Onder een andere vergelijkbare waarborg, bedoeld in artikel 5(2) en 5(3) PSD2 kan in ieder geval worden verstaan:
- een met de verzekering bedoeld in artikel 5(2) en 5(3) PSD2, vergelijkbare garantie van een bank die niet tot dezelfde groep behoort als de betaalinstelling, ter hoogte van het bedrag van de verzekering, berekend overeenkomstig de bepalingen in de richtsnoeren van de EBA inzake de criteria voor de vaststelling van het minimum geldbedrag van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering of andere vergelijkbare waarborg uit hoofde van artikel 5, lid 4, van Richtlijn (EU) 2015/2366 - EBA/GL/2017/08; of
- een bedrag aan eigen vermogen in plaats van de verzekering, bedoeld in punt 1, of een combinatie van een bedrag aan eigen vermogen en de verzekering, bedoeld in punt 1, waarbij €1 aan eigen vermogen gelijk mag worden gesteld aan een verzekering van €20.
Toelichting
De mogelijkheid van een met een verzekering vergelijkbare garantie van een bank sluit aan bij de beschermingsvoorschriften met betrekking tot geldmiddelen die door een betaalinstelling ontvangen zijn van betaaldienstgebruikers of andere betaalinstellingen (artikel 40a Bpr), en geldmiddelen die door een elektronischgeldinstelling ontvangen zijn in ruil voor elektronisch geld (artikel 40b Bpr).
De mogelijkheid van het aanhouden van een bedrag aan eigen vermogen in plaats van een verzekering, of een combinatie van een bedrag aan eigen vermogen en een verzekering, waarbij €1 aan eigen vermogen gelijk is gesteld aan een verzekering van €20, sluit aan bij de berekening van het minimum eigen vermogen of een combinatie ervan met een beroepsaansprakelijkheidsverkering voor de beleggingsondernemingen overeenkomstig artikel 48, lid 2 en 3 Bpr. Het bedrag aan eigen vermogen wordt gevormd door de waarde van de vermogensbestandelen, bedoeld in artikel 26 (1)van de Verorderning kapitaalvereisten.