Ten tweede blijft de impact van de eenmalige schok in de stresstest via de pensioensector langdurig van invloed op de economie. Dit illustreert nog maar eens hoe de vermogensverliezen van Nederlandse pensioenfondsen als gevolg van de financiële crisis van 2008 het Nederlandse economische herstel jarenlang mede hebben vertraagd. Nederland is hierin bijzonder in Europa vanwege haar relatief grote pensioensector.
Nederlandse pensioenvermogens kwetsbaar bij forse schok
In de stresstest zijn de instellingen onderworpen aan een schok, die in samenwerking met de European Systemic Risk Board (ESRB) is vormgegeven. Deze schok omvat een aanzienlijke daling van de zakelijke waarden (zoals aandelen en vastgoed), alsook licht stijgende rentes met tegelijkertijd stijgende risicopremies. Er werd daarbij aangenomen dat beleggingen in een aantal activa die een ‘safe haven’ status hebben, zoals bepaalde staatsobligaties, deze status in het stressscenario behouden.
De vermogensposities van Nederlandse pensioenfondsen worden in het stressscenario stevig geraakt. Dat komt door de grote portefeuille zakelijke waarden bij deze fondsen, die zij aanhouden ten behoeve van hun indexatie-ambitie. De gemiddelde dekkingsgraad van de deelnemende fondsen daalt met circa 23 procentpunten, wat qua omvang ongeveer gelijk is aan het vereist eigen vermogen van de deelnemende fondsen. Indien zij hadden beschikt over het vereist eigen vermogen, hadden de fondsen de impact van de stresstest dus vrijwel geheel kunnen absorberen in de buffers. Nu die vereiste buffer ontbreekt en de uitgangspositie een dekkingsgraad van (gemiddeld) 99% is, noodzaakt de stresstest direct tot aanzienlijke kortingen.
Het vermogen van de Nederlandse premiepensioeninstellingen (PPI) daalt met bijna 30% als gevolg van het stressscenario, met name als gevolg van de aandelenschok. Als gevolg van een relatief jonge populatie beleggen PPI’s veel in zakelijke waarden. In de stresstest is gekeken naar de impact van het stressscenario op vervangingsratio’s (exclusief AOW uitkeringen). Omdat de PPI’s onderling grote verschillen kennen, tonen de uitkomsten een zeer grote verscheidenheid in deze ratio’s.
Deelnemende instellingen dekken 60% van de Nederlandse sector
De stresstest neemt de cijfers per eind 2018 als startpunt. De Nederlandse deelnemende pensioenfondsen vertegenwoordigen bij elkaar meer dan 60% van de Nederlandse pensioenfondsbeleggingen en –deelnemers in uitkeringsregelingen (totale sector EUR 1.330 miljard eind 2018). Anders dan in voorgaande EIOPA stresstests zijn nu ook de deelnemende pensioenfondsen bekend gemaakt. Voor Nederland waren dat ABP, PFZW, PME, PMT, Bouw, Detailhandel en ABN Amro. Het gedeelte van de stresstest dat betrekking heeft op premieregelingen vertegenwoordigt bijna 60% van de totale Nederlandse beleggingen en deelnemers in premieregelingen (totale sector EUR 14 miljard eind 2018). De Nederlandse deelnemende instellingen waren alle PPI’s: Aegon Cappital, BeFrank, ABN AMRO PPI, Brand New Day PPI, Rabo PGGM PPI, LifeSight, en Zwitserleven PPI. DNB heeft de resultaten van de stresstest met de deelnemende pensioenfondsen en PPI’s besproken.