Antwoord:
Onder Solvabiliteit II wordt onderscheid gemaakt tussen het aanwezig eigen vermogen en het in aanmerking komend eigen vermogen. Het aanwezig eigen vermogen is de som van het kernvermogen en het aanvullend vermogen. Het kernvermogen bestaat uit:
- het positieve verschil tussen activa en verplichtingen
- de achtergestelde verplichtingen
Het aanvullend vermogen bestaat uit bestanddelen die geen kernvermogen vormen en die kunnen worden opgevraagd om verliezen te compenseren. Voor het gebruik van aanvullend vermogen dat bij de bepaling van het aanwezig eigen vermogen in aanmerking wordt genomen, dient van de toezichthoudende autoriteit vooraf goedkeuring te worden verkregen.
Het staat elke verzekeraar vrij om een aanvraag voor het gebruik van aanvullend eigen vermogen in te dienen.
Aanvraag via DLT
Uw aanvraag kunt u indienen via het Digitaal Loket Toezicht (DLT). In het DLT vindt u het formulier “Ontheffing of Instemming voor verzekeraars". Daarin vult u de gegevens van uw instelling in en selecteert u vervolgens de aanvraag die u wilt doen.
Bij de aanvraag voor het gebruik van aanvullend eigen vermogen vragen wij u de volgende bijlage in te vullen en toe te voegen in DLT: Bijlage AOF.
Let op: voordat u een aanvraag indient, vragen wij u om contact op te nemen met uw toezichthouder.
Beoordeling
De beoordeling start met de beoordeling van de volledigheid van de aanvraag. Zodra de aanvraag volledig wordt geacht, vangt de inhoudelijke beoordeling aan.
Regelgeving
De regelgeving is te vinden in de Delegated Acts (Chapter IV Own funds) en in de Guidelines on ancillary own funds. Tevens is er een uitgebreide Implementing Technical standard (ITS).
Besluit
Het besluit over goedkeuring van het gebruik van aanvullend eigen vermogen moet door de toezichthouder genomen worden, eventueel in gezamenlijk overleg met het College van Toezichthouders. Hiervoor staat een termijn van 3 maanden, die bij uitzondering te verlengen is tot 6 maanden, na ontvangst van een volledige aanvraag.