Antwoord:
Overtredingen van voorschriften uit de financiële toezichtwetten zijn, afhankelijk van de zwaarte van de overtreding, door de wetgever ingedeeld in drie boetecategorieën. Boetecategorie 1 kent een vaste systematiek. Er is een vast boetebedrag van € 10.000. Dit bedrag kan niet worden verhoogd, maar wel worden gematigd.
Boetecategorieën 2 en 3 kennen een flexibele systematiek. Dit wil zeggen dat het basisbedrag kan worden verhoogd of verlaagd, indien de ernst of duur van de overtreding dan wel de mate van verwijtbaarheid van de overtreder een dergelijke verlaging of verhoging rechtvaardigt. Deze verlaging of verhoging kan in beide gevallen maximaal 50% bedragen.
Bij alle drie de boetecategorieën wordt rekening gehouden met recidive, draagkracht en de evenredigheid van de boete.
Hoe zien de drie boetecategorieën eruit?
- De minst zware overtredingen zijn ingedeeld in boetecategorie 1. Een voorbeeld van een dergelijke overtreding is het niet schriftelijk vastleggen van de opdracht tot het structureel uitbesteden van cliëntenonderzoek Het basisbedrag van deze boetecategorie is € 10.000,-.
- Bij overtredingen die in boetecategorie 2 zijn ingedeeld, kan worden gedacht aan het niet nakomen van bepaalde integriteitsverplichtingen, zoals het beschikken over gedragslijnen, procedures en maatregelen om de risico’s op witwassen en terrorismefinanciering te beperken en te beheersen. Het basisbedrag is € 500.000,- en het maximumbedrag van € 1.000.000,-.
- Boetecategorie 3 ziet op de zwaarste overtredingen, zoals het zonder vergunning verrichten van vergunningplichtige trustactiviteiten of het niet nakomen van bepaalde integriteitsverplichtingen, zoals het verrichten van cliëntenonderzoek of het onverwijld melden van ongebruikelijke transacties. Het basisbedrag is € 2.000.000,- en het maximumbedrag € 4.000.000,-. Sommige financiële wetten kennen echter afwijkende bedragen. Zo gaan de Wft, de Wtt 2018 en (in sommige gevallen) de Wwft uit van een basisbedrag van € 2.500.000,- en een maximumbedrag van € 5.000.000,-.