledig vooruit heeft betaald en dit bedrag niet meer terug kan vorderen, gaat de hele risicomarge verloren.

Het risico op mogelijk verlies van kernvermogen gerelateerd aan de risicomarge en de herverzekeringsrisicopremie bij wanbetaling van de herverzekeraar komt niet tot uitdrukking in de berekening van de SCR aan de hand van de standaardformule. Het verlies bij wanbetaling in de tegenpartijkredietrisicomodule is immers gebaseerd op het bedrag dat verhaald kan worden bij wanbetaling uitgezonderd de risicomarge. Volgens artikel 45, lid 1c van de Solvency II-richtlijn 2009/138 beoordelen verzekeraars de significantie waarmee hun risicoprofiel afwijkt van de aannames die ten grondslag liggen aan de berekening van de SCR. Als het risico gerelateerd aan de risicomarge en de herverzekeringsrisicopremie materieel is, kan dit betekenen dat het risicoprofiel van de verzekeraar significant afwijkt van die aannames.

3. Zekerheidsovereenkomsten (artikel 214)

Zekerheidsovereenkomsten kunnen onderdeel vormen van de herverzekeringsovereenkomst en kunnen de zekerstelling van een vordering versterken in geval van wanbetaling door de herverzekeraar. De verzekeraar mag de zekerheid meenemen in de berekening van de SCR als dit aan de vereisten van artikel 214, eerste lid voldoet:

  • de verzekeraar heeft het recht om in geval van wanbetaling, insolventie, faillissement of een andere kredietgebeurtenis van de herverzekeraar, de zekerheid te gelegener tijd te liquideren of te behouden
  • er is voldoende zekerheid over de tot stand gebrachte protectie, op basis van een van de volgende criteria:
    • zij heeft een voldoende kredietkwaliteit, is voldoende liquide en is voldoende stabiel in waarde
    • zij wordt gegarandeerd door een tegenpartij, behalve een tegenpartij als bedoeld in artikel 187, lid 5, en 184, lid 2, waaraan een risicofactor voor concentratierisico van 0% is toegekend
  • er is geen materieel positieve correlatie tussen de kredietkwaliteit van de herverzekeraar en de waarde van de zekerheid; er is sprake van een materieel positieve correlatie als de zekerheid een materieel deel uitmaakt van de risico's waaraan de herverzekeraar is blootgesteld
  • de zekerheid zijn geen effecten die zijn uitgegeven door de herverzekeraar of een aan de herverzekeraar verbonden onderneming

Als de zekerheidsovereenkomst inhoudt dat de zekerheid wordt aangehouden door een bewaarnemer of een andere partij, dient de verzekeraar ervoor te zorgen dat de zekerheidsovereenkomst ook aan alle criteria van artikel 214, tweede lid voldoet.

Als de zekerheid niet aan de vereisten van artikel 214 voldoet, kan de verzekeraar de zekerheid niet meenemen in de berekening van de SCR voor tegenpartijkredietrisico in de herverzekeringsovereenkomst. Uiteraard kan het risicolimiterende effect van de herverzekeringsovereenkomst voor herverzekerde risico's nog steeds in aanmerking komen als het voldoet aan de vereisten van artikel 208, 209, 210, 211 en 213.

4. Eisen aan het governancesysteem bij herverzekering

Als de verzekeraar gebruik wil maken van een herverzekeringsovereenkomst als in aanmerking komende risicolimiteringstechniek, moet er een governancesysteem zijn om de doeltreffendheid van de herverzekeringsovereenkomst te monitoren en te beheersen. Concentratierisico, het herverzekeringsbeleid en de actuariële functie en risicomanagementfunctie van de verzekeraar zijn hierbij belangrijke aandachtspunten.

4.1 Risicomanagementgebieden: concentratierisico en herverzekering (artikel 260)

Het risicomanagementsysteem van de verzekeraar omvat beleid op het gebied van het beheer van concentratierisico en herverzekering. Het risicomanagementbeleid met betrekking tot herverzekering omvat het volgende:

  • maatregelen die de verzekeraar neemt om te garanderen dat voor passende vormen van herverzekering wordt gekozen
  • maatregelen die de verzekeraar neemt om te bepalen welke vormen van herverzekering geschikt zijn in het licht van de aangegane risico's, en in hoeverre de verzekeraar in staat is om de risico's die samenhangen met deze vormen van herverzekering te beheren en te beheersen
  • eigen inschatting door de verzekeraars van het kredietrisico dat verbonden is aan de herverzekering; in het geval dat retrocessie een significante invloed heeft op de effectiviteit van de herverzekeringsovereenkomst tussen de verzekeraar en de herverzekeraar en de risico's die hieraan verbonden zijn, dient de eigen beoordeling van de verzekeraar ook een beoordeling te bevatten van de invloed van die retrocessie op dit kredietrisico.

