Achtergrond goedkeuringsvereiste
Bij bankengroepen met een holding als moederonderneming wordt bij de toepassing van prudentiële vereisten uit de verordening kapitaalvereisten uitgegaan van de geconsolideerde situatie op het niveau van de holding. Om te waarborgen dat door de gehele groep wordt voldaan aan de geconsolideerde vereisten is een goedkeuringsvereiste voor deze holdings geïntroduceerd. Hiermee worden holdings rechtstreeks binnen de werkingssfeer van de toezichtsbevoegdheden die gelden op basis van de richtlijn kapitaalvereisten en de verordening kapitaalvereisten gebracht, zodat zij rechtstreeks verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor de naleving van geconsolideerde prudentiële vereisten.
Toepassingsgebied
Het goedkeuringsvereiste is geregeld in artikel 3:280a Wft. De goedkeuring wordt verleend indien aan de voorwaarden van artikel 3:280b Wft wordt voldaan. De goedkeuringsverplichting zoals geïmplementeerd in de Wft geldt voor de onderstaande holdings:
- Nederlandse (gemengde) financiële moederholding. Dit betreft een holding met zetel in Nederland die zelf geen dochteronderneming is van een Nederlandse bank of Nederlandse beleggingsonderneming of van een holding met zetel in Nederland.
- Nederlandse (gemengde) financiële EU-moederholding. Dit betreft een holding die geen dochteronderneming is van een bank of beleggingsonderneming waaraan een vergunning is verleend in een lidstaat of van een holding met zetel in een lidstaat.
- Andere (gemengde) financiële holding met zetel in Nederland, zover deze op gesubconsolideerde basis moet voldoen aan de prudentiële regels die ingevolge de Wft en de verordening kapitaalvereisten zijn gesteld.
Bevoegde autoriteit
De goedkeuring wordt verleend door de consoliderende toezichthouder van de holding, tenzij de consoliderende toezichthouder verschilt van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de holding is gezeteld. In dat geval wordt de goedkeuring verleend door de consoliderende toezichthouder en de bevoegde autoriteit van de lidstaat van de holding gezamenlijk. In geval van een bankengroep met een minder-significante bank gezeteld in Nederland is DNB doorgaans de consoliderend toezichthouder. In geval van een bankengroep met een significante bank gezeteld in Nederland is de ECB doorgaans de consoliderend toezichthouder.
Ontheffing
DNB heeft de bevoegdheid tot het verlenen van een ontheffing van de goedkeuringsverplichting indien aan de voorwaarden van artikel 3:280c Wft wordt voldaan. De ontheffing wordt verleend onder gelijktijdige aanwijzing van een bank in de groep van de holding als verantwoordelijk voor de naleving van de vereisten die gelden op geconsolideerde basis. Bij de afweging kijkt DNB tevens of er naar haar oordeel geen belemmering is voor doeltreffend toezicht op geconsolideerde basis.
De ontheffingsvoorwaarden gelden doorlopend. Dit betekent dat DNB de ontheffing zal intrekken indien aan de ontheffingsvoorwaarden niet meer wordt voldaan.
Aanvraag goedkeuring/ontheffing
Voor een holding die moederonderneming is van een minder significante bank vraagt u de goedkeuring of ontheffing aan door het digitale formulier in het Digitaal Loket Toezicht volledig in te vullen én alle gevraagde bijlagen toe te voegen. Indien het gaat om een aanvraag van een holding die moederonderneming is van een significante bank, dan dient u de aanvraag rechtstreeks bij de ECB in te dienen.
Let op: betreft de aanvraag een goedkeuring van een holding die een gekwalificeerde deelneming wil verwerven of vergroten in een bank? Dan dient u hiervoor gelijktijdig met de aanvraag van goedkeuring tevens één of meerdere verklaringen van geen bezwaar (vvgb) aan te vragen. Meer informatie over het aanvragen van een vvgb.
Overgangsbepaling
Holdings die reeds bestaan op 27 juni 2019 (de dag voorafgaand aan de dag waarop de CRD V wijzigingsrichtlijn in werking is getreden) dienen uiterlijk op 28 juni 2021 een goedkeuring of ontheffing aan te vragen.
Contact
Als u vragen hebt over goedkeurings- of ontheffingsaanvraag, kunt u contact opnemen met uw toezichthouder bij DNB.