Q&A 3: Wat is de rol van bandbreedtes en voorrangsregels bij de complete besluitvorming?
Juridische basis:
- artikel 150i Pw juncto artikel 46, eerste lid, sub c en artikel 44, eerste lid, sub d en e BUPW, alsmede artikel 150e Pw
Zie ook:
In het transitieplan, dat de basis vormt voor het implementatieplan van een pensioenfonds, wordt voor iedere maatstaf (die is gekoppeld aan een doelstelling) vastgelegd welke kwantitatieve bandbreedte acceptabel wordt geacht voor een evenwichtige transitie. Ook geven sociale partners aan welke doelstellingen het meeste prioriteit hebben: dit zijn de voorrangsregels. Hieronder wordt nader uiteengezet wat de rol van bandbreedtes en voorrangsregels is bij de complete besluitvorming.
Het is de bedoeling dat de doelstellingen, maatstaven, bandbreedtes en voorrangsregels een zo robuust mogelijk besluit borgen over een evenwichtige transitie. Deze worden daarom zodanig geformuleerd dat voor redelijkerwijs voorzienbare omstandigheden geen nadere besluitvorming nodig is. Sociale partners en het pensioenfonds bedenken op voorhand hoe doelstellingen zich vertalen in de concrete vormgeving van de transitie in verschillende situaties.(artikel 44, eerste lid, sub d en e en 46, eerste lid, sub c, BuPw). Met behulp van de gekozen bandbreedte bij iedere maatstaf wordt aangegeven wanneer sociale partners de uitkomsten acceptabel achten en er geen nadere besluitvorming door sociale partners of pensioenfonds is vereist. Voor het pensioenfonds biedt dit het kader voor de keuzes die het kan maken bij de uitvoering van de transitie.
Bij iedere maatstaf hoort een kwantitatieve bandbreedte die wordt weergegeven in de vorm van een kwantitatieve onder- en bovengrens. Wanneer de uitkomsten van de maatstaf binnen die grenzen past, dan zijn de uitkomsten acceptabel en wordt de doelstelling behaald. Om tot uitdrukking te brengen dat alle (gewezen) deelnemers, pensioen- en andere aanspraakgerechtigden zich op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen (artikel 105, tweede lid, Pw), dienen alle (gewezen) deelnemers, pensioen- en andere aanspraakgerechtigden op enige manier vertegenwoordigd te zijn in het geheel van de opgestelde bandbreedtes.
De prioritering van de doelstellingen kan het fonds betrekken bij de vaststelling van de afstand tussen de ondergrenzen en bovengrenzen van de bandbreedtes (zie voetnoot 13, NvT). Daarbij kan ervoor worden gekozen om voor specifieke groepen een nauwere bandbreedte op te stellen om zo meer gewicht te geven aan die groepen in de evenwichtigheidsafweging, bijvoorbeeld de meest materiële of kwetsbare groepen.
Voorrangsregels geven aan welke doelstellingen meer gewicht moeten krijgen en tot welke mate hierop ingeleverd zou mogen worden. In situaties waarin de berekende transitie-effecten voor alle maatstaven binnen de voor sociale partners en het fonds acceptabele uitkomsten vallen, kan aan de hand van voorrangsregels in meer of mindere mate op bepaalde doelstellingen worden gestuurd. Het verkennen van alternatieve keuzes om de transitie evenwichtig vorm te geven aan de hand van voorrangsregels kan er uiteraard niet toe leiden dat de uitkomsten buiten de bandbreedtes vallen; deze bieden immers het kader voor het pensioenfonds om de transitie evenwichtig uit te voeren.