Antwoord:
De wetgever vindt dat bij het vaststellen van een bestuurlijke boete rekening moet worden gehouden met de draagkracht van de overtreder. Dit geldt zowel voor ondernemingen als voor natuurlijke personen.
Elementen ter bepaling van de draagkracht kunnen zijn: eigen vermogen, balanstotaal, omzet, winst- en verliesrekening, en de soliditeit en liquiditeit van de instelling. Bij natuurlijke personen zal moeten worden gekeken naar inkomen, vermogen, schulden, periodieke lasten en overige persoonlijke omstandigheden. Het is aan de overtreder om de nodige informatie te verschaffen over zijn draagkracht.