Uitvloeisel van het uitgangspunt van vrij verkeer van diensten en verrichtingen binnen de EU is het beginsel van ‘home country control, single license’. De verzekeraar heeft voor zijn grensoverschrijdende activiteiten via dienstverrichting of via een bijkantoor alleen van doen met de toezichthouder in het land van zijn zetel. Die toezichthouder communiceert dan met de toezichthouder in het (gast)land waarnaar de activiteiten verricht worden. In die lidstaat gelden dezelfde regels voor de verzekeraar, behoudens specifieke bepalingen van algemeen belang die iedere lidstaat kan vaststellen. Voor de toepassing van de Wft zijn ´lidstaten´de EU-landen alsmede Liechtenstein, IJsland en Noorwegen (samen vormen deze de EER, Europese Economische Ruimte).
Dienstverrichting
Wanneer een verzekeraar met zetel in Nederland wil starten met grensoverschrijdende activiteiten naar een lidstaat, meldt hij dit via Mijn DNB Toezichtdiensten. Voordat de verzekeraar start, moet DNB met dit voornemen instemmen. De verzekeraar doet hierbij opgave van de landen waarin hij wil opereren alsmede van de typen schaderisico’s die in die lidstaten worden gedekt dan wel welke levensverzekeringsovereenkomsten daar worden gesloten. Wanneer de verzekeraar aan alle vereisten voldoet, stuurt DNB binnen een maand aan de collega-toezichthouder(s) de ontvangen gegevens, vergezeld van een solvabiliteitscertificaat en een opgaaf van de branches waarvoor de verzekeraar een vergunning bezit en van de aard van de risico´s die verzekerd zullen worden. De verzekeraar ontvangt gelijktijdig bericht en mag dan met de dienstverrichting starten. Indien van toepassing meldt DNB de verzekeraar welke voorwaarden de collega-toezichthouder heeft verbonden aan het uitvoeren van de werkzaamheden in die lidstaat.
De verzekeraar moet vervolgens jaarlijks enkele financiële gegevens verstrekken aan DNB.
Bijkantoor
Verzekeraars met zetel in Nederland die een bijkantoor willen openen in een andere lidstaat, moeten de instemming van DNB hiertoe hebben. Bij de aanvraag aan DNB overlegt de verzekeraar een programma van werkzaamheden. Hierin wordt met name gemeld welke schaderisico’s in die lidstaat worden gedekt dan wel welke levensverzekeringsovereenkomsten daar worden gesloten. Ook moet daarin de organisatiestructuur worden beschreven, en een melding worden gedaan van het adres van het bijkantoor en van gegevens over de wettelijke vertegenwoordiger. Wanneer de verzekeraar aan alle vereisten voldoet, stuurt DNB binnen drie maanden aan de collega-toezichthouder de ontvangen gegevens, vergezeld van een solvabiliteitscertificaat. DNB stelt de verzekeraar hiervan op de hoogte en deelt hem ook mee op welk tijdstip de verzekeraar het bijkantoor kan openen. Ook in deze situatie deelt DNB de verzekeraar mee welke voorwaarden de collega-toezichthouder heeft verbonden aan het uitvoeren van de werkzaamheden in die lidstaat. Eveneens verstrekt de verzekeraar na opening van het bijkantoor jaarlijks enkele financiële gegevens aan DNB.
Natura-uitvaartverzekeraar en grensoverschrijdende activiteiten in niet-lidstaten
De in EER-verband gemaakte afspraken gelden niet voor natura-uitvaartverzekeraars en voor het verrichten van diensten aan respectievelijk het openen van een bijkantoor in een niet-lidstaat. De procedures voor deze situaties zijn in beginsel wel dezelfde als hiervoor beschreven, maar verzekeraars zullen in deze situatie nadrukkelijk rekening moeten houden met de wetgeving van het desbetreffende land.