Antwoord:
Bij de berekening van het vereist eigen vermogen (VEV) mag het kredietrisico gelijk aan nul worden verondersteld voor alle Europese staatsobligaties met een AAA of equivalente rating. Het gaat hier om staatsobligaties uitgegeven door landen in Europa met een AAA-rating. Voor leningen en obligaties van regionale overheden en lokale autoriteiten is geen uitzondering gemaakt.
Toelichting:
Voor AAA-obligaties geldt dat een risico-opslag van 60 basispunten moet worden toegepast voor de bepaling van het kredietrisico (zie artikel 24 lid 1 van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling). Er geldt een uitzondering voor Europese AAA-staatsobligaties. Zoals aangegeven in de parlementaire behandeling geldt voor dit type staatobligaties een nulweging.
De nulweging geldt voor alle staatsobligaties en leningen van Europese landen met een AAA-rating, dus ook voor staatsobligaties (en leningen) van Europese landen met een AAA-rating uitgegeven in een andere valuta dan de euro. Voor staatsobligaties (en leningen) uitgegeven door niet-Europese landen geldt wel een risico-opslag voor de vaststelling van S5 (kredietrisico). Ook als deze zijn uitgegeven in euro. Ook voor staatsobligaties uitgegeven door Europese landen met een lagere rating dan AAA geldt een risico-opslag.
Voor leningen en obligaties van regionale overheden en lokale autoriteiten (zoals provincies, gemeenten en waterschappen) is geen uitzondering gemaakt. Voor deze obligaties en leningen wordt voor de toepassing van het standaardmodel uitgegaan van een externe rating van de kredietwaardigheid van deze partij (mogelijk toegespitst op de betreffende lening) of – indien deze niet beschikbaar is – een inschatting hiervan, of de risicoschok voor de laagste ratingklasse (BB en lager) wordt toegepast.