Vormvrij
De ORSA is vormvrij. De verzekeraar kan dus zelf kiezen hoe de ORSA wordt ingericht. De verzekeraar kan daardoor goed aansluiten bij de eigen bedrijfsvoering. Wel moeten er een aantal verplichte elementen terugkomen in de ORSA.
Verplichte elementen
In de ORSA beoordeelt de verzekeraar de eigen risico’s en de solvabiliteit. Onderwerpen die daarbij in ieder geval aan bod komen zijn:
- De algehele solvabiliteitsbehoefte
- De voortdurende naleving van de kapitaalvereisten
- De voortdurende naleving van technische voorzieningen-vereisten
- De beoordeling van de significantie waarmee het risicoprofiel van de verzekeraar afwijkt van de aannames die aan de berekening van het solvabiliteitskapitaalvereiste ten grondslag liggen (“passendheid van de standaardformule”).
Geen berekening wettelijke eis
De beoordeling van de eigen risico’s en de solvabiliteit dient niet om het wettelijke kapitaalvereiste zelf te berekenen. De wettelijke kapitaalseis kan alleen worden gewijzigd ten opzichte van de eisen conform het standaardmodel met een goedgekeurd (partieel) intern model of middels een kapitaalopslag (“capital add-on”). De ORSA levert stakeholders wel additioneel inzicht in eventuele discrepanties tussen de wettelijke eis en de solvabiliteitsbehoefte volgens de verzekeraar zelf.
Betrokkenen
Zowel het bestuur als intern toezicht van de instelling dient betrokken te zijn bij het opstellen van de ORSA. Zij moeten beide op de hoogte zijn van alle materiële risico’s waaraan de onderneming is blootgesteld. Het bestuur dient leiding te geven aan het proces om tot een ORSA te komen en ervoor te zorgen dat de ORSA wordt ingepast in de algemene strategie van de instelling en eventuele risicobeheersingsstrategieën.