Antwoord
Ja, op grond van artikel 141 Pensioenwet (Pw) kan een pensioenfonds bij DNB een verzoek tot ontheffing indienen ten aanzien van artikel 137 tweede lid, onderdeel a Pw.
DNB kan ontheffing verlenen onder de voorwaarde dat het gedeeltelijk verzekerd pensioenfonds of het pensioenfonds dat zowel een uitkerings- als een premieovereenkomst uitvoert, een gewogen toeslaggrens voor het pensioenfonds bepaalt, waarbij voor het eigen beheer deel de 110%-grens wordt gehanteerd en voor het verzekerde deel respectievelijk het deel dat betrekking heeft op de premieovereenkomst de grens van de technische voorzieningen (TV) + het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV).
Toelichting
Op grond van artikel 137 Pensioenwet, tweede lid, onderdeel a (dat is uitgewerkt in artikel 15, tweede lid, Besluit FTK) mogen pensioenfondsen, waaronder gedeeltelijk verzekerde pensioenfondsen, alleen toeslagen verlenen indien de beleidsdekkingsgraad boven de 110% ligt. Alleen volledig verzekerde fondsen zijn in artikel 137, derde lid Pw uitgezonderd voor die regel.
Ook pensioenfondsen die zowel een uitkerings- als een premieovereenkomst uitvoeren kunnen alleen toeslagen verlenen indien de beleidsdekkingsgraad boven de 110% ligt.
Voor gedeeltelijk verzekerde pensioenfondsen en pensioenfondsen die zowel een premieovereenkomst als een uitkeringsovereenkomst uitvoeren kan de wettelijke grens van 110% beleidsdekkingsgraad knellen.
Op grond van artikel 141 Pensioenwet kan DNB op aanvraag van een gedeeltelijk verzekerd pensioenfonds of een pensioenfonds dat zowel een uitkerings- als een premieovereenkomst uitvoert, rekening houdend met de specifieke situatie van het fonds en in het belang van de aanspraak- en pensioengerechtigden, een ontheffing verlenen van de in artikel 137 Pensioenwet tweede lid, onderdeel a, en artikel 15, tweede lid, Besluit FTK bedoelde grens van 110% beleidsdekkingsgraad.
DNB stelt dan als voorwaarde dat het pensioenfonds alleen toeslagen verleent indien het een beleidsdekkingsgraad boven een gewogen gemiddelde ondergrens heeft. De gewogen ondergrens voor het pensioenfonds wordt bepaald door voor het eigen beheer deel de 110%-grens te hanteren en voor het herverzekerde deel, of het deel ter uitvoering van de premieovereenkomst de grens van de technische voorzieningen (TV) + het MVEV dat aangehouden moet worden over die TV.