Antwoord:
De Good Practice Gebruik Fondsspecifieke Ervaringssterfte is een leidraad met betrekking tot het gebruik van fondsspecifieke ervaringssterfte ten behoeve van het vaststellen van een grondslag voor de berekening van de technische voorzieningen door een pensioenfonds. Artikel 126, lid 2 van de Pensioenwet en artikel 121, lid 2 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling verankeren de actualiteit, prudentie en consistentie van de te hanteren waarderingsgrondslagen voor de vaststelling van de technische voorzieningen. Uit artikel 2, lid 3 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen volgt meer specifiek dat het gaat om prudente verzekeringstechnische grondslagen die ook fondsspecifiek zijn. Het is de reden dat pensioenfondsen onderzoek (moeten) doen naar hun eigen ervaringssterfte om de overlevingskansen op basis daarvan te corrigeren, zodat die aansluiten bij de overlevingskansen van de eigen fondspopulatie.