Een herverzekeringsovereenkomst kan leiden tot concentratierisico. Het risicomanagementsysteem van de verzekeraar omvat beleid voor concentratierisico. Het beleid beschrijft de maatregelen die de verzekeraar neemt om relevante bronnen van concentratierisico te identificeren, om ervoor te kunnen zorgen dat risicovolle concentraties binnen vastgestelde grenzen blijven. Het beleid beschrijft methoden om mogelijke besmettingsrisico's tussen geconcentreerde blootstellingen te analyseren. DNB beoordeelt of niet-naleving van de SCR als gevolg van wanbetaling, insolventie of faillissement van een individuele herverzekeraar binnen of buiten deze risicoconcentratiegrenzen valt.

4.2 Actuariële functie (artikel 272, zevende lid)

De actuariële functie brengt advies uit over de adequaatheid van herverzekeringsregelingen. Dit bevat een analyse van de adequaatheid van de volgende onderdelen:

  • het risicoprofiel en de gevolgde gedragslijn voor het aangaan van verzekeringstechnische verplichtingen van de verzekeraar
  • de herverzekeraars, waarbij rekening wordt gehouden met hun kredietwaardigheid; in het geval dat retrocessie een significante invloed heeft op de effectiviteit van de herverzekeringsovereenkomst tussen de verzekeraar en de herverzekeraar en de risico's die hieraan verbonden zijn, bevat het advies ook een beoordeling van de invloed van die retrocessie op de kredietwaardigheid van de verzekeraar
  • de verwachte dekking bij stressscenario's met betrekking tot de gevolgde gedragslijn voor het aangaan van verzekeringstechnische verplichtingen, waaronder ook de gevolgen van retrocessie door de herverzekeraar van de eventuele herverzekerde risico's in dergelijke stressscenario's, in het geval dat retrocessie een significante invloed heeft op de effectiviteit van de herverzekeringsovereenkomst tussen de verzekeraar en de herverzekeraar en de risico's die hieraan verbonden zijn
  • de berekening van de bedragen die verhaald kunnen worden op de herverzekeringsovereenkomsten

4.3 Risicomanagementfunctie, fusies en overnames (artikel 269, lid 1d)

De risicomanagementfunctie geeft advies over risicomanagementaangelegenheden, waaronder strategische zaken als bedrijfsstrategie, fusies en overnames, en belangrijke projecten en investeringen. Als herverzekering een belangrijke rol speelt bij een fusie of overname, neemt de risicomanagementfunctie de bepalingen van de herverzekeringsovereenkomsten mee in het advies over de fusie of overname.

DISCLAIMER
Q&A’s bieden nader inzicht in de beleidspraktijk van DNB doordat we daarin wettelijke toezichtregels interpreteren. Onder toezicht staande instellingen kunnen ook op andere wijze aan de wet- of regelgeving voldoen. Instellingen moeten daarbij wel gemotiveerd aan DNB kunnen aantonen dat zij met hun invulling voldoen aan de wet- of regelgeving . Voor een nadere toelichting op de status van de beleidsuitingen van DNB zie de Leeswijzer beleidsuitingen DNB op Open Boek Toezicht.

[1] Bij het berekenen van de risicomarge gaat de verzekeraar uit van de situatie waarin alle verzekeringsverplichtingen en herverzekeringsovereenkomsten worden overgedragen aan de referentie-entiteit. Herverzekeringsovereenkomsten die kunnen worden aangemerkt als risicolimiteringstechnieken voor de berekening van de SCR verlagen daarmee de risicomarge van de verzekeraar. Het bedrag dat op herverzekeringsovereenkomsten kan worden verhaald op de Solvency II-balans omvat geen risicomarge, maar staat gelijk aan de contante waarde van de beste schatting van de kasstromen na correctie voor wanbetaling van een tegenpartij (zie artikel 41 en 42 van de Gedelegeerde Solvency II Verordening).

Ontdek gerelateerde artikelen