Netto profijt
Het netto profijt van een pensioenregeling wordt in artikel 150e, lid 2 Pw gedefinieerd als het verschil tussen
(A) De marktwaarde van de te verwachten pensioenuitkeringen (waaronder voor actieve deelnemers de verwachte pensioenuitkeringen uit toekomstige pensioenopbouw) en
(B) De marktwaarde van de toekomstige premie-inleg.
De wijziging van het netto profijt wordt berekend door (A) minus (B) te berekenen voor:
- (1) het ongewijzigd voortzetten van de pensioenregeling
- (2) de gewijzigde pensioenregeling.
De wijziging van het netto profijt - het netto profijt voor (2) minus het netto profijt voor (1) - wordt uitgedrukt als percentage van (A) zoals berekend voor (1), het ongewijzigd voortzetten van de regeling. Dit percentage wordt tenminste berekend per leeftijdscohort in hele geboortejaren en per deelnemersgroep.
Pensioenverwachtingen
De transitie-effecten van de wijziging van de pensioenovereenkomst en de wijze waarop wordt
omgegaan met opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten worden berekend door de pensioenverwachting bij ongewijzigd voortzetten van de pensioenovereenkomst te vergelijken met de pensioenverwachting bij wijziging van de pensioenovereenkomst. Hierbij wordt de pensioenverwachting, voor zover het ouderdomspensioen betreft, weergegeven op basis van een pessimistisch scenario, een verwacht scenario en een optimistisch scenario.
Hiervoor gebruikt de pensioenuitvoerder op grond van artikel 46e, vijfde lid Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling de uniforme scenarioset zoals bedoeld in artikel 23b Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen en voorgeschreven rekenmethodiek van artikel 14a en verder van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling.
Vba-rekenmethodiek
Pensioenfondsen berekenen het netto profijt van het ongewijzigd voortzetten van de pensioenregeling en het netto profijt van de gewijzigde pensioenregeling met de vba-rekenmethodiek. De berekening omvat in beginsel alle toekomstige premies en alle toekomstige uitkeringen uit alle pensioenvormen, waaronder naast het ouderdomspensioen ook het nabestaandenpensioen, en zowel de onvoorwaardelijke als de voorwaardelijke elementen van de pensioenregeling. Onder andere omvat de berekening de toekomstige indexaties en kortingen in een uitkeringsregeling en de verdelingsregels van het compensatiedepot en de vul- en uitdeelregels van een solidariteits- of risicodelingsreserve in de solidaire of flexibele premieregeling.
Pensioenfondsen voeren de berekening uit op basis van de uniforme, risico-neutrale scenarioset die De Nederlandsche Bank periodiek beschikbaar stelt. De prognosehorizon volgt uit de uniform voorgeschreven set.
Uit artikel 46c, derde lid Besluit uitvoering Pw en Wvb volgt dat voor de vba-rekenmethodiek, die ook wordt gebruikt bij de berekening van netto profijt, bij de vaststelling van het fondsbeleid het volgende geldt:
- Bij de waardering van de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten sluit het fonds aan bij het op 30 juni 2022 in de actuariële en bedrijfstechnische nota vastgelegde beleidskader en vastgelegde financiële toezichtskaderbeleid.
- Bij de waardering van de pensioenaanspraken en pensioenrechten voor de solidaire premieovereenkomst dan wel solidaire premieregeling, of flexibele premieovereenkomst dan wel flexibele premieregeling sluit het pensioenfonds aan bij de onderdelen zoals in de opdrachtbevestiging, bedoeld in artikel 28d Besluit uitvoering Pw en Wvb, is vastgelegd of het pensioenfonds van plan is vast te leggen.
- Voor zover sprake is van incomplete beleidsonderdelen voor de uitvoering van de volledige prognosehorizon worden realistische aannames gehanteerd.
- Een pensioenfonds kan voor de uitvoering van de volledige prognosehorizon afwijken van het fondsbeleid, zoals vastgelegd in de actuariële en bedrijfstechnische nota of in de opdrachtbevestiging, waarbij dit uitsluitend mogelijk is indien dit leidt tot een realistischere invulling op langere termijn.
- Bij de volledige prognosehorizon wordt verondersteld dat de status van deelnemer of gewezen deelnemer niet wijzigt tot aan de pensioendatum voor zover de toeslagverlening voor deelnemers en gewezen deelnemers verschillend is.
- Te allen tijde wordt voldaan aan de huidige wet- en regelgeving.
Artikel 46c, lid 5 Besluit uitvoering Pw en Wvb bepaalt dat de pensioenuitvoerder de aannames, vereenvoudigingen en voor zover van toepassing de afwijking van het fondsbeleid op adequate wijze onderbouwt en opneemt in het implementatieplan. Voor zover een pensioenuitvoerder bij de berekening gebruik maakt van maatmensen leidt deze vereenvoudiging niet tot materiële afwijkingen in de berekening van de marktwaarden van de te verwachte pensioenuitkeringen van deelnemers, gewezen deelnemers en andere aanspraakgerechtigden. De pensioenuitvoerder hanteert over de gehele prognosehorizon realistische aannames ten aanzien van demografische ontwikkeling.
Vba-rekenmethodiek marktwaarde opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten
De vba-rekenmethodiek is tevens van toepassing bij invaren op basis van de vba-methode zoals bedoeld in artikel 150n Pw. Het pensioenfonds bepaalt hierbij de marktwaarde van (i) de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten bij het ongewijzigd voortzetten van de pensioenregeling en (ii) de marktwaarde van de opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten in de gewijzigde pensioenregeling. In afwijking van de berekening van het netto profijt laat het pensioenfonds hierbij voor actieve deelnemers de verwachte pensioenuitkeringen uit toekomstige pensioenopbouw buiten beschouwing.