TRANSITIENIEUWS – DNB publiceert factsheet over voorschriften in DNB-beschikking over invaarmelding
DNB heeft een factsheet gepubliceerd over de voorschriften in een beschikking van DNB rond een invaarmelding.
Lees meerU gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:
Gepubliceerd: 17 januari 2019
Nederlandse pensioenfondsen mogen pensioenregelingen uitvoeren afkomstig uit een andere Europese lidstaat. Daarbij moeten pensioenfondsen wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Bovendien moeten ze rekening houden met de wetgeving van de andere lidstaat.
Een pensioenfonds dat grensoverschrijdende activiteiten uitvoert valt niet alleen onder het toezicht door de toezichthouders in Nederland, maar ook voor een deel onder het toezicht van de toezichthouder uit de lidstaat waarvan het sociaal en arbeidsrecht van toepassing is. Om dat makkelijker te laten verlopen, werken de toezichthouders samen, onder andere in de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA; de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen). Het Budapest-protocol bevat afspraken over hoe de toezichthouders met elkaar communiceren en hoe het hele proces verloopt.
Om grensoverschrijdende activiteiten te mogen uitvoeren moet een Nederlands pensioenfonds op grond van artikel 125 Pensioenwet (Pw) over een vergunning beschikken. De Nederlandsche Bank (DNB) kan deze vergunning, op grond van de artikelen 192 en 193 Pw, aan een Nederlands pensioenfonds verlenen wanneer dit pensioenfonds aan een aantal eisen voldoet. De belangrijkste eis is dat een pensioenfonds een beheerste en integere bedrijfsvoering waarborgt. Met de vergunning kan het pensioenfonds in alle lidstaten van de EU pensioenactiviteiten ontplooien.
Een Nederlands pensioenfonds moet DNB op grond van artikel 194 Pw in kennis stellen wanneer het voornemens is om een pensioenregeling uit een andere lidstaat uit te voeren. DNB beoordeelt vervolgens op grond van artikel 195 Pw of de administratieve structuur of financiële positie van het pensioenfonds of de deskundigheid of betrouwbaarheid van de personen die het fonds besturen reden kan zijn om te betwijfelen dat het pensioenfonds de gemelde activiteit aankan.
Het pensioenfonds moet bij de melding bij DNB de volgende informatie meesturen. Een opgave van:
Indien DNB geen reden heeft om te betwijfelen dat het Nederlandse pensioenfonds de gemelde grensoverschrijdende activiteit aankan, stuurt DNB de ontvangen informatie door naar de toezichthouder uit de lidstaat waaruit de regeling afkomstig is. Die moet vervolgens aan DNB de volgende informatie toesturen:
Het sociaal en arbeidsrecht heeft grofweg betrekking op alles wat in de relatie tussen de werkgever en de werknemer is afgesproken. De inhoud bepaalt elke lidstaat zelf. Het Nederlandse pensioenfonds moet zich bij de uitvoering van de pensioenregeling uit de andere lidstaat aan bovenstaande voorschriften houden.
De toezichthouders uit de twee betrokken lidstaten verdelen het toezicht op de grensoverschrijdende activiteiten van Nederlandse pensioenfondsen. Dat gebeurt op de volgende manier:
Een pensioenfonds dat grensoverschrijdende activiteiten uitvoert valt niet alleen onder het toezicht door de toezichthouders in Nederland, maar ook voor een deel onder het toezicht van de toezichthouder uit de lidstaat waarvan het sociaal en arbeidsrecht van toepassing is. Om dat makkelijker te laten verlopen, werken de toezichthouders samen, onder andere in de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA; de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen). Het Budapest-protocol bevat afspraken over hoe de toezichthouders met elkaar communiceren en hoe het hele proces verloopt.
Om grensoverschrijdende activiteiten te mogen uitvoeren moet een Nederlands pensioenfonds op grond van artikel 125 Pensioenwet (Pw) over een vergunning beschikken. De Nederlandsche Bank (DNB) kan deze vergunning, op grond van de artikelen 192 en 193 Pw, aan een Nederlands pensioenfonds verlenen wanneer dit pensioenfonds aan een aantal eisen voldoet. De belangrijkste eis is dat een pensioenfonds een beheerste en integere bedrijfsvoering waarborgt. Met de vergunning kan het pensioenfonds in alle lidstaten van de EU pensioenactiviteiten ontplooien.
Een Nederlands pensioenfonds moet DNB op grond van artikel 194 Pw in kennis stellen wanneer het voornemens is om een pensioenregeling uit een andere lidstaat uit te voeren. DNB beoordeelt vervolgens op grond van artikel 195 Pw of de administratieve structuur of financiële positie van het pensioenfonds of de deskundigheid of betrouwbaarheid van de personen die het fonds besturen reden kan zijn om te betwijfelen dat het pensioenfonds de gemelde activiteit aankan.
Het pensioenfonds moet bij de melding bij DNB de volgende informatie meesturen. Een opgave van:
Indien DNB geen reden heeft om te betwijfelen dat het Nederlandse pensioenfonds de gemelde grensoverschrijdende activiteit aankan, stuurt DNB de ontvangen informatie door naar de toezichthouder uit de lidstaat waaruit de regeling afkomstig is. Die moet vervolgens aan DNB de volgende informatie toesturen:
Het sociaal en arbeidsrecht heeft grofweg betrekking op alles wat in de relatie tussen de werkgever en de werknemer is afgesproken. De inhoud bepaalt elke lidstaat zelf. Het Nederlandse pensioenfonds moet zich bij de uitvoering van de pensioenregeling uit de andere lidstaat aan bovenstaande voorschriften houden.
De toezichthouders uit de twee betrokken lidstaten verdelen het toezicht op de grensoverschrijdende activiteiten van Nederlandse pensioenfondsen. Dat gebeurt op de volgende manier:
DNB heeft een factsheet gepubliceerd over de voorschriften in een beschikking van DNB rond een invaarmelding.
Lees meerVoor pensioenbestuurders en uitvoeringsorganisaties organiseert DNB op 9 april het jaarlijkse pensioenseminar. Het seminar is geheel gewijd aan de pensioentransitie, die van ons als sector een ongekend grote inspanning vraagt.
Lees meerIn de partiële beoordeling risicohouding neemt DNB voortaan de vormgeving van de toedelingsregels voor beschermings- en overrendement (SPR) en het beleggingsbeleid mee (SPR en FPR).
Lees meerIn een tijdperk waarin digitalisering een steeds grotere rol speelt, is het belangrijk dat de financiële sector weerbaar is tegen cyberdreigingen. Om harmonisatie binnen de Europese markt te stimuleren, heeft de Europese Unie daarom de Digital Operational Resilience Act (DORA) ingevoerd.
Lees meerOm de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